Vragen over Opus Dei?

Een reeks vragen van journalisten over Opus Dei, beantwoord door haar stichter de heilige Jozefmaria Escriva en gepubliceerd in het boek Gesprekken met Mgr. Escriva (1968).

Journalisten stelden de heilige Jozefmaria …

Een reeks vragen van journalisten over Opus Dei, beantwoord door haar stichter de heilige Jozefmaria Escriva en gepubliceerd in het boek Gesprekken met Mgr. Escriva (1968).

1. Hoe en waarom stichtte u Opus Dei?

2. Wat is de basisopdracht van Opus Dei en wat zijn haar doelstellingen?

3. Als u over Opus Dei spreekt, hebt u het soms een 'georganiseerde desorganisatie" genoemd. Wat bedoelde u?

4. Hoe heeft Opus Dei zich sinds haar oprichting ontwikkeld en veranderd?

5. Hoe ziet u de toekomst van het Opus Dei?

6. Is Opus Dei betrokken bij de economie of de politiek?

7. Sommige leden van Opus Dei hebben belangrijke posities in het bedrijfsleven, de politiek, particuliere ondernemingen, enz. In hoeverre is Opus Dei zelf betrokken bij de activiteiten of posities van deze mensen?

8. Sommige mensen hebben het over de "geheimen" van Opus Dei, en denken dat het georganiseerd is als een geheim genootschap. Wat is uw reactie daarop?

9. Hoe verklaart u het succes van Opus Dei en welke maatstaven legt u daarbij aan?

10. Heeft de sfeer in Spanje van de jaren 40 tot de jaren 70 bijgedragen tot de groei van Opus Dei?

... en de heilige Jozefmaria antwoordde


1. Hoe en waarom stichtte u Opus Dei?

Waarom? De werken die uit Gods Wil ontstaan kennen geen ander waarom dan de goddelijke wens om ze als een uiting van Zijn universele heilswil te gebruiken. Vanaf het eerste ogenblik was het Werk wereldwijd, katholiek. Het werd niet geboren om de concrete problemen in het Europa van de jaren twintig op te lossen. Het is ontstaan om aan mannen en vrouwen van alle landen, talen en rassen, in zeer verschillende levens- en sociale omstandigheden te zeggen, dat ze in iedere levensstaat - als ongetrouwde of getrouwde, als weduwe, weduwnaar, of priester - God zonder voorbehoud kunnen beminnen en dienen, zonder hun beroep, gezin of maatschappelijk leven op te geven.

Hoe het Opus Dei gesticht werd? Zonder enig menselijk middel. Ik bezat alleen maar mijn leeftijd van 26 jaar, de genade van God en een goed humeur. Het Werk werd klein geboren: het bestond slechts in de ijver van een jonge priester die er alles voor over had om te doen wat God van hem wilde.

U vraagt me naar bijzondere mijlpalen. Voor mij is elk ogenblik, waarop door het Opus Dei een mens dichter bij God komt en zo meer broeder wordt voor zijn medemensen, een belangrijke mijlpaal in het Werk.

Maar u had graag dat ik u iets vertel over de beslissende momenten in de geschiedenis van het Opus Dei. Het zijn wel niet de belangrijkste data, maar toch zal ik u uit mijn hoofd een paar toch bijzondere punten noemen. Al in de eerste maanden van het jaar 1935 waren alle voorbereidingen getroffen om met het Werk in Frankrijk, concreet in Parijs, te beginnen. Maar door de Spaanse burgeroorlog en daarna door de tweede wereldoorlog werden we gedwongen om deze uitbreidingsplannen uit te stellen. Maar die vertraging duurde niet lang omdat de uitbreiding van het Werk noodzakelijk was. Al in 1940 begint het Werk in Portugal. Bijna op hetzelfde tijdstip waarop de vijandelijkheden gestaakt werden begonnen we in Engeland, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten en in Mexico, al waren in de voorafgaande jaren wel reeds enige reizen daarheen gemaakt. Toen breidde het Werk zich langzaam maar zeker verder uit. Vanaf de jaren 1949 en 1950 kwamen Duitsland, Nederland, Zwitserland, Argentinië, Canada, Venezuela en andere Europese en Latijns-Amerikaanse landen erbij. Tegelijkertijd vond de uitbreiding in andere landen en werelddelen plaats: Noord-Afrika, Japan, Kenia en andere landen van Oost-Afrika, Australië, de Filippijnen, Nigeria enzovoort.

Graag denk ik ook terug aan de talrijke gelegenheden waarbij de pausen heel open en duidelijk van hun liefde voor het Werk hebben blijk gegeven. Sinds 1946 woon ik in Rome en ik heb dus de gelegenheid gehad om Pius XII, Johannes XXIII en Paulus VI te leren kennen. Bij allen heb ik steeds vaderlijke genegenheid gevonden.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 32

2. Wat is de basisopdracht van Opus Dei en wat zijn haar doelstellingen?

Het Opus Dei stelt zich ten doel om bij mensen van alle rangen en standen het verlangen naar christelijke volmaaktheid midden in de wereld te bevorderen. Het wil de mensen in de wereld, de gewone mens, de man van de straat, helpen om een consequent christelijk leven te leiden zonder zijn normale levenswijze of zijn gewone werk of zijn plannen en verwachtingen te veranderen.

Daarom kun je zeggen, zoals ik enkele jaren geleden eens geschreven heb, dat het Opus Dei zo oud en zo jong is als het Evangelie. Het wil de christenen aan dat prachtige woord uit Genesis herinneren dat God de mens geschapen heeft om te werken. Wij hebben ons gericht op het voorbeeld van Christus, die bijna heel zijn leven op aarde als handwerksman in een klein dorp gewerkt heeft. Het werk is niet alleen één van de hoogste menselijke waarden en stelt de mensen niet alleen in staat om mee te werken aan de vooruitgang in de maatschappij, maar is ook een middel tot heiliging.

Met welke andere organisaties we het Opus Dei kunnen vergelijken? Het antwoord is niet eenvoudig. Als je namelijk organisaties die een geestelijk doel nastreven met elkaar gaat vergelijken, bestaat het gevaar dat je niet verder komt dan een opsomming van uiterlijke kenmerken of juridische categorieën, en dat je dan het belangrijkste over het hoofd ziet, de geest die aan iedere activiteit leven geeft en de bestaansgrond ervan uitmaakt.

Ik volsta hier met te zeggen dat, om me tot de door u genoemde organisaties te beperken, de afstand van het Opus Dei tot de religieuze en monastieke ordes en seculiere instituten wel erg groot is, maar dat wij dichter bij instellingen als de Holy Name Society staan.

Het Opus Dei is een internationale lekenorganisatie waarbij ook wereldgeestelijken aangesloten zijn, die echter maar een kleine minderheid vormen in verhouding tot het totale aantal leden. De leden van het Opus Dei zijn mensen, die midden in de wereld leven en daar hun beroep uitoefenen. Ze worden lid van het Opus Dei niet omdat ze hun werk zouden willen opgeven, maar omdat ze er geestelijke steun zoeken om hun gewone werk te heiligen, het te maken tot middel om zichzelf en ook anderen te heiligen. Hun levensstaat verandert niet, ze blijven getrouwd of ongetrouwd, weduwe of weduwnaar, of priester. Ze willen God en hun medemensen juist in hun eigen levensstaat dienen. Bij het Opus Dei stelt men geen belang in geloften of beloften. Het verlangt van zijn leden dat ze zich inzetten om, ondanks alle menselijke tekortkomingen en fouten, de natuurlijke en christelijke deugden te beoefenen, omdat ze weten dat ze kinderen van God zijn.

Maar als je toch een vergelijking wilt maken dan kun je het Opus Dei, om het goed te begrijpen, het beste vergelijken met het leven van de eerste christenen. Ze leefden met een totale overgave volgens hun christelijke roeping. Ze zochten ernstig naar de volmaaktheid waartoe ze geroepen waren door het eenvoudige en verheven feit dat ze gedoopt waren. Uiterlijk onderscheidden ze zich in niets van de andere mensen. De leden van Opus Dei zijn normale mensen die normaal werk doen en in de wereld leven als gewone, christelijke burgers, die helemaal willen voldoen aan de eisen die het geloof aan hen stelt.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 24

3. Als u over Opus Dei spreekt, hebt u het soms een 'georganiseerde desorganisatie" genoemd. Wat bedoelde u?

Daarmee wil ik zeggen dat de persoonlijke apostolische spontaneïteit en het vrije, door eigen verantwoordelijkheid gedragen en door de Heilige Geest geïnspireerde initiatief voor ons van fundamentele en primaire betekenis zijn. Het gaat ons niet om een door en door gestructureerde organisatie, tactische richtlijnen en van boven af opgelegde plannen.

Een minimum aan organisatie is vanzelfsprekend aanwezig. Zo is er een centraal bestuur, met zijn zetel te Rome, dat steeds collegiaal functioneert, en is er per afzonderlijk land eveneens een op collegiale leest geschoeide bestuursraad die wordt voorgezeten door een consiliarius.* Maar geheel de activiteit van deze organen beperkt zich voornamelijk tot een doel: het verlenen van de noodzakelijke steun aan de leden van het Werk in hun geestelijke leven en het verschaffen van een passende geestelijke, leerstellig-religieuze en menselijke vorming. En dan: vooruit, aan de slag! Met andere woorden: christenen, heilig alle mensenwegen, want alle hebben ze het aroma van Gods voetstappen.

Op dit punt aangekomen is de taak van de vereniging als zodanig beëindigd, die taak namelijk waarvoor de leden juist aansluiting zochten bij het Werk. Dan hoeft het Opus Dei verder niets meer te doen, kan en mag geen enkele aanwijzing meer geven. Hier begint de vrije, aan de eigen verantwoordelijkheid overgelaten, persoonlijke werkzaamheid van elk lid afzonderlijk. Ieder lid handelt met apostolische spontaneïteit en absolute persoonlijke vrijheid en vormt in geweten zijn eigen, onafhankelijk oordeel bij het nemen van concrete beslissingen. Zo zal hij trachten de christelijke volmaaktheid te bereiken en een christelijk getuigenis te geven in zijn eigen omgeving, waar hij zijn beroepswerk aan het heiligen is. Als ieder in zijn eigen leven, in de omstandigheden waarin hij zich bevindt, autonoom zijn beslissingen neemt, ontstaan vanzelfsprekend tussen de leden verschillen in opvatting, aanpak en keuzes. Het resultaat ervan is die gezegende desorganisatie, dit gerechtvaardigd en noodzakelijk pluralisme dat een essentieel kenmerk is van de goede geest van het Opus Dei en dat, naar ik altijd gemeend heb, de enige juiste en passende opvatting van het apostolaat van de leken is.

Deze georganiseerde desorganisatie komt zelfs tot uiting in de gemeenschappelijke apostolaatswerken die het Opus Dei realiseert met het doel om, ook als vereniging, christelijke oplossingen aan te dragen voor de dringende maatschappelijke problemen in de diverse landen. Zulke activiteiten en initiatieven van het Werk dienen steeds een direct apostolisch doel, dat wil zeggen, het gaat om instellingen op het gebied van onderwijs, vorming, sociale steun en dergelijke. Maar omdat het onze geest is juist te stimuleren dat de initiatieven uit de basis voortkomen, en omdat de omstandigheden, noden en mogelijkheden in elk land en in elk sociaal milieu anders zijn, laat het centrale bestuur van het Werk aan de regionale besturen van ieder land - die trouwens in feite volstrekt autonoom zijn - de verantwoordelijkheid over om die concrete apostolische activiteiten te beginnen of te stimuleren, die ieder regionaal bestuur passend vindt. Dat kan gaan van universiteiten of studentenhuizen tot medische hulpposten of beroepsopleidingen voor jonge boeren. Als een logisch resultaat hebben we nu een bont en rijkgeschakeerd mozaïek van activiteiten: een organisatorisch gedesorganiseerd mozaïek.

* Ten tijde van het vraaggesprek, toen het Opus Dei nog niet de door de stichter gewenste juridische vorm had ontvangen, waren deze antwoorden juist en nauwkeurig. In 1982 heeft het Opus Dei de rechtsvorm van personele prelatuur gekregen, hetgeen een aantal juridische en organisatorische aanpassingen tot gevolg heeft gehad.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 19

4. Hoe heeft Opus Dei zich sinds haar oprichting ontwikkeld en veranderd?

Vanaf het eerste ogenblik heeft het Opus Dei als enig doel datgene wat ik u zojuist beschreven heb. Het wil ertoe bijdragen dat midden in de wereld mannen en vrouwen van alle rassen en standen ernaar streven om in en door hun gewone werk God en alle mensen in liefde te dienen. Sinds het begin van het Werk in 1928 verkondig ik dat heiligheid geen zaak voor bevoorrechten is, maar dat alle wegen op aarde, alle standen, alle beroepen, elke rechtschapen menselijke taak goddelijke wegen kunnen zijn.

Die boodschap impliceert zeer veel en de ervaring die ik in het leven van het Werk opdeed heeft me geholpen om deze vele implicaties steeds beter te zien en te begrijpen. Het Werk werd klein geboren en groeide daarna geleidelijk en zeker uit, zoals een levend organisme groeit, zoals alles wat zich in de geschiedenis ontwikkelt.

Maar het doel van het Opus Dei en zijn reden van bestaan zijn niet veranderd en zullen niet veranderen, welke veranderingen er in de maatschappij ook zullen plaatsvinden. Want de boodschap van het Opus Dei houdt juist in, dat je ieder eerzaam werk kunt heiligen, onder welke omstandigheden dat ook gedaan wordt.

Tegenwoordig maken mensen uit alle mogelijke beroepen deel uit van het Opus Dei. Niet alleen artsen, advocaten, ingenieurs of kunstenaars, maar evengoed metselaars, mijnwerkers, boeren behoren ertoe; filmregisseurs en straaljagerpiloten en ook haute-coiffure-kapsters. Alle beroepen zijn vertegenwoordigd. Up to date zijn, het begrijpen van de moderne wereld, is voor de leden van het Opus Dei iets natuurlijks en als het ware iets instinctiefs. Immers, zijn zij het niet, die samen met hun medeburgers, hun gelijken, deze wereld opbouwen en aan de tijd aanpassen?

Omdat dat de geest van ons Werk is, zult u begrijpen hoe blij we waren, toen het Concilie plechtig verklaarde dat de Kerk de wereld waarin ze leeft, en de vooruitgang en de ontwikkeling ervan, niet afwijst maar begrijpt en liefheeft. Bovendien is het bij uitstek kenmerkend voor de spiritualiteit, die de leden van het Werk sinds veertig jaar in hun leven proberen te verwezenlijken, dat ze beseffen dat ze deel uitmaken zowel van de Kerk als van de burgermaatschappij.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 26

5. Hoe ziet u de toekomst van het Opus Dei?

Het Opus Dei is nog erg jong. Negenendertig jaar is voor een instelling nauwelijks een begin. Het is onze taak om samen met alle christenen te werken aan de grote opdracht getuigen van Christus evangelie te zijn en de mensen eraan te herinneren dat die blijde boodschap in staat is om iedere menselijke situatie levenskrachtig te maken. Het werk dat ons wacht is geweldig. Het is een oeverloze zee, want hoe de productieprocessen ook veranderen, zolang er mensen op aarde zijn, zullen ze werk hebben, dat ze kunnen opdragen aan God en kunnen heiligen. Met behulp van de genade Gods wil het Werk hun leren, van dat werk een dienst ten bate van alle mensen te maken, waar ze ook vandaan komen, tot welk ras of tot welke godsdienst ze ook behoren. En door zo de mensen te dienen, zullen ze God dienen.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 57

6. Is Opus Dei betrokken bij de economie of de politiek?

Het Opus Dei heeft beslist geen economische of politieke doelstellingen, noch in Spanje, noch ergens anders. Aangespoord door de leer van Christus verdedigen de leden altijd de persoonlijke vrijheid en het recht van alle mensen op leven en werk, op verzorging bij ziekte en ouderdom, op het stichten van een gezin, op het voortbrengen van kinderen en het opvoeden van die kinderen naar hun capaciteiten en aanleg, en ten slotte het recht om als mens en staatsburger serieus genomen te worden.

Maar het Werk stelt hun geen concrete weg voor, noch op economisch, noch op politiek of cultureel terrein. Elk lid is geheel vrij om in deze kwesties naar eigen inzicht te denken en te handelen. In alle tijdelijke zaken hebben de leden van het Werk volledige vrijheid: in het Opus Dei is plaats voor mensen met alle politieke, culturele, sociale en economische opvattingen die voor een christelijk geweten toelaatbaar zijn.

Ik heb het nooit over politiek. Mijn taak als priester is uitsluitend van geestelijke aard. Bovendien ook al zou ik eens mijn mening geven over een tijdelijke zaak, dan zouden de leden van het Werk zich in het geheel niet verplicht voelen om die te delen.

De directeuren van het Werk mogen de andere leden nooit hun eigen opvatting op politiek of professioneel gebied opleggen. Zou ondanks dat een bepaald lid van het Werk zoiets willen proberen of zich van andere leden willen bedienen voor zuiver menselijke doeleinden, dan zou dat lid zonder pardon uitgestoten worden, omdat de anderen zich terecht daartegen zouden verzetten.

Ik heb nog nooit aan een lid van het Opus Dei gevraagd van welke politieke partij hij is of welke politieke overtuiging hij heeft. Ik zal er ook nooit naar vragen, want dat zou me een aanslag op zijn rechtmatige persoonlijke vrijheid lijken. En op gelijke wijze handelen allen die in het Opus Dei een leidende functie hebben. Niettemin weet ik dat er onder de leden van het Opus Dei, in Spanje net zo goed als in elk ander land, inderdaad een grote verscheidenheid van opvattingen bestaat. Ik heb er niets op tegen. Ik respecteer ze alle en zal steeds de overtuiging van ieder eerbiedigen die probeert volgens zijn geweten te handelen. Dit pluralisme is voor het Werk geen probleem. Integendeel, het is een teken van goede geest, waaruit de rechtmatige vrijheid van een ieder blijkt.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 48

7. Sommige leden van Opus Dei hebben belangrijke posities in het bedrijfsleven, de politiek, particuliere ondernemingen, enz. In hoeverre is Opus Dei zelf betrokken bij de activiteiten of posities van deze mensen?

Het Opus Dei is op geen enkele wijze bij de politiek betrokken. Elk partij-kiezen voor een bepaalde ideologische, culturele, economische of politieke trend, groepering of regeringsvorm is er absoluut vreemd aan. Ik herhaal: de doelstellingen van het Opus Dei zijn uitsluitend van geestelijke en apostolische aard. Van zijn leden verlangt het Opus Dei niets anders dan dat ze zich als christenen gedragen en dat ze ernaar streven om hun leven naar het ideaal van het Evangelie in te richten. Op geen enkele wijze bemoeit het Opus Dei zich met de zuiver tijdelijke belangen van de mensen.

Als iemand dat niet begrijpt, komt dat misschien omdat hij niet zoveel van de persoonlijke vrijheid begrijpt, of omdat hij het vermogen mist onderscheid te maken tussen de zuiver geestelijke doelstellingen waarvoor de leden van het Opus Dei zich aaneensluiten, en het uitgebreide terrein van menselijke activiteiten - economie, politiek, cultuur, kunst, filosofie enzovoort - , waarin de leden van het Opus Dei volledige vrijheid genieten en op eigen verantwoording werken.

De realiteit van de individuele vrijheid is aan de leden vanaf het eerste ogenblik dat zij zich bij het Werk aansluiten bekend. Mocht ooit iemand bij het Opus Dei op andere leden druk proberen uit te oefenen om hun zijn eigen opvatting in politieke kwesties op te dringen of om zich van hen voor zijn eigen menselijke belangen te bedienen, dan zouden de anderen zich ertegen verzetten en hem direct uitsluiten.

Het respect voor de vrijheid van de leden is een essentiële levensvoorwaarde voor het Opus Dei zelf. Zonder die vrijheid zou niemand zich als lid bij het Werk aansluiten. Sterker nog: mocht het ooit - het is nog nooit gebeurd, het gebeurt niet, en met Gods hulp zal het ook nooit gebeuren - zover komen dat het Opus Dei zich gaat bemoeien met politiek of gaat deelnemen aan andere zuiver wereldse activiteiten, dan zou ik zelf de eerste vijand van het Opus Dei zijn.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 28

8. Sommige mensen hebben het over de ‘geheimen’ van Opus Dei, en denken dat het georganiseerd is als een geheim genootschap. Wat is uw reactie daarop?

Aan alles wat op zelfverheerlijking zou kunnen lijken, heb ik een grondige hekel. Maar omdat u nu eenmaal over dit onderwerp begonnen bent, moet ik op zijn minst zeggen dat, naar mijn mening, het Opus Dei een van de katholieke organisaties is die op de hele wereld de meeste vrienden heeft. Miljoenen mensen, onder wie ook veel niet-katholieken en niet-christenen waarderen en steunen het.

Anderzijds is het Opus Dei een organisatie met een geestelijke en apostolische doelstelling. Als men dit fundamentele gegeven buiten beschouwing laat, of als men weigert te geloven aan de oprechtheid van de leden van het Opus Dei die dat steeds weer bevestigen, dan is het niet mogelijk hun handelwijze goed te begrijpen. En dit onvermogen is dan aanleiding voor de meest onwaarschijnlijke verklaringen en voor de uitvinding van “geheimen” die er nooit geweest zijn.

U noemt het verwijt van de “geheimzinnigdoenerij”. Het is al oud en ik zou u stap voor stap kunnen vertellen waar de historische oorsprong van deze kwaadsprekerij te vinden is. Een invloedrijke organisatie, die ik liever niet noem, - wij dragen ze in ons hart en hebben ze altijd in ons hart gedragen - heeft jarenlang de feiten verdraaid die ze eigenlijk niet kende. Men bleef ons hardnekkig als religieuzen beschouwen en men vroeg zich af: waarom denken ze niet allemaal hetzelfde? Waarom dragen ze geen pij of habijt of een ander uiterlijk kenteken? En daaruit trokken ze de dwaze conclusie dat wij een geheim genootschap zijn.

Dat is nu verleden tijd en ieder die ook maar enigszins op de hoogte is, weet dat er bij ons geen geheimen zijn, dat we geen uiterlijke kentekenen dragen omdat we geen religieuzen, maar gewone christenen zijn. We hebben niet allemaal dezelfde mening of hetzelfde standpunt omdat we in alle tijdelijke zaken en in alle theologische kwesties, waarover door het kerkelijk leergezag geen bindende uitspraken zijn gedaan, aan een individueel lid zoveel mogelijk de vrijheid laten om zijn mening zelf te bepalen. Door een betere kennis van de feiten en door het overwinnen van veel ongemotiveerde kleinzielige naijver kon ten slotte dit trieste hoofdstuk van kwaadsprekerij afgesloten worden.

Toch moet je je niet verbazen als er van tijd tot tijd weer iemand is die de oude mythen weer tot leven wekt. Omdat wij ernaar streven om voor God te werken en daardoor de persoonlijke vrijheid van de mens verdedigen, zullen sektarische vijanden van deze vrijheid altijd tegen ons zijn, uit welk kamp ze ook komen. En bijzonder agressief zullen die mensen zijn die het begrip godsdienst alleen al niet kunnen verdragen of erger nog, die door een fanatieke religieuze opvatting beheerst worden.

Het is verheugend te kunnen constateren dat de meeste persorganen weigeren alleen maar oude en onjuiste dingen te herhalen. Zij beseffen dat objectiviteit niet wil zeggen dat men een tussenweg vindt tussen werkelijkheid en kwaadsprekerij, zonder moeite te doen om de objectieve waarheid weer te geven. Ook de waarheid kan “nieuws” zijn, lijkt me, vooral als men informatie geeft over het werk van zoveel mensen die er als lid of medewerker van het Opus Dei naar streven om, ondanks hun persoonlijke zwakheden - ik heb ze, en het verbaast me niet ze ook bij anderen aan te treffen - , alle mensen te dienen. Het is altijd interessant werk om valse mythen uit de wereld te helpen en ik beschouw het als een ernstige plicht voor een journalist zoveel mogelijk informatie in te winnen en op de hoogte te blijven van de actualiteit, ook al zou hij dan soms een eerder oordeel moeten herzien. Is het dan echt zo moeilijk toe te geven dat iets eerlijk, edel en goed is, zonder er oude, absurde en achterhaalde onwaarheden aan toe te voegen?

En dat terwijl het zo eenvoudig is om zich over het Opus Dei te laten voorlichten. In alle landen doet het zijn werk in het openbaar, met juridische erkenning door de wereldlijke en kerkelijke autoriteiten. De namen van de directeuren en zijn apostolische activiteiten zijn algemeen bekend. Ieder die inlichtingen wil hebben over ons Werk kan ze zonder moeilijkheden krijgen. Hij hoeft alleen maar met de directeuren in contact te treden of zich met een van onze gemeenschappelijke werken in verbinding te stellen. Uzelf bent er toch ook getuige van dat de leiders van het Opus Dei of degenen die de journalisten te woord staan alle medewerking verlenen? Zij beantwoorden al hun vragen en stellen voldoende documentatiemateriaal ter beschikking.

Noch ik, noch één van de leden van het Opus Dei verwacht dat iedereen ons begrijpt of ons geestelijk ideaal deelt. Ik houd van de vrijheid en wens dat ieder zijn eigen weg gaat. Maar het spreekt vanzelf dat wij het elementaire recht hebben, dat men ons respecteert.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 30

9. Hoe verklaart u het succes van Opus Dei en welke maatstaven legt u daarbij aan?

Als een onderneming een bovennatuurlijk doel nastreeft, betekent succes of mislukking, althans in de gewone betekenis van het woord, erg weinig. De heilige Paulus zei reeds tegen de christenen van Korinthe dat in het geestelijk leven niet het oordeel van anderen, ook niet het eigen oordeel, maar alleen het oordeel van God van belang is.

Zeker, het Werk is vandaag de dag over de hele wereld verspreid. Mannen en vrouwen van ongeveer 70 nationaliteiten maken er deel van uit. Als ik aan dit feit denk, ben ik zelf verrast. Ik vind er geen menselijke verklaring voor. De enige verklaring is voor mij de wil van God, want de Geest waait waar Hij wil en bedient zich van wie Hij wil om de mensen te heiligen. Dat alles is voor mij een reden om God te danken, om nederig te zijn en om tot Hem te bidden en te vragen dat ik Hem altijd op de juiste wijze mag dienen.

U vraagt mij ook welke maatstaf ik daarbij aanleg? Het antwoord is heel eenvoudig: de maatstaf van de heiligheid, van de vruchten van heiligheid.

Het belangrijkste apostolaat van het Opus Dei is dat wat elk lid uitoefent door het getuigenis van zijn leven en door zijn woord in de dagelijkse omgang met zijn vrienden, kennissen en collega's. Wie zou de bovennatuurlijke uitwerking van dat stille en nederige apostolaat durven meten? Het voorbeeld van een trouwe en oprechte vriend of de invloed van een goede moeder in het gezin, dergelijke dingen kunnen als resultaat amper gemeten worden.

Maar misschien heeft uw vraag meer betrekking op de gemeenschappelijke apostolaatsactiviteiten van het Opus Dei, waarbij men de resultaten vanuit een zuiver menselijk, als het ware technisch standpunt zou kunnen beoordelen. Dient bijvoorbeeld een vakopleiding voor arbeiders inderdaad de sociale vooruitgang van de mensen die zo'n opleiding volgen, of geeft een universiteit aan de studenten inderdaad een adequate beroepsopleiding en culturele vorming? Als ik uw vraag in die zin mag interpreteren dan zou ik willen zeggen dat het succes ervan voor een deel ligt in het feit dat zij, die in die apostolische instellingen werken, daar hun beroep van maken. Overeenkomstig de gestelde eisen hebben ze zich daarop voorbereid als mensen, die serieus werk willen leveren. Dat wil onder andere zeggen dat die projecten niet volgens een vast schema gepland worden. Integendeel, men houdt in ieder concreet geval rekening met de specifieke maatschappelijke behoeften van het land of de streek, waar men een bepaalde activiteit wil ontplooien, zodat ze beantwoordt aan de eisen van de praktijk.

Maar ik leg er nog eens de nadruk op dat het Opus Dei zich niet in eerste instantie voor het zuiver menselijke resultaat interesseert. Het echte, doorslaggevende succes of het falen van die gemeenschappelijke werken hangt, ervan uitgaande dat ze menselijkerwijs goed gedaan zijn, af van de vraag of zowel degenen die er werkzaam zijn als die er de vruchten van plukken daar inderdaad een hulp en een aansporing vinden om God meer te beminnen, om zich er steeds meer van bewust te worden dat ze broeders zijn van hun medemensen en dat ze daarvan getuigen door een onbaatzuchtige dienst aan de mensheid.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 31

10. Heeft de sfeer in Spanje van de jaren 40 tot de jaren 70 bijgedragen tot de groei van Opus Dei?

Er zijn maar weinig landen waar we ongunstiger voorwaarden aantroffen dan in Spanje. Het spijt me dat ik dat moet zeggen, omdat ik van mijn vaderland houd. Maar Spanje is het land dat het meeste inspanning en lijden kostte voordat het Werk daar wortel schoot. Het Werk was amper geboren of het werd al geconfronteerd met de oppositie van de vijanden van de persoonlijke vrijheid. Ook ontmoette het tegenstand van mensen die zo vastgeroest waren aan hun traditionele ideeën dat ze het leven van de leden van het Opus Dei niet konden begrijpen: het leven van heel normale mensen die moeite doen om volledig volgens hun christelijke roeping te leven zonder de wereld te verlaten.

Ook voor de gemeenschappelijke apostolische werken waren de voorwaarden in Spanje niet bijzonder gunstig. In veel landen waar de meerderheid van de bevolking niet katholiek is hebben de regeringen de vormings- en sociale instellingen die door de leden van het Opus Dei in het leven geroepen waren, met veel meer edelmoedigheid ondersteund dan in Spanje. En dat, terwijl de hulp die dergelijke regeringen aan deze apostolaatswerken van het Opus Dei verlenen dezelfde is die ze aan andere soortgelijke instellingen verlenen; het gaat dus niet om een privilege, maar slechts om de erkenning van het feit dat ze een sociale functie uitoefenen waardoor de staatskas wordt ontlast.

De geest van het Opus Dei vond, toen het zich in alle landen uitbreidde, direct weerklank en schoot overal wortel. Als het Opus Dei op moeilijkheden stuitte werden ze veroorzaakt door valse beweringen die juist uit Spanje kwamen en uitgevonden werden door Spanjaarden, afkomstig uit enige zeer concrete kringen van het maatschappelijk leven. In eerste instantie is er de internationale organisatie die ik daarnet al noemde. Maar dat hoofdstuk schijnt nu verleden tijd te zijn, en ik ben geen haatdragend mens, tegenover niemand. Verder is er een aantal mensen, dat niets van het pluralisme begrijpt, mensen met een al te groot groepsbewustzijn, die zelfs in een bekrompen, totalitaire denktrant vervallen en zich bedienen van de naam katholiek om politiek te bedrijven. Om voor mij onverklaarbare redenen - misschien op grond van valse, al te kleinmenselijke overwegingen - schijnen sommigen er plezier in te hebben om het Opus Dei aan te vallen. En omdat ze financieel draagkrachtig zijn - ze beschikken nu eenmaal over het geld van de Spaanse belastingbetaler - worden hun aanvallen door bepaalde kranten verspreid.

Ik zie dat u concrete namen van personen en instituten verwacht. Ik wil echter geen namen noemen en hoop dat u er begrip voor hebt. Immers, het is niet mijn taak en ook niet die van het Opus Dei om politiek te bedrijven. Mijn taak is het te bidden. En ik wil niets zeggen wat als inmenging in de politiek opgevat zou kunnen worden. Ja, ik vind het pijnlijk om zelfs maar over deze dingen te moeten praten. Haast veertig jaar heb ik gezwegen. Als ik dan nu spreek is het alleen maar omdat ik de plicht heb om de verkeerde interpretaties die de waarheid geweld aandoen, aan de kaak te stellen. Een aantal mensen bedient zich ervan om een uitsluitend geestelijk werk in diskrediet te brengen. Daarom zal ik in de toekomst mijn mond opendoen en, mocht het nodig zijn, steeds duidelijker worden, ook al heb ik tot nu toe gezwegen.

Maar om op het belangrijkste onderwerp van uw vraag terug te komen: als veel mensen uit alle rangen en standen van de maatschappij, ook in Spanje, de beslissing genomen hebben om met behulp van het Werk en volgens de geest van het Werk Christus na te volgen, dan kan de verklaring daarvoor niet in het Spaanse milieu of in andere, uiterlijke omstandigheden gevonden worden. Het bewijs ervoor wordt juist door diegenen geleverd die lichtvaardig zoiets beweren en moeten toezien, hoe hun eigen groepen sterk in aantal achteruitgaan. En dat, terwijl de uiterlijke omstandigheden voor ieder dezelfde zijn. Mogelijk legt, menselijk gesproken het feit dat zij een groepsgeest cultiveren terwijl wij niemand van zijn persoonlijke vrijheid beroven, gewicht in de schaal.

Als het Opus Dei zich in Spanje, - zoals dat trouwens ook in een aantal andere landen is gebeurd - , goed heeft kunnen ontwikkelen, komt dat mogelijkerwijs voor een deel omdat ons geestelijk werk daar al veertig jaar geleden begonnen is, terwijl, zoals ik al eerder zei,de Spaanse burgeroorlog en daarna de wereldoorlog er noodgedwongen toe geleid hebben dat het begin van het Werk in andere landen later moest vallen. Niettemin is het een feit dat reeds verscheidene jaren de Spanjaarden in het Werk in de minderheid zijn.

U moet niet denken, en ik herhaal het, dat ik niet van mijn land houd of dat ik niet oprecht blij ben met de activiteit van het Opus Dei in Spanje. Maar het is triest dat er mensen zijn die verkeerde of dubbelzinnige informatie over het Opus Dei en over Spanje de wereld in sturen.

Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr. 33