Mijn werk voor een voedselbank

Julian Becerro is medewerker van het Opus Dei een woont in Las Palmas op Gran Canaria. Na zijn pensionering stichtte hij een voedselbank. Hij wil daarmee diverse sociale instellingen helpen.

Ik woon in Las Palmas op Gran Canaria, waar ik tot aan mijn pensionering heb gewerkt. Toen stond ik voor het probleem dat vele gepensioneerden hebben. Ik was God zij dank gezond en had plotseling veel tijd over. Totdat zijn zoon José Juan, hij is priester van het Opus Dei, mij voorstelde: “Papa, wat gaat u nu als gepensioneerde doen? Wat zou u ervan vinden om een voedselbank op te zetten?”

In eerste instantie wist ik in het geheel niet wat hij bedoelde, omdat een bank voor mij iets was wat uitsluitend met geld te maken heeft. Een ‘bank voor levensmiddelen’? Wat zou dat zijn? Maar ik antwoordde mijn zoon: “Proberen kan ik het altijd.”

Ik sprak met enkele vrienden. De meeste zijn goede christenen zoals Augustín Blázquez. Zoals ikzelf, zijn enkele van hen ook medewerkers van het Opus Dei. In elk geval hebben we allemaal een christelijke levensinstelling en de wens om anderen te helpen.

"We discrimineren niemand. Dat heb ik binnen het Opus Dei geleerd. Men moet, zonder onderscheid te maken, alle mensen helpen."

We namen contact op met enkele groothandels en vroegen hen om ons levensmiddelen te schenken. Ze gingen hierop in en zonden ons levensmiddelen van de meest uiteenlopende soorten, die we vervolgens verdeelden onder vijftien hulporganisaties. En zo werden we, hoe zal ik het zeggen, tot de belangrijkste leverancier van sociale instellingen en hulporganisaties van het eiland.

We discrimineren niemand. Dat heb ik binnen het Opus Dei geleerd. Men moet, zonder onderscheid te maken, alle mensen helpen. De heilige Jozefmaria zegt het zo: We kunnen toch vriendschappelijk met iemand omgaan, ook als hij geheel anders denkt dan wij.

Nu werken wij samen met zeventig sociale instellingen, vanaf de Vereniging voor Mishandelde Vrouwen via de parochiële ondersteuning of de tehuizen van de Franciscanen tot aan protestantse initiatieven.

Als men ons om hulp vraagt, informeren wij vervolgens naar de behoeften van de instelling, naar de middelen waarover zij kunnen beschikken en om welke personen het gaat. In de loop der tijd hebben we veel ervaring opgedaan en kunnen we ons snel een beeld vormen. Bovendien hebben we contacten met de overheidsinstellingen van de stad, de burgmeester en de gemeenteraad. Zij beschikken over een sociaal fonds en zij hebben ons bij de inrichting van ons kantoor geholpen. Maar we hebben ook nu nog hulp nodig, omdat onze vriendengroep niet beschikt over de benodigde middelen. In het begin heb ik alles uit eigen zak betaald. Dat was een uitzondering, want ik zwem als gepensioneerde niet echt in het geld.

Maar men begint in het klein. We hadden geen opslagruimte, de levensmiddelen die we kregen, gaven we onmiddellijk aan de twaalf à dertien inrichtingen die we bedienden.

Tezamen met mijn vriend Augustín Blázquez tijdens de kantoorwerkzaamheden.

Later, toen het aantal van de door ons bediende eenheden groter werd, hebben we een kantoor en een kleine opslagruimte betrokken, waarin we de levensmiddelen een à twee dagen konden opslaan.

De speciale omstandigheden van een eiland brengen enkele voordelen voor de voedselbank met zich mee. Veel van de aangevoerde goederen komen van het Spaanse vasteland en als de handelaars het niet op het eiland kunnen verkopen en de uiterste houdbaarheidsdatum nadert, dan krijgen wij ze omdat het voor hen eenvoudigweg niet loont om deze goederen weer naar het vasteland terug te transporteren. We stellen slechts één voorwaarde: die levensmiddelen moeten in goede staat zijn en de houdbaarheidsdatum mag niet zijn overschreden.