Kaderdocument: Op weg naar het eeuwfeest

Opus Dei viert van 2028 tot 2030 het honderdjarig bestaan. Ter voorbereiding op dit jubileum bieden we een document aan met de titel "Op weg naar het eeuwfeest". Het bevat een aantal ideeën voor de gelovigen en vrienden van het Opus Dei om te reflecteren op deze 100 jaar en hoe het charisma leven zal blijven geven aan de Kerk en samenleving.

Op 15 november heeft de Vader de gelovigen en vrienden van het Opus Dei opgeroepen deel te nemen aan de voorbereidingen van de regionale bijeenkomsten met als thema: Op weg naar het honderdjarig bestaan van het Werk. Verdiepen in ons charisma en ons verlangen hernieuwen om God, de Kerk en de samenleving te dienen.[1]

Document in PDF

Het belang van de naderende datum nodigt ons uit ons af te vragen hoe we in de geest van het Opus Dei kunnen reageren op de uitdagingen van de huidige tijd: we willen op elke plaats het eeuwfeest van het Werk vieren met het oog gericht op de toekomst.

De viering van het honderdjarig bestaan zal lopen van 2 oktober 2028 tot 14 februari 2030, de 100ste verjaardag van het begin van het Werk met vrouwen. Het wordt dus een feest met twee data, als uitdrukking van eenheid. (…) Ik wil graag dat we allemaal aan die voorbereidingen deelnemen.’ (Bericht van de Vader, 10 juni 2021). Voor degenen onder ons die deel uitmaken van deze familie van het Werk zal het een gelegenheid zijn om, met het licht van het geloof en de genade van de Heer, de grootsheid van Gods liefde, die ons persoonlijk heeft geroepen, dieper te ontdekken, evenals de schoonheid van onze zending van dienstbaarheid aan de Kerk en aan de maatschappij.

Dit document biedt enkele ideeën die ons kunnen helpen na te denken over het eeuwfeest, een open deur naar de tweede eeuw van de geschiedenis van het Opus Dei. Het is bedoeld om ons allen te stimuleren deel te nemen door suggesties en ervaringen aan te dragen die vervolgens bestudeerd zullen worden in de regionale bijeenkomsten. De conclusies van deze bijeenkomsten zullen niet alleen belangrijk referentiemateriaal zijn voor het Gewone Algemene Congres van 2025, maar ook een leidraad voor de voorbereiding op het eeuwfeest.

Daarom is de voorbereiding op het eeuwfeest niet zozeer bedoeld om feestelijke bijeenkomsten te houden, maar om een proces van verdieping op gang te brengen dat ons zal helpen onze geest steeds beter te begrijpen, te beleven en uit te dragen, ten dienste van de Kerk en van alle mensen.

Het eeuwfeest biedt ons bovenal een nieuwe gelegenheid om de essentie van ons bestaan opnieuw te ontdekken: de liefde van God voor iedereen, die ons in zijn Zoon, met de gave van de Heilige Geest, roept om zijn kinderen te zijn. De Vader heeft ons er een paar jaar geleden opnieuw aan herinnerd: ‘De trouw van een christen is een dankbare trouw, want we zijn niet trouw aan een idee maar aan een Persoon: Jezus Christus, onze Heer die – zoals ieder van ons kan zeggen – “van mij hield en zich voor mij heeft overgeleverd” (Gal 2,20). Dat we ons persoonlijk door Hem geliefd weten is voor ons, met zijn genade, een stimulans voor een trouwe en volhardende liefde. Een liefde vol hoop in wat God in de Kerk en in de wereld door het leven van ieder van ons zal doen, zelfs in onze broosheid’ (Bericht van de Vader, 10 oktober 2017). Daarom moedigt de voorbereiding op deze datum ons aan om werkelijk, steeds meer, midden in de wereld contemplatieve zielen te zijn.

Uitdagingen van onze tijd

De Vader heeft ons ook gezegd, dat deze verjaardag ‘een geschikt moment is om na te denken over de uitdagingen waarvoor de Kerk en de samenleving staan en om ons af te vragen hoe wij een betere bijdrage kunnen leveren’. (Bericht van de Vader, 10 juni 2021) De heilige Jozefmaria heeft ons altijd uitgenodigd om ‘de wereld hartstochtelijk lief te hebben’. Hij bedoelde de reële wereld waarin we leven, met haar mogelijkheden en tegenstrijdigheden. De wereld is een levende realiteit, die evolueert en verandert. ‘Alle generaties christenen moeten de tijd waarin zij leven verlossen en heiligen’ (Christus komt langs, nr. 132). De wereld liefhebben veronderstelt haar te kennen en te begrijpen. In deze lijn moedigt het eeuwfeest ons aan om stil te staan bij de context van onze samenlevingen en onze tijd, om ze te verlichten met het licht van het Evangelie.

Het charisma van het Opus Dei ontvouwt zich in omstandigheden die in veel opzichten anders zijn dan die van honderd jaar geleden. ‘Door de verandering van de historische omstandigheden – met de wijzigingen die hierdoor in de samenstelling van de maatschappij teweeggebracht worden – kan datgene wat op een bepaald moment rechtvaardig en goed was, ophouden dat te zijn. Daarom is het goed dat jullie steeds opbouwende kritiek hebben, die de verlammende en rampzalige werking van de passiviteit onmogelijk maakt,’ (heilige Jozefmaria, Brief 29, nr. 18). Wanneer de uitdagingen van elk tijdsgewricht veranderen, komen er nieuwe generaties van hen die de geest van het Opus Dei beleven, om actuele en levenskrachtige antwoorden te kunnen geven met de kracht van de eersten van het Werk.

Het is daarom zinvol na te denken over de huidige situatie van werk, gezin, relaties, cultuur, gerechtigheid en vrede, want dít is wat we geroepen zijn te heiligen; eveneens is het goed na te denken over kwesties die de afgelopen jaren van bijzonder belang zijn geworden en die onze samenleving bepalen, of die waarschijnlijk in de volgende decennia actueel zullen zijn. Het gaat erom met de ogen van een kind van God beter te begrijpen hoe deze wereld in elkaar zit en wat ze nodig heeft, een wereld waar we hartstochtelijk van houden en die we willen dienen: dat houdt in dat we de vele goede realiteiten om ons heen ontdekken en tegelijkertijd veel aspecten die niet in overeenstemming zijn met de waardigheid van de mensen. Met woorden van de heilige Jozefmaria: het gaat erom ons af te vragen hoe we ontvankelijk kunnen blijven voor al het goede, met ‘een positieve en open houding ten opzichte van de huidige veranderingen van sociale structuren en levensvormen’ (De Voor, nr. 428); of, wat hetzelfde is, hoe we onze verlangens kunnen actualiseren en versterken om de boodschap van Christus in alle milieus te verspreiden, voor alle mensen die het nodig hebben.

Laten we ook kijken naar de huidige uitdagingen van de Kerk, die de onze zijn: de secularisatie en de manier waarop we vandaag de dag Gods liefde verkondigen; de rol van de leken en de gezinnen in de evangelisatie; de dynamiek tussen traditie en vernieuwing; eenheid en dialoog; de implicaties van de kerkelijke gemeenschap; enzovoort. Het charisma dat God de heilige Jozefmaria heeft toevertrouwd is erop gericht ‘de Kerk te dienen zoals de Kerk gediend wil worden’ (woorden van de heilige Jozefmaria bij de opening van het Centrum Elis, 21 november 1965). Als we de uitdagingen van de Kerk in elk land en van de universele Kerk goed kennen, zullen we onze beschikbaarheid voor deze zending versterken.

De gave van de Geest opnieuw ontdekken

In zijn boodschap van 10 juni 2021 stelt de Vader voor dat dit een tijd is van bezinning op ‘onze identiteit, onze geschiedenis en onze missie’, met een blik op de toekomst en een verlangen naar persoonlijke vernieuwing.

Het begin van de voorbereiding op het eeuwfeest viel samen met de publicatie van het Motu Proprio ‘Ad charisma tuendum’, waarmee de Paus ons aanspoort onze aandacht te richten op de gave die God aan de heilige Jozefmaria heeft gegeven, om deze ten volle te beleven. Paus Franciscus spoort ons aan zorg te dragen voor het charisma van het Opus Dei ‘om de evangeliserende actie van zijn leden te bevorderen’ en op deze manier ‘de oproep tot heiligheid in de wereld te verspreiden, door de heiliging van het werk en van de gezins- en sociale bezigheden’. De boodschap die God door de heilige Jozefmaria wilde overbrengen heeft een buitengewone aantrekkingskracht en toepassingsmogelijkheden die de creativiteit stimuleren.

Bij het nadenken over teksten die zouden kunnen helpen bij deze voorbereidende bezinning op de regionale bijeenkomsten, kunnen we denken aan veel geschriften van de heilige Jozefmaria die aspecten van het charisma van het Opus Dei ontvouwen. Onder de vele mogelijkheden worden hier drie van zijn brieven voorgesteld:

De eerste is Brief nr. 29[2], geschreven om de nadruk te leggen op aspecten van de zending van de gelovigen en vrienden van het Werk om de wereld en het huwelijks- en gezinsleven te heiligen. De inhoud ervan is een oproep aan alle christenen om met Jezus Christus deel te nemen aan de verlossing, niet onverschillig te blijven, als zuurdesem in het deeg te werken, om ‘een zuurdesem te zijn dat de mensen vergoddelijkt en hen, door ze te vergoddelijken, tegelijkertijd waarlijk menselijk maakt’ (nr. 7a).

De tweede is Brief nr. 6[3], waarin verschillende aspecten van de geest van het Opus Dei naar voren komen. De heilige Jozefmaria behandelt verschillende thema's die met elkaar verbonden zijn door de rode draad van het specifieke karakter van de geest die hij verkondigt. Deze geest heeft haar wortels in het Evangelie en lijkt op het leven van de eerste christenen.

De derde is Brief nr. 4[4], die gaat over de naastenliefde bij de verspreiding van het geloof. De heilige Jozefmaria legt uit hoe de evangeliserende dialoog met de mannen en vrouwen die tot het geloof van de Kerk willen naderen, moet worden gevoerd, waarbij een geest van begrip en van respect voor de gewetensvrijheid wordt gecombineerd met de trouw aan de geloofsschat.

Na een zorgvuldige blik op de omstandigheden waarin we leven en de overwegingen die we delen met de mensen om ons heen, zullen we zeker beter toegerust zijn om de juiste manieren te vinden om, met onze woorden en met ons leven, de christelijke boodschap en de geest van het Opus Dei over te brengen die, juist vanwege zijn seculiere aard, een brug vormt voor de dialoog op het gebied van het werk, van de gezinnen, de intermenselijke relaties, de directe omgeving, de wetenschap, kunst en politiek. Een uitgestoken hand naar allen die dichter bij de waarheid willen komen, de waardigheid van de personen en van de schepping willen bevorderen, goed willen doen, schoonheid willen scheppen.

In het kader van complexe situaties en steeds snellere veranderingen zijn de woorden van Augustinus ook vandaag nog geldig: ‘Ze zeggen dat de tijden slecht en moeilijk zijn. Laten we goed leven en de tijden zullen goed worden. Wij zijn de tijden! De tijden zijn wat wij zijn!’ (Preek 8, 8). De eerste vernieuwing die we zoeken is dus die van onszelf, van ieder van ons. Om de wereld dichter bij God te brengen, proberen we eerst zelf die nabijheid te zoeken: contemplatief te zijn in het gewone leven.

Verleden, heden en toekomst

De viering van het eeuwfeest brengt verleden, heden en toekomst samen; dankbaarheid en hoop, een smeekbede om vergeving en om genade. Aan het einde van het jubileumjaar 2000 moedigde de heilige paus Johannes Paulus II ons aan om met dankbaarheid naar het verleden te kijken, met enthousiasme het heden te beleven en hoopvol de toekomst tegemoet te zien: ‘Duc in altum’ (Apost. brief Novo Millennio Ineunte, nr. 1). Op een soortgelijke manier stelde de zalige Alvaro bij jubilea van bijzonder belang voor: 'Dank U, vergeef mij, help mij meer'. Deze uitdrukkingen kunnen dienen als inspiratie voor het eeuwfeest.

Het zal een tijd van dankbaarheid zijn: erkenning van de gave van God die ons het charisma van het Werk heeft gegeven, evenals het leven van onze stichter en de vele genaden die wij in de loop der jaren hebben ontvangen. Dankbaarheid voor alle personen die zich hebben ingespannen om deze geest in hun eigen omgeving te beleven. En ook aan de mensen en instellingen die ons hebben gesteund: ouders en families van de gelovigen van het Werk, mannen en vrouwen die met de heilige Jozefmaria hebben samengewerkt, katholieken en niet-katholieken die het Opus Dei over de hele wereld edelmoedig hebben geholpen en helpen. We willen in het bijzonder allen gedenken die gedurende deze eerste honderd jaar op enig moment in hun leven deel hebben uitgemaakt van deze familie; met hen hebben we een speciale band.

Naast een tijd van dankbaarheid zal het een tijd zijn van vragen om vergeving: voor onze persoonlijke en collectieve beperkingen, voor ons tekortschieten en voor de pijn die ieder van ons heeft veroorzaakt. De herinnering aan het verleden impliceert een herontdekking van de oorsprong en de essentie van het charisma, van zijn originaliteit en waarde. En ook een diepere kennis van onze geschiedenis, van personen en specifieke momenten, met hun licht en hun schaduw: de geschiedenis – persoonlijk of institutioneel – maakt deel uit van onze identiteit.

Tenslotte zal het een tijd van hoop zijn, met vertrouwen op de genade van God en op de actualiteit en de kracht van het charisma van het Opus Dei om de meest complexe realiteiten te verlichten, nu en in de toekomst. We vertrouwen op de kracht van de Heilige Geest, niet op onze eigen krachten. Op deze manier bereiden we ons ook voor op het kerkelijk jubileum van 2025, het eerste van het derde millennium, dat als thema heeft ‘Pelgrims van de hoop’ (Paus Franciscus, Brief aan mgr. R. Fisichella voor het jubileum van 2025, 11 februari 2022).

In deze verdieping van het charisma is er een individuele dimensie, van iedere persoon, maar er is ook een institutionele dimensie, van elk van de zeer diverse initiatieven die de leden van het Werk in de loop van de afgelopen decennia met Gods genade hebben opgezet. Het belangrijkste van deze initiatieven is dat elk ervan de drijvende kracht wil zijn om een betekenisvolle christelijke bijdrage te leveren op het eigen gebied: onderwijs, gezondheid, armoede, jeugd, gezin, communicatie, enz., en daarvoor moet het met grootmoedigheid beleefd worden om het Evangelie in de breedte en de diepte te blijven verspreiden. Moge ieder van de bij deze initiatieven betrokken personen nadenken over het doel ervan en ontdekken hoe ze de professionele en apostolische ideeën waaruit het is ontstaan nog helderder kunnen laten zien, om met hernieuwde toewijding verder te gaan, om van richting te veranderen als de sociale behoeften waardoor ze zijn ontstaan veranderd zijn, of om een fase af te sluiten die het mogelijk maakt een nieuwe fase te beginnen die meer geschikt is voor de huidige eisen van de Kerk en de samenleving.

Het gaat erom een beter begrip van onze eigen identiteit en geschiedenis te krijgen, om transparant te zijn en om ons eigen gezichtspunt te bepalen. Om dit te bereiken zal de visie van medewerkers, oud-studenten, begunstigde gezinnen en ook van het milieu waarin we werken nuttig zijn: luisteren naar de verschillende opvattingen en het iedereen mogelijk maken mee te werken aan de antwoorden op de behoeften van elk plaatselijk niveau.

Onder degenen die dat het meest nodig hebben

Het vooruitzicht van deze verjaardag opent een nieuwe mogelijkheid, zegt de Vader, om ‘Gods liefde in ons leven te herkennen en die aan de anderen te brengen, vooral aan degenen die dat het meest nodig hebben’ (Bericht, 10 juni 2021).

We vinden Christus in het geopenbaarde Woord, in de sacramenten en ook in de anderen, vooral in de armen. Paus Franciscus heeft het ons gezegd: ‘Wij zijn geroepen Christus in hen te ontdekken, hen te steunen in hun noden, maar ook om hun vrienden te zijn, naar hen te luisteren, hen te begrijpen en de mysterieuze wijsheid aan te nemen die God ons door middel van hen wil meedelen’ (apost. exh. Evangelii Gaudium, nr. 198). De heilige Jozefmaria memoreerde altijd dat hij in de armen en zieken de kracht vond om het Opus Dei vooruit te brengen en dat hij op hun gebed vertrouwde als het waardevolste gebed.

Wat onze situatie ook is, we zullen altijd behoeftige mensen om ons heen hebben. De liefde die ons beweegt om hen te zoeken is nauw verbonden met de erkenning dat ieder van ons God en de anderen nodig heeft, en met de onthechting van onze persoonlijke belangen. De armoede herinnert ons eraan dat onze schatten in God en in de relaties met andere personen te vinden zijn, en dat we, om een edelmoedig en vreugdevol bestaan te leiden, in de huidige consumptiemaatschappij allemaal daadwerkelijk onthecht van de materiële goederen moeten leven. Deze persoonlijke ervaring zal onze blik zuiveren zodat we de ander kunnen ontdekken, zoals de heilige Jozefmaria zei: ‘De armen – zei een vriend van ons – zijn het beste boek dat ik over geestelijke zaken heb en ze nemen in mijn gebed de belangrijkste plaats in. Het doet me verdriet om hen te zien en Christus zo in hen te zien. En omdat het me verdriet doet, begrijp ik dat ik van Hem houd en dat ik van hen houd’ (De Voor, nr. 827).

Door middel van ons beroepswerk – met ons gewone leven – kunnen we bijdragen aan het verspreiden van Gods liefde onder hen die dat het meest nodig hebben. De wereld van gezin, werk en sociale relaties heeft behoefte aan voorbeelden van samenwerking, wederzijdse steun en soberheid ten gunste van de anderen, onze broeders en zusters, om zo in de geest van Jezus te leven op een seculiere wijze. Onze wijze van leven is de kern van een geloofwaardige evangelisatie.

De niet eerder geziene ontwikkeling die de mensheid heeft bereikt op het gebied van technologie, economie en communicatie biedt een schat aan middelen die helpen om ongelijkheden uit te bannen en de tekorten die we ervaren te verlichten: aan voedsel, genegenheid, huisvesting, werk, onderwijs, rechten, gezondheid, vrijheid ..... We beschouwen deze tekorten als een miskenning van iets dat eigen is aan de waardigheid van de persoon en aan de juiste ordening van de samenleving. Deze individuele en sociale uitdagingen, wereldwijd en complex, vragen om een nieuwe ‘opvatting van de naastenliefde’ (apost. brief Novo Millennio Ineunte, nr. 50), die vanuit haar nabijheid met hen die lijden bijdraagt aan de integrale ontwikkeling van de persoon en zo een uitdrukking is van de persoonlijke zorg van God voor iedereen.

Onze stichter heeft altijd gezegd dat ‘een mens of een samenleving die niet reageert op noden of onrecht en zich niet inspant om ze te lenigen, geen mens of samenleving naar het Hart van Christus [is]’ (Christus komt langs, nr. 167). Ook vandaag, aan de vooravond van het honderdjarig bestaan, wordt ons ‘een speciale gelegenheid geboden om onze dienst aan de noodlijdenden op persoonlijke of collectieve wijze nieuw leven in te blazen en ons meer bewust te worden van het belang ervan in de boodschap van de heilige Jozefmaria’ (toespraak van de Prelaat van het Opus Dei op de Be to Care-dag, 29 september 2022). Deze toespraak van de Vader biedt waardevolle elementen om na te denken over wat een nieuwe opvatting van de naastenliefde inhoudt.

In deze jaren van voorbereiding op het eeuwfeest van het Werk kunnen we ons afvragen wat de sociale dimensie is van de christelijke roeping, wat de toepassing en de reikwijdte van de sociale leer van de Kerk zijn, wat de implicaties zijn van de heiliging van het werk in de opbouw van een menselijker en christelijker samenleving. We kunnen ons ook afvragen wat er na dit eeuwfeest aan solidariteit kan blijven bestaan, als een tastbare uitdrukking van de dankbaarheid die we voelen voor de gaven die we hebben ontvangen.

God maakt alle dingen nieuw (Apokalyps 21, 5)

Jullie jongeren zullen daarin een sleutelrol spelen’, heeft de Vader in zijn bericht van 10 juni 2021 gezegd. Zij zijn het die de boodschap van de heilige Jozefmaria de komende honderd jaar zullen uitdragen. ‘Alles is gedaan en alles moet nog gedaan worden’, zei de heilige Jozefmaria soms. Jeugd is niet alleen een biologisch feit. Het is een eigenschap die in de loop der tijd behouden kan worden. ‘Daarom verliezen we de moed niet; al gaat onze uitwendige mens ook ten onder, onze inwendige vernieuwt zich iedere dag’ (II Kor 4, 16). Gods genade vernieuwt ons, als we ons ervoor openstellen. En God vernieuwt de wereld, alle dingen, alle milieus, met de medewerking van christenen die ambassadeurs van zijn barmhartigheid willen zijn.

Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Opus Dei nodigde de heilige Jozefmaria ons uit tot ‘een hernieuwde trouw aan de goddelijke oproep, om midden in de wereld zaaiers van vreugde en vrede te zijn' (Kerstbrief, december 1952). Nu het eeuwfeest nadert, kunnen we de schoonheid van het stichtingscharisma herontdekken en erover nadenken, het beleven en het zowel persoonlijk als institutioneel met trouw, creativiteit en vreugde doorgeven in de huidige omstandigheden van de Kerk en de wereld. Zo beantwoorden we aan de oproep van paus Franciscus, die ons vanaf het begin van zijn pontificaat heeft uitgenodigd tot ‘een nieuwe fase in de evangelisatie die door deze vreugde wordt gekenmerkt’ (apost. Exh. Evangeli Gaudium, nr. 1).

Aan Onze Lieve Vrouw, de oorzaak van onze vreugde, en aan de heilige Jozef, het toonbeeld van trouw, vertrouwen wij ons op-weg-zijn naar het eeuwfeest toe.

Rome, 18 september 2023


[1] ‘Jozefmaria Escrivá heeft de Regionale bijeenkomsten of Werkweken in het Opus Dei ingesteld als een instrument voor bezinning, inspraak en luisterbereidheid van de leden van het Werk. Vanaf het eerste moment hadden ze een raadgevend karakter en waren ze voor iedereen een kanaal om zijn of haar eigen mening te geven over thema's die te maken hebben met de geest en met de manieren om het Opus Dei over de wereld uit te dragen’ (José Luis González Gullón, "Las semanas de trabajo en los años fundacionales", Studia et Documenta 17, 2023, blz. 268).

[2] Studia et Documenta nr. 17 (2023): 279-351 (https://www.isje.org/setd/2023/SetD-17-2023-10-CANO.pdf).

[3] Jozefmaria Escrivá, Brieven (II), Rialp Brief nr. 6.

[4] Jozefmaria Escrivá, Brieven (I), Rialp, Brief nr. 4.