“Want wij zijn gewone christenen die een normaal leven leiden”

God rukt je niet weg uit je omgeving. Hij haalt je niet uit de wereld, noch uit je milieu, je edele menselijke ambities of je beroep... Maar Hij wil wel dat je, dáár waar je bent, heilig wordt! (De Smidse, 362)

We hebben misschien al vaker over dit alles nagedacht, maar we kunnen opnieuw, vol verwondering, stilstaan bij de dertig verborgen jaren die het grootste deel uitmaken van Jezus’ leven onder zijn broeders, de mensen. Jaren in de schaduw, maar voor ons helder als het licht. Meer dan dat: stralende jaren die onze dagen verlichten en er betekenis aan geven, want we zijn gewone christenen die een leven leiden als miljoenen andere mensen op de hele wereld.

Dat was de manier waarop Jezus dertig jaar leefde, als fabri filius (Mt. 13, 55), zoon van de timmerman. Pas daarna volgden drie jaar openbaar leven in de drukte van de mensenmassa’s. En de mensen vragen zich verwonderd af: Wie is dat? Waar heeft Hij al die dingen geleerd? Hij had immers het leven geleid van de mensen van zijn streek, Hij was faber, filius Mariae (Mc. 6 3), de timmerman, de zoon van Maria. En Hij was God, die op het punt stond het menselijk geslacht te verlossen en alles naar zich toe te trekken (Joh.12, 32).

We zouden de gebeurtenissen in het leven van Jezus nooit moeten overdenken zonder ons persoonlijk aangesproken te voelen, dat geldt ook voor zijn verborgen jaren. We moeten zien wat ze zijn: een oproep van de Heer om uit ons egoïsme en onze gemakzucht te komen.

Christus komt langs, 14-15

Ontvang berichten per e-mail

email