“Neem de naastenliefde als uitgangspunt”

Neem de naastenliefde als uitgangspunt bij alles wat je doet: naastenliefde die geen grenzen kent en niemand buitensluit. Aan deze deugd zijn de leerlingen van de Meester te herkennen. Maar de naastenliefde mag je er niet toe brengen - want het zou dan geen deugd meer zijn - iets van het geloof af te zwakken, duidelijke lijnen die het definiëren, weg te halen, of het te verzachten tot het, zoals sommigen graag zouden willen, verandert in iets vormloos dat de kracht en macht van God mist. (De Smidse, 456)

De Heer heeft het initiatief genomen door naar ons toe te komen. Hij heeft ons dit voorbeeld gegeven, opdat wij ons met Hem erop toeleggen de anderen te dienen, opdat wij —ik zeg het nog maar eens— ons hart met een ruim gebaar op de grond leggen, zodat anderen het als een zacht tapijt onder hun voeten voelen en hun strijd een zoete strijd wordt. Dat is, hoe wij ons moeten gedragen, omdat wij tot kinderen van dezelfde vader gemaakt zijn, van de Vader die niet geaarzeld heeft ons zijn welbeminde Zoon over te leveren.

Liefde is niet een maaksel van onszelf, zij wordt ons ingestort met de genade van God: omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad (1 Joh 4, 10). Het is goed, dat wij doordrongen raken van deze wonderschone waarheid: “als wij God kunnen liefhebben, is dat omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” U en ik verkeren in de omstandigheid rijkelijk blijk te kunnen geven van onze genegenheid jegens de mensen om ons heen, wij zijn immers geboren in het geloof door de liefde van de Vader. Vraag de Heer vol overmoed om deze schat, deze bovennatuurlijke deugd van liefde om haar tot in de kleinste kleinigheid te beoefenen.

Het is vaak voorgekomen dat wij christenen niet aan deze deugd wisten te beantwoorden. Soms hebben wij haar verlaagd, alsof een zielloze, kille aalmoes alles zou zijn. Andere keren hebben wij haar gereduceerd tot een min of meer formele liefdadigheid. Deze misvatting werd eens door een zieke vrouw vol berusting onder woorden gebracht: hier gaan ze 'met liefde' met me om, maar mijn moeder verzorgde me 'uit liefde'. De liefde die voortspruit uit het Hart van Christus, biedt geen ruimte voor dergelijke onderscheidingen.

Vrienden van God, 228, 229

Ontvang berichten per e-mail

email