“Hoe staat het met je bewustzijn van Gods tegenwoordigheid?”

Je hebt geen innnerlijk leven: omdat je in je gebed niet de zorgen van de mensen om je heen en hun zieleheil betrekt; omdat je niet je best doet om de zaken duidelijk voor je te zien en concrete voornemens te maken en ten uitvoer te brengen; omdat je geen bovennatuurlijke visie hebt op je studie, je werk, je gesprekken, je omgang met anderen. Hoe staat het met je bewustzijn van Gods tegenwoordigheid, want dat moet toch het gevolg en de uiting van je gebedsleven zijn? (De Voor, 447)

Telkens als we in ons binnenste het verlangen voelen onszelf te verbeteren, met meer edelmoedigheid te beantwoorden aan wat de Heer van ons vraagt, elke keer als we een gids, een heldere ster zoeken om ons de weg te wijzen tot een christelijk leven, brengt de Heilige Geest ons deze woorden uit het evangelie in herinnering: Hij leerde hun in een gelijkenis dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen (Luc 18, 1). Het gebed is het fundament van alle bovennatuurlijke arbeid. Met het gebed kunnen we alles. En als we aan dit middel geen aandacht schenken, bereiken we niets.

Ik zou willen dat we bij de meditatie van vandaag eens en voor al overtuigd raken van de noodzaak ons erop te richten contemplatief te zijn in de wereld, gewoon op straat, bij het werk. We moeten een gesprek met God gaande houden, dat in de loop van de dag niet mag verflauwen. Als we loyaal in de voetstappen van de Meester willen treden, is dat de enige weg.

Het is van belang —neem me niet kwalijk dat ik erop blijf hameren— dat wij onze ogen gericht houden op de voetsporen van de Messias, want Hij is gekomen om ons de weg te wijzen die naar de Vader voert. Samen met Hem zullen we ontdekken hoe we een bovennatuurlijke dimensie kunnen geven aan activiteiten die naar de schijn juist heel onbeduidend zijn. We zullen leren in elk moment van ons leven de eeuwigheid te laten doorklinken. En met een grotere diepgang zullen we begrijpen, dat het schepsel die ogenblikken van intiem gesprek met God nodig heeft: om iets tegen Hem te zeggen, Hem aan te roepen, Hem te loven, om uit te barsten in dankbetuigingen, om naar Hem te luisteren of eenvoudigweg om bij Hem te zijn.

Vrienden van God, 238-239

Ontvang berichten per e-mail

email