Werk veranderen in gebed

Al Byrne, die voor het IFSC in Dublin werkt, werd door The Irish Catholic geïnterviewd over hoe hij God vindt in zijn dagelijks werk, in de geest van Opus Dei

Voor de meesten lijkt er niets verder uit elkaar te kunnen liggen dan de moderne kantoren van Citibank en de nederige timmermanswerkplaats van Christus, Al Byrne vertelt me dat ze in werkelijkheid één en dezelfde plaats zijn voor iemand die probeert te leven in navolging van Christus.

"Ik zie dat we door te werken deel kunnen hebben aan de scheppende kracht van Christus, de scheppende kracht van God. Dus, je bent medescheppend, je bent in feite die tijd aan het herleven dat Christus als timmerman in de werkplaats was - proberend om de manier waarop hij werkt na te bootsen. En je probeert het om te zetten in een offer en dat offer, dat werk dat we doen, te verenigen met het offer van de Mis, snap je? Het is Christus die zichzelf aan ons geeft en wij kunnen ons werk aan hem geven," vertelt hij aan The Irish Catholic.

Een aardse spiritualiteit die in Ierland niet vaak aan bod komt, maar wel typerend is voor waar Al vandaan komt. "Ik moet zeggen dat het vooral mijn ouders zijn. Het is aan mij doorgegeven door mijn ouders. 90% van de verantwoordelijkheid ligt bij hen... ze hebben het geweldig gedaan. Een van de dingen die ik daarover moet zeggen, wat me echt heeft geholpen, die het voor mij echt écht hebben gemaakt, was dat mijn ouders echt hebben gebeden. Als kind herinner ik me dat ik mijn beide ouders 's morgens vroeg, of in ieder geval voor mij vroeg destijds, door de week en in het weekend, in stilte in de zitkamer zag zitten, een half uur aan een stuk of langer. Gewoon in gebed. Het voegt een beetje realiteit toe aan het hele geloofssysteem. Het is niet alleen maar praten over kerkgedoe of naar de Mis moeten gaan, het volgen van tradities - er is wat ruggengraat. Het is iets inspirerends, een manier van leven.

"Het was een zeer materiële spiritualiteit, dus wat ik daarmee bedoel is dat het echt werd weerspiegeld in het dagelijks leven, weet je? Het is behoorlijk ingebed in de geest van Opus Dei, om het dagelijks leven te heiligen. Het was het doorgeven van juist dat - ons aanmoedigen om dingen goed te doen, om onze kamer op te ruimen, om tijd aan studie te besteden. Dus wat elke verantwoordelijke ouder zou doen, maar er zat altijd een spirituele dimensie aan", zegt hij.

Na door zijn ouders te zijn ingewijd in het stevige fundament van God, ondervond Al alsnog de uitdagingen die alle jonge mensen te wachten staan:

"Door hen ben ik er echt in gegroeid. Daarna, in de verschillende fasen van mijn leven, mijn tienerjaren, naar de universiteit gaan, denk ik dat ik dit opnieuw voor mezelf ging doornemen.

Het was een voortdurende vernieuwing, je vernieuwt jezelf door crises, toch? Door dingen te bevragen, want ik ging natuurlijk naar een katholieke school, en zeker niet elk kind in mijn klas had een goede katholieke achtergrond of geloofde per se, maar een groot aantal onder hen wel, dus er was een goed ondersteunend netwerk. Maar als je naar de universiteit gaat, verdwijnt dat min of meer en dan moet je echt een goede ruggengraat hebben, want als de maatschappij ertegen is, of als de maatschappij er niet in lijkt mee te gaan, dan moet je een solide reden hebben om erin te geloven, vooral als het zoveel inspanning vergt."

De inspanning waarover hij spreekt is dezelfde als die waarover G.K. Chesterton sprak, die de beroemde uitspraak deed: “Het christelijke ideaal is niet op de proef gesteld en mislukt. Echter, het wordt moeilijk geacht; en onbeproefd gelaten.” Om het geloof te laten bloeien buiten een kerk, op het werk, in het gezinsleven, onder mensen die het niet met je eens zijn, is volgens Al een kijk op Christus nodig die minder verkend is.

"Christus leren kennen in zijn mens-zijn ... ik denk dat dat de sleutel is. Dat was destijds een grote ontdekking voor mij. Het was niet zo dat God alleen maar een opperwezen is dat niet tastbaar is ... hij neemt ons vlees aan, hij neemt onze zwakheden aan en overwint ze en dan weet ik het niet, ik begon in Christus een persoon te zien met worstelingen maar die ze overwonnen heeft. En dat is inspirerend. Het inspireert je om dingen te willen overwinnen omdat er die persoon is waar je tegenop kijkt die dat al gedaan heeft."

Op die manier ziet Al zich comfortabel naast Christus zwoegen in de verhitte kantoren van de investeringsbank. Alle spanningen en worstelingen van onze meest alledaagse realiteiten zijn er om getransformeerd te worden voor hen die God kennen en liefhebben.

"Ik denk dat de sleutel voor mij is dat ik ernaar streef om werk om te zetten in gebed en dat doe ik door eerst te begrijpen wat bidden is. Bidden is je leven richten op God, om te groeien in liefde. Hem een beetje beter leren kennen en meer op Hem gaan lijken, want verbondenheid met de persoon maakt dat je op de persoon gaat lijken. Van je werk een gebed maken is proberen de deugden uit te leven, proberen je werk te doen, natuurlijk met de bedoeling het aan God aan te bieden, maar ook proberen mettertijd onze intenties te zuiveren, want er is altijd een verleiding, die redelijk is, om het goed te willen doen, of om er goed uit te willen zien voor je baas, en dat is allemaal eerlijk en goed en prima, maar dat zou waarschijnlijk niet de uiteindelijke reden moeten zijn waarom we proberen ons werk goed te doen, waarom we zoveel tijd van onze dag daar willen doorbrengen, snap je?"

Door dit voorbeeld is de hoop dat zijn collega's gaan inzien dat God niet beperkt is tot de gebouwen die in zijn naam zijn opgericht, maar juist overal te vinden is. Zelfs op het werk, waar ze Hem het minst verwachten.

Jason Osborne

The Irish Catholic (3 december 2020). Met toestemming heruitgegeven.