De goddelijke deugd van de liefde toont zich uiteraard als de meest verheven deugd; maar de kuisheid is een middel 'sine qua non', een noodzakelijke voorwaarde om dit intieme gesprek met God aan te knopen. Wie geen moeite doet haar te bewaren, wie er niet voor strijdt, eindigt als een blinde. Hij ziet niets, omdat de vleselijke mens de zaken die van de Geest van God komen, niet waarneemt (1 Kor 2, 14).
Wij willen zien met reine blik, bezield door de prediking van de Meester: Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien (Mat 5, 8). De Kerk heeft deze woorden altijd voorgehouden als een aansporing tot kuisheid. “Zij die een volledig zuiver geweten hebben en zij die de kuisheid beminnen —zegt de heilige Johannes Chrysostomus— houden een gezond hart. Geen enkele deugd is zo noodzakelijk als deze om God te kunnen zien” (H. Johannes Chrysostomus, In Matthaeum homiliae, 15, 4 (PG 57, 227)).
Vrienden van God, 175