“Wij willen zien met reine blik”

Hoe mooi is de heilige zuiverheid! Maar ze is niet heilig, noch aangenaam aan God, als we haar scheiden van de naastenliefde. De naastenliefde is een zaad, dat door het water van de zuiverheid zal groeien en de sappigste vruchten zal dragen. Zonder naastenliefde is de kuisheid onvruchtbaar, en veranderen haar steriele wateren de zielen in modderpoelen en moerassen, waaruit de stank van de hoogmoed opstijgt. (De Weg, 119)

De goddelijke deugd van de liefde toont zich uiteraard als de meest verheven deugd; maar de kuisheid is een middel 'sine qua non', een noodzakelijke voorwaarde om dit intieme gesprek met God aan te knopen. Wie geen moeite doet haar te bewaren, wie er niet voor strijdt, eindigt als een blinde. Hij ziet niets, omdat de vleselijke mens de zaken die van de Geest van God komen, niet waarneemt (1 Kor 2, 14).

Wij willen zien met reine blik, bezield door de prediking van de Meester: Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien (Mat 5, 8). De Kerk heeft deze woorden altijd voorgehouden als een aansporing tot kuisheid. “Zij die een volledig zuiver geweten hebben en zij die de kuisheid beminnen —zegt de heilige Johannes Chrysostomus— houden een gezond hart. Geen enkele deugd is zo noodzakelijk als deze om God te kunnen zien” (H. Johannes Chrysostomus, In Matthaeum homiliae, 15, 4 (PG 57, 227)).

Vrienden van God, 175

Ontvang berichten per e-mail

email