“Laten we vroom zijn als kinderen”

Toen ik daarnet heel mijn ellende overwoog, heb ik U, Jezus, gezegd: laat U door uw kind voor de gek houden, zoals goede, toegeeflijke vaders doen, die hun kind het cadeautje in de hand stoppen dat het hun daarna zal geven..., omdat ze heel goed weten dat het kind niets heeft. En wat een plezier hebben vader en kind, ook al zitten beiden in het complot! (De Smidse, 195)

Door een leven van gebed en boete en door het besef van ons goddelijk kindschap worden wij omgevormd tot diepgelovige christenen en zijn we als kinderen tegenover God. De vroomheid is een deugd van kinderen. Als een kind zich wil toevertrouwen aan de armen van zijn vader, dan moet het zich klein en hulpbehoevend weten. Ik heb dikwijls gemediteerd over dit leven van geestelijk kind zijn. Het is niet de tegenpool van sterkte, want er is een sterke wil, rijpheid en een vastberaden en open karakter voor nodig.

We moeten dus vroom zijn als kinderen, maar niet onwetend. Ieder van ons moet naar best vermogen het geloof serieus en wetenschappelijk bestuderen. En wat is dat anders dan theologie? En het resultaat daarvan is de vroomheid van kinderen en de grondige leer van theologen. Onze inspanning om ons die theologische kennis – de goede en grondige christelijke leer – eigen te maken, komt allereerst voort uit het verlangen om God te kennen en lief te hebben, maar ook uit de belangstelling om de wereld, die het werk van de Schepper is, diepgaand te begrijpen. Steeds weer zijn er mensen die met het zo vaak gebruikte argument aankomen dat geloof en wetenschap, menselijke intelligentie en goddelijke openbaring, onverenigbaar zouden zijn. Ze kunnen alleen maar schijnbaar onverenigbaar zijn; dat gebeurt wanneer men de werkelijke inhoud van het vraagstuk niet begrijpt.

Als de wereld uit de handen van God is voortgekomen, als Hij de mens naar zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen (Gen. 1, 26) en als Hij hem een vonkje van zijn licht heeft geschonken, dan is het aan de mens om – al kan dat nog zo moeilijk zijn – met zijn verstand de goddelijke zin te achterhalen die de dingen van nature hebben. En in het licht van het geloof kunnen we door de werking van de genade ook hun goddelijke zin begrijpen. We hebben geen enkele reden om bang te zijn voor de wetenschap aangezien ieder wetenschappelijk onderzoek, als het echt wetenschappelijk is, in de richting van de waarheid gaat. En Christus heeft gezegd:Ego sum veritas (Joh. 14, 6), Ik ben de waarheid.

Christus komt langs, 10

Ontvang berichten per e-mail

email