Waarom ik achterstandsjongeren help

Frédéric Prat, afgestudeerd aan de École Centrale van Lyon en de École des Mines in Parijs, is 39 en lid van het Opus Dei. Hij legt uit waarom hij een project van buitenschoolse opvang in Marseille heeft opgezet.

Hoe hebt u het Opus Dei leren kennen?

Ik zat in een voorbereidingsklas op het toelatingsexamen voor de École des Mines toen een vriend mij vroeg of ik gelovig was. Ik heb met overtuiging ja geantwoord, want ik ging elke zondag naar de Mis. Hij nodigde me toen uit voor een meditatiebijeenkomst. Ik ging daar echter niet op in. Ik zag het nut niet om meer voor God te doen. Een paar maanden later veranderde ik van gedachte. Ik zocht niets bepaalds, maar ik was nieuwsgierig naar wat het Opus Dei was.

Wat heeft u aangesproken?

Ik heb de betekenis van werk en studie ontdekt en zijn samenhang met het christelijk leven. Ook het belang ervan, niet alleen om over te gaan naar een volgend studiejaar, maar als gelegenheid om God te kunnen vinden.

U woont in Marseille en hebt daar de vereniging “Jongeren Plus” opgericht. Waarom?

Na een proefschrift bij de École des Mines in Parijs over de veroudering van bepaalde materialen in kerncentrales, ben ik in het onderwijs gaan werken. De ervaring op een middelbare school heeft me de moeilijkheden laten zien van jongeren uit achtergestelde sociale kringen. Een wereld ging voor me open bij het geval van een bijzonder getalenteerde leerling die bij elke overhoring ziek was. Zijn vader beschouwde hem als een nietsnut en hij voelde zich geminacht als hij geen uitstekend cijfer had. We hebben hier als leerkrachten met elkaar over gesproken maar zonder oplossing, want we hadden geen contact met de familie. Dit heeft me op het idee gebracht om zelf iets te gaan doen.

Wat is Jongeren Plus?

Dat zijn 100 leerlingen en 60 mentoren die elkaar elke week ontmoeten voor ongeveer een uur studiebegeleiding. Deze frequentie zorgt ervoor dat de jongere niet afhankelijk wordt maar zijn zelfstandigheid ontwikkelt. Onze klaslokalen staan in een wijk van Marseille die in werkelijkheid – maar niet in de media – moeilijk is: werkloosheid, zittenblijven op school, losse sociale verhoudingen. Ons doel is om elke leerling uit het hoofd te praten dat hij niet zou kunnen slagen. Velen van hen passen eenvoudig niet in een uniform onderwijssysteem. Ze moeten geholpen worden om weer vertrouwen in zichzelf te krijgen. Alleen al omdat een oudere zich met hen bezig houdt voelen de jongeren zichzelf in de achting van anderen stijgen. En dat lost veel problemen op.

In hoeverre is uw lidmaatschap van het Opus Dei van invloed op deze onderneming?

Het Opus is de drijvende kracht voor wat ik doe. Het moedigt me aan om gevoeliger te zijn voor anderen. Op veel plaatsen heb ik sociale initiatieven leren kennen en ik droomde ervan er zelf een op te zetten. Bij bestaande initiatieven viel het me op dat de begunstigden meer prijs stelden op de vriendschap en interesse van de leden van het Opus Dei dan op de technische aspecten van de onderneming. Ik begreep dat je met de geest van het Opus Dei oplossingen kon aandragen zonder een expert te zijn.

Wat wilt u bereiken?

Ik wil dat iedereen zijn intellectuele capaciteiten benut. Het lijkt me van groot belang om in onderwijs te investeren. Daarmee leer je jongeren zelfstandig te denken, zodat ze niet alleen maar overnemen wat anderen voorkauwen. Je moet ze behoeden voor vervreemding. Ze kunnen dan door eigen redenering tot God komen, die het ultieme geluk geeft. En dat begint met het slagen voor hun examens. Kort samengevat: mijn zorg is om het dagelijkse leven van jongeren te verbeteren.

U spreekt over godsdienst. Welke plaats heeft dit in uw programma?

De godsdienstige achtergrond bepaalt niet of we een leraar aannemen. We vragen hem alleen om aandacht te hebben voor de anderen en de eigen godsdienst niet op te dringen. Ons publiek weerspiegelt de wijk waarin we actief zijn: we werken meer met moslims dan met joden of christenen.

Maar is uw onderneming niet christelijk?

Ze heeft vooral een menselijk karakter. Maar het is waar dat de vorming zoals ik die voor ogen heb, berust op een christelijke visie, op een mensbeeld dat de jongere beschouwt als een persoon en niet als een pakket hersenen dat gevuld moeten worden of als een consument.

Krijgt u subsidie?

Ja, van de gemeente Marseille en van de Departementsraad. Maar we komen veel geld en vrijwilligers tekort.

Kunt u ons een voorbeeld geven van een behaald resultaat?

Een kind had beide ouders verloren, zijn tante was ziek en de grootmoeder uit zicht. Men kon niets uit hem halen en de leraren wisten zich geen raad. Na twee maanden bij Jongeren Plus is hij weer “op gang gekomen”, alleen omdat iemand zich met hem bezig hield. Voor de directrice van de school was het een wonder. Het is een bijzonder geval maar het kan helpen om onze inzet te begrijpen.