Van uitdaging tot uitdaging

Afgelopen zomer is Reshma Krop op survival vakantie geweest en is zij naar Polen afgereisd via het jeugdwerk van het Opus Dei om daar vrijwillig te helpen bij de dagelijkse verzorging van geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen.Twee totaal verschillende ervaringen. Hier volgt haar verhaal.

Abseilen

Best hoog als je op een rots met een hoogte van 30 meter staat en een man naast je zegt “Laat je maar rustig vallen hoor, ik heb je vast”. Dan denk je bij jezelf, jij hebt makkelijk praten, voor mij is het de eerste keer dat ik van een rots abseil. Maar toen ik eenmaal aan zo’n touwtje hing en van het uitzicht om mij heen kon genieten, vond ik het helemaal geweldig. Mijn survival vakantie in Zuid-Frankrijk deze zomer was een hele uitdaging en ik ben weer een ervaring rijker.

Vrijwilligerswerk

Na een reis van 20 uur met de trein, waarin we drie keer moesten overstappen met een bagage bestaande uit 19 koffers (voornamelijk gevuld met speelgoed dat wij van collega’s, vrienden, etc. hadden meegekregen), arriveerden wij uiteindelijk in Krakau (Polen). Hier aangekomen vernamen wij dat de gezinnen met kinderen die aan een spierziekte lijden, die wij zouden ondersteunen, al verdeeld waren over een groep Spaanse studenten. Wij kregen daarom een weeshuis met verstandelijk en lichamelijk gehandicapte jongens toegewezen. In eerste instantie had ik liever de gezinnen bezocht, maar achteraf gezien had ik niets liever willen doen. Dit omdat de kinderen in de gezinnen uiteraard ook hulp nodig hebben, maar niet zo hard als de kinderen die de liefde van hun ouders moeten missen.

Gedurende ons tiendaagse verblijf in Polen verbleven wij in een klooster. Op onze eerste dag namen wij de bus, om vervolgens om 9 uur op ons ‘werk’ te arriveren. Daar aangekomen werden wij verdeeld over de verschillende afdelingen. Bij het zien van de afdeling waar ik die dag ondersteuning zou bieden, werd ik even helemaal stil. Er zaten en lagen daar tien jongens, in de leeftijd van 16 tot 34 jaar, mij aan te kijken. Ik was net zo onder de indruk als zij, want ik was nog nooit zo direct geconfronteerd geweest met zowel zwaar verstandelijk als lichamelijk gehandicapten.

Bijgekomen van de eerste schrik, kreeg ik vervolgens een bekertje water met een tandenborstel in mijn handen. Het was de bedoeling dat ik de tanden van één van de jongens ging poetsen. Gezien het feit dat ik een lichte vorm van smetvrees heb, vond ik dit in eerste instantie doodeng. Ik dacht ik zie mezelf echt niet alleen zo’n jongen vasthouden en een tandenborstel in de mond stoppen.

Op dat moment bekroop mij dezelfde angst, als toen ik op een rots van 30 meter hoog stond en mezelf moest laten vallen. Ik vroeg mezelf af, durf ik dit wel en ben ik hier wel op de juiste plek. Maar ik had niet voor niets 20 uur in de trein gezeten. Ik was hier naartoe gekomen met een doel. Namelijk ondersteuning bieden bij de verzorging van deze kinderen en een ervaring rijker worden. Iemand bood mij aan om te helpen met de eerste jongen. Toen ik mezelf als het ware had laten vallen ging het mij steeds makkelijker af. Op een gegeven moment kijk je door de handicap heen. Je ziet dan een kind dat net als ieder ander kind liefde nodig heeft.

De overige dagen heb ik mij ontfermd over de jongere kinderen. Zij waren lichamelijk minder zwaar gehandicapt dan de oudere jongens. Op deze afdeling verbleven twintig kinderen die allemaal een ander soort handicap hadden. Zo waren er jongens met het syndroom van Down, autistische jongens en doofstomme jongens. Alle kinderen waren op hun eigen manier even lief, maar één jongetje heeft mijn hart gestolen. Zijn naam is Adam en hij is doofstom. Adam is snel van begrip en erg leergierig. Het afscheid van deze jongen heeft op mij een grote indruk gemaakt. Al meerdere malen had ik hem gedag gezegd, maar telkens móest ik nog even terug om hem nog een laatste knuffel te geven. Op de laatste dag duwde Adam mij van zich af en liep boos en huilend weg. Op dat moment realiseerde hij zich dat ik niet meer terug zou komen.

Ieder kind heeft zijn eigen aangrijpende verhaal, dat ik graag aan jullie zou willen vertellen. Helaas is daar in dit artikel geen ruimte voor. Wel zou ik willen zeggen dat het een geweldige uitdaging en ervaring is geweest die ik voor geen goud had willen missen. Er is niets mooier dan een kind gelukkig te maken met een knuffel of een kus. We mogen God wel dankbaar zijn dat we gezond zijn. Wat maken we ons toch vaak druk over onnodige dingen ...

Reshma Krop (23) is studente Communicatie Management aan de Hogeschool Utrecht en werkt één dag per week bij de Rabobank op afdeling Marketing. ‘Op de bank’ is het personeelsblad voor medewerkers van de Rabobank Amsterdam en Omstreken.

Reshma Krop // Op de bank