Paus Franciscus over “het wonderschone teken van de kerststal”

Apostolische brief paus Franciscus over de betekenis en de waarde van de kerststal. “Het kerststalletje maakt deel uit van het zoete en veeleisende proces van geloofsoverdracht”

En we ontdekken dat Hij zozeer van ons houdt dat Hij zich bij ons voegt, opdat ook wij ons met Hem kunnen verenigen.

1. Het wonderschone teken van de kerststal dat zo gewaardeerd wordt door het christenvolk, zorgt altijd voor verbazing en verwondering. De uitbeelding van de gebeurtenis van Jezus' geboorte staat gelijk aan de verkondiging van het mysterie van de Menswording van Gods Zoon met eenvoud en vreugde. De kerststal is in feite als een levend Evangelie dat oprijst uit de pagina's van de Heilige Schrift. De aanschouwing van de Geboortescène nodigt ons uit om onszelf geestelijk op de weg te begeven, aangetrokken door de nederigheid van Hem die mens is geworden om iedere mens te vinden. En we ontdekken dat Hij zozeer van ons houdt dat Hij zich bij ons voegt, opdat ook wij ons met Hem kunnen verenigen.

Met deze brief wil ik de prachtige traditie van onze gezinnen aanmoedigen die in de dagen voor Kerstmis de kerststal voorbereiden, evenals de gewoonte om het op werkplekken, op scholen, in ziekenhuizen, in gevangenissen, op pleinen te plaatsen... Het is waarachtig een oefening in creatieve verbeelding, waarbij de meest uiteenlopende materialen worden gebruikt om kleine meesterwerken vol schoonheid te scheppen. Van kindsbeen af leren zo de kinderen: als vader en moeder, samen met de grootouders, deze vreugdevolle traditie overbrengen die een rijke volk-spiritualiteit in zich bevat. Ik hoop dat deze praktijk nooit verzwakt; bovendien vertrouw ik erop dat, waar het in onbruik zou zijn geraakt, het zal worden herontdekt en nieuw leven wordt ingeblazen.

Gelegd in de kribbe, werd hij tot voedsel voor ons

2. De oorsprong van de kribbe vindt bevestiging vooral in enkele details van de Evangelies over de geboorte van Jezus in Bethlehem. De evangelist Lucas zegt eenvoudig dat Maria "haar eerstgeboren zoon baarde, hem in doeken wikkelde en hem in een kribbe legde, omdat er geen plaats was voor hen in de herberg" (2,7). Jezus werd in een kribbe gelegd; dat woord komt uit het Latijn: praesepium (in het Italiaans presepio, noot vertaler).

De Zoon van God die in deze wereld komt, vindt een plek waar dieren gaan eten. Het stro wordt het eerste bed voor Hem die zichzelf zal openbaren als "het brood dat uit de hemel neerdaalt" (Joh 6,41). Het is een symboliek die de heilige Augustinus, tezamen met andere Kerkvaders, had begrepen toen hij schreef: "Gelegd in de kribbe, werd hij tot voedsel voor ons" (Serm. 189,4). Eigenlijk bevat de kerststal verschillende mysteries van het leven van Jezus en zorgt dat we deze dicht bij ons dagelijks leven ervaren.

De mensen die aankwamen toonden een onbeschrijfelijke vreugde voor de kerstscène, zoals ze nog nooit eerder hadden ervaren.

Maar keren we terug naar de oorsprong van de kerststal zoals we die begrijpen. We verplaatsen ons in de geest naar Greccio, in de Reatino-vallei; daar hield de heilige Franciscus stil, waarschijnlijk komende uit Rome, waar hij op 29 november 1223 de bevestiging van zijn Regel had ontvangen van paus Honorius III. Na zijn reis naar het Heilig Land herinnerden die grotten hem op een bijzondere manier aan het landschap van Bethlehem. Het is mogelijk dat de Poverello in Rome onder de indruk was geraakt in van de mozaïeken in de basiliek van Heilige Maria de Meerdere die de geboorte van Jezus voorstellen, juist op de plaats waar volgens een oude traditie de planken van de kribbe worden bewaard.

De Fonti Francescane verhalen in detail over wat er in Greccio plaats vond. Vijftien dagen voor Kerstmis riep Franciscus een man uit die plaats, genaamd Giovanni, en vroeg hem te helpen een wens in vervulling te brengen: “Ik wil de herinnering vieren van het Kind dat in Bethlehem is geboren en ik wil op een of andere wijze voor mijn ogen zien wat hij leed als weerloos kind, hoe hij in de kribbe werd gewiegd en hoe hij op stro werd gelegd te midden van de os en de ezel”.[1] Zodra hij hem aangehoord had, ging die goede en trouwe man snel heen en bereidde op de aangewezen plaats voor wat de heilige had aangeduid. Op 25 december arriveerden veel broeders uit verschillende plaatsen in Greccio, evenals mannen en vrouwen van de boerderijen in de streek, die bloemen en fakkels brachten om die heilige nacht te verlichten. Toen Franciscus arriveerde, vond hij de kribbe met stro, de os en de ezel. De mensen die aankwamen toonden een onbeschrijfelijke vreugde voor de kerstscène, zoals ze nog nooit eerder hadden ervaren. Toen vierde de priester plechtig de Eucharistie voor de kerststal en toonde hij het verband tussen de Menswording van de Zoon van God en de Eucharistie. Bij die gelegenheid waren er in Greccio geen figuren: de kerststal werd gevormd en beleefd door alle aanwezigen.[2]

Zo ontstond onze traditie: allen rond de grot en vervuld van vreugde, zonder enige afstand tussen de gebeurtenis die zich voltrekt en wie deelneemt aan het mysterie. De eerste biograaf van de heilige Franciscus, Thomas van Celano, herinnert zich dat die nacht het geschenk van een prachtig visioen werd gevoegd bij de eenvoudige en ontroerende scène: een van de aanwezigen zag kind Jezus zelf in de kribbe liggen. Van dat stalletje van Kerstmis 1223 “keerden allen naar huis terug vol van vreugde”.[3]

In het bijzonder is de kribbe vanuit zijn Franciscaanse oorsprong een uitnodiging om de armoede te "voelen", "aan te raken", die Gods Zoon voor zich koos in zijn Menswording.

3. Heilige Franciscus verrichtte een groot werk van evangelisatie met de eenvoud van dat teken. Zijn onderricht is de harten van de christenen binnen gedrongen en blijft tot op de dag van vandaag een authentieke manier om met eenvoud de schoonheid van ons geloof te voor te stellen. Aan de andere kant drukt de plek zelf waar de eerste kerststal werd uitgebeeld dezelfde gevoelens uit en roept ze op. Greccio is een toevluchtsoord geworden voor de ziel die zich verbergt in de rots om zich in stilte te laten hullen.

Waarom wekt de kerststal verwondering op en ontroert ze ons? Ten eerste, omdat zij de tederheid van God toont. Hij, de Schepper van het universum, vernedert zich tot onze kleinheid. Het geschenk van het leven, altijd mysterieus voor ons, fascineert ons nog meer, gezien het feit dat Degene die uit Maria is geboren, de bron en bescherming van elk leven is. In Jezus heeft de Vader ons een broeder gegeven die ons komt zoeken als we gedesoriënteerd zijn en onze koers verliezen; een trouwe vriend die altijd dicht bij ons staat; Hij heeft ons zijn Zoon gegeven om ons te vergeven en ons uit de zonde op te richten.

De voorbereiding van de kribbe in onze huizen helpt ons om de geschiedenis die in Bethlehem plaats vond, opnieuw te beleven. Natuurlijk zijn de Evangelies altijd de bron die het mogelijk maakt om die gebeurtenis te kennen en te overwegen; niettemin helpt de weergave ervan in de kerststal ons om de scènes voor te stellen, ze stimuleert de genegenheid, nodigt ons uit om ons betrokken te voelen bij de heilsgeschiedenis, tijdgenoten van de gebeurtenis die tot leven wordt gebracht in de meest uiteenlopende historische en culturele contexten.

In het bijzonder is de kribbe vanuit zijn Franciscaanse oorsprong een uitnodiging om de armoede te "voelen", "aan te raken", die Gods Zoon voor zich koos in zijn Menswording. En zo vormt ze impliciet een oproep hem te volgen op het pad van nederigheid, armoede, de onthechting, die van de grot van Bethlehem naar het Kruis voert. Ze is een roep om Hem te vinden en Hem te dienen met barmhartigheid in de meest behoeftige broeders en zusters (vgl. Mt 25,31-46).

4. Ik wil nu de verschillende tekens van de kerststal bespreken om de betekenis ervan te begrijpen. Eerst beschouwen we de context van de sterrenhemel in de duisternis en de stilte van de nacht. We doen dat op deze manier, niet alleen om trouw te zijn aan de Evangelieverhalen, maar ook vanwege de betekenis die het heeft. Bedenken we hoe vaak de nacht ons leven omgeeft. Welnu, zelfs op die momenten laat God ons niet alleen, maar is Hij aanwezig om de beslissende vragen over de zin van ons bestaan te beantwoorden: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waarom ben ik nu geboren? Waarom bemin ik? Waarom lijd ik? Waarom zal ik sterven? Om deze vragen te beantwoorden, werd God mens. Zij nabijheid brengt licht in de duisternis, en verlicht hen die door de duisternis van het lijden gaan (vgl. Lc 1,79).

Ook de landschappen die deel uitmaken van de kerststal en die vaak de ruïnes van oude huizen en paleizen voorstellen, verdienen vermeld te worden. In sommige gevallen vervangen zij de grot van Bethlehem en worden tot verblijfplaats van de Heilige Familie. Deze ruïnes lijken te zijn geïnspireerd door de Legenda aurea van de dominicaan Jacobus van Varazze (13e eeuw), waarin een heidense overtuiging wordt verhaald volgens welke de Tempel van de Vrede in Rome zou instorten wanneer een Maagd zou baren. Deze ruïnes zijn vooral het zichtbare teken van de gevallen mensheid, van alles wat in puin ligt, wat bedorven en terneergeslagen ligt. Deze scène vertelt dat Jezus de nieuwheid is te midden van een oude wereld, en dat Hij is gekomen om te genezen en te herbouwen, om de oorspronkelijke pracht in ons leven en de wereld te herstellen.

5. Hoeveel enthousiasme moet ons vergezellen als we de bergen, de bergstromen, de schapen en de herders in de kerststal plaatsen! Zo herinneren we ons, zoals de profeten aankondigden, dat de hele schepping deelneemt aan het feest van de komst van de Messias. De engelen en de ster zijn het teken dat ook wij geroepen zijn om op weg te gaan naar de grot en de Heer te aanbidden.

“Laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt” (Lc 2,15), zo zeiden de herders na de aankondiging van de engelen. Het is een zeer fraaie onderrichting die wordt getoond in de eenvoud van de beschrijving. In tegenstelling tot zoveel mensen die duizend andere dingen willen doen, worden de herders de eerste getuigen van het wezenlijke, dat wil zeggen van het heil dat hun wordt aangeboden.

Het zijn de nederigsten en de armsten die de gebeurtenis van de Menswording weten aan te nemen. De herders beantwoorden aan de God die op ons toekomt in het Kind Jezus, door naar Hem toe te gaan voor een ontmoeting van liefde en aangename verwondering. Deze ontmoeting van God met zijn kinderen, dankzij Jezus, is wat leven geeft aan onze godsdienst en haar unieke schoonheid bepaalt, en die op een bijzondere manier schittert in de kerstkribbe.

Bij de geboorte in de stal begint God zelf de enige ware revolutie (...): de revolutie van liefde, de revolutie van tederheid.

6. We hebben de gewoonte veel symbolische figuren in onze kerststal op te nemen, vooral die van bedelaars en mensen die geen andere overvloed kennen dan die van het hart. Ze staan ook dicht bij het kind Jezus op eigen titel, zonder dat iemand ze weg kan wegsturen van een wieg die zo geïmproviseerd is dat de armen er omheen helemaal niet uit de toon vallen. In feite zijn de armen bevoorrecht in dit mysterie en vaak ook degenen die beter in staat zijn Gods aanwezigheid in ons midden te erkennen.

De armen en de eenvoudigen in de kerststal herinneren zich dat God mens wordt voor degenen die zich het meest behoeftig weten aan zijn liefde en vragen om zijn nabijheid. Jezus, “zachtmoedig en nederig van hart” (Mt 11,29), werd arm geboren, en bracht zijn leven door in eenvoud om ons het wezenlijke te tonen en daarmee te leven. Vanuit de kerststal weerklinkt de boodschap duidelijk dat we ons niet laten misleiden door rijkdom en door zoveel vluchtige voorstellen van geluk. Het paleis van Herodes staat op de achtergrond, gesloten, doof voor de aankondiging van vreugde. Bij de geboorte in de stal begint God zelf de enige ware revolutie die hoop en waardigheid schenkt aan de onterfden, aan de gemarginaliseerden: de revolutie van liefde, de revolutie van tederheid. Vanuit de kerststal verkondigt Jezus met zachtmoedig gezag de oproep om met deze laatsten de weg te delen naar een meer menselijke en broederlijke wereld, waar niemand wordt uitgesloten of gemarginaliseerd.

Kinderen - maar ook volwassenen! - voegen vaak graag andere figuren toe aan de kerststal die geen verband lijken te hebben met de Evangelieverhalen. En toch wil deze verbeelding uitdrukken dat in deze nieuwe wereld, ingehuldigd door Jezus, er ruimte is voor alles wat menselijk is en voor elk schepsel. Van de herder tot de smid, van de bakker tot de muzikanten, van de vrouwen die kruiken water brengen tot de kinderen die spelen ..., dit alles staat voor dagelijkse heiligheid, de vreugde om elke dag buitengewone dingen te doen, wanneer Jezus met ons zijn goddelijk leven deelt.

7. Beetje bij beetje brengt de kerststal ons naar de grot, waar we de figuren van Maria en Jozef vinden. Maria is een moeder die over haar zoon nadenkt en Hem toont aan allen die hem komen bezoeken. Haar beeld suggereert het grote mysterie dat deze jonge vrouw heeft omringd toen God aanklopte op de deur van haar onbevlekte hart. Bij de aankondiging van de engel, die haar vroeg om de moeder van God te zijn, antwoordde Maria met volledige en totale gehoorzaamheid. Haar woorden: «Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord » (Lc 1,38) zijn voor ons allen het getuigenis van overgave in geloof aan de wil van God. Met dat "ja" werd Maria de moeder van de Gods Zoon zonder haar maagdelijkheid te verliezen, deze eerder te heiligen dankzij Hem. In haar zien wij de Moeder van God die haar Zoon niet alleen voor zichzelf heeft, maar iedereen vraagt Zijn woord te gehoorzamen en in praktijk te brengen (vgl. Joh 2,5).

Naast Maria, in een houding van bescherming van het Kind en zijn Moeder, staat heilige Jozef. Meestal wordt hij weergegeven met de stok in de hand en soms ook met een lamp. De heilige Jozef speelt een zeer belangrijke rol in het leven van Jezus en Maria. Hij is de hoeder die nooit moe wordt om zijn gezin te beschermen. Toen God hem waarschuwde voor de dreiging van Herodes, aarzelde hij niet op weg te gaan en naar Egypte te emigreren (vgl. Mt 2,13-15). En toen het gevaar eenmaal geweken was, voerde hij het gezin terug naar Nazareth, waar hij de eerste opvoeder was van Jezus, kind en adolescent. Jozef droeg het grote mysterie in zijn hart dat Jezus en zijn vrouw Maria omvatte, en als een rechtvaardig man vertrouwde hij altijd op de wil van God en bracht het in praktijk.

8. Het hart van de kribbe begint te kloppen wanneer we met Kerstmis het beeld van het kind Jezus plaatsen. God presenteert zich op deze wijze, in een kind, om in onze armen te worden ontvangen. In de zwakheid en broosheid gaat zijn kracht schuil die alles schept en transformeert. Het lijkt onmogelijk, maar het is zo: in Jezus is God een kind geweest en in deze toestand wilde hij de grootheid van zijn liefde onthullen, die tot uitdrukking komt in de glimlach en het uitstrekken van de handen naar iedereen.

De geboorte van een kind wekt vreugde en verbazing, omdat het ons voor het grote mysterie van het leven plaatst. Als we de ogen van jonge echtgenoten zien schitteren voor hun pasgeboren kind, begrijpen we de gevoelens van Maria en Jozef die, kijkend naar het kind Jezus, de aanwezigheid van God in hun leven ervoeren.

“Het Leven is verschenen” (1 Joh 1,2); zo vat de apostel Johannes het mysterie van de Menswording samen. De kerstkribbe laat ons zien, doet ons deze unieke en buitengewone gebeurtenis aanraken die de loop van de geschiedenis heeft veranderd, waar vanaf we de jaren tellen, vóór en na de geboorte van Christus.

Gods handelswijze is bijna verdovend, omdat het onmogelijk lijkt dat Hij afstand doet van zijn glorie om mens te worden zoals wij. Wat een verrassing om God te zien die ons eigen gedrag aanneemt: hij slaapt, drinkt de melk van zijn moeder, huilt en speelt zoals alle kinderen. Zoals altijd verbijstert God, is onvoorspelbaar, gaat voortdurend voorbij aan onze schema's. Dus nodigt de kribbe ons uit, terwijl zij God laat zien die in de wereld is gekomen, om na te denken over ons leven dat is geënt op dat van God; zij nodigt ons uit om zijn discipelen te zijn als we tot de volle zin van het leven willen komen.

Ieder van ons wordt drager van het Goede Nieuws voor degenen die hij ontmoet, getuigend met concrete daden van barmhartigheid van de vreugde Jezus en zijn liefde te hebben gevonden.

9. Wanneer het feest van de Driekoningen nadert, worden de drie figuren van de Wijzen bij de stal geplaatst. De wijze en rijke heren uit het Oosten, die de ster hadden gezien, waren op weg naar Bethlehem om Jezus te ontmoeten en hem geschenken aan te bieden: goud, wierook en mirre. Deze geschenken hebben ook een allegorische betekenis: goud eert Jezus' koningschap; de wierook zijn goddelijkheid; mirre zijn heilige mensheid, die de dood en graflegging zal kennen.

Overwegende deze scène in de kerststal, zijn we geroepen om na te denken over de verantwoordelijkheid dat elke christen een evangelist moet zijn. Ieder van ons wordt drager van het Goede Nieuws voor degenen die hij ontmoet, getuigend met concrete daden van barmhartigheid van de vreugde Jezus en zijn liefde te hebben gevonden.

De wijzen leren dat je van ver kunt beginnen om Christus te bereiken. Het zijn rijke mannen, wijze buitenlanders, dorstig naar het oneindige, die vertrekken voor een lange en gevaarlijke reis die hen naar Bethlehem brengt (vgl. Mt 2,1-12). Zij werden vervuld van overgrote vreugde bij het zien van het Kind de Koning. Zij nemen geen aanstoot aan de armoede van de omgeving, zij twijfelen niet zich op de knieën te werpen en het kind te aanbidden. Voor Hem begrijpen zij dat God, gelijk Hij met soevereine wijsheid de koers van de sterren bepaalt, Hij ook de koers van de geschiedenis uitzet, waarbij hij de machtigen onttroont en de nederigen verheft. En toen zij huiswaarts trokken, zullen zij zeker deze wonderlijke ontmoeting met de Messias hebben verhaald, en zo de reis van het Evangelie onder de heidenen hebben ingezet.

10. Voor de kerststal gaat de gedachte gaat spontaan uit naar toen wij kinderen waren en met ongeduld de tijd afwachtte om de kerststal op te bouwen. Deze herinneringen brengen ons ertoe opnieuw bewust te worden van het grote geschenk dat wij ontvangen hebben met het overdragen van het geloof. En tegelijkertijd doen ze ons de plicht en de vreugde gevoelen op kinderen en kleinkinderen de zelfde ervaring over te dragen. Het is niet belangrijk hoe de kerststal wordt voorbereid, ze kan altijd hetzelfde zijn of elk jaar veranderen; wat telt is dat ze spreekt tot ons leven. Op welke plaats en op welke wijze dan ook, de kerststal spreekt van de liefde van God; de God die Kind geworden is om ons te zeggen hoe dichtbij Hij is aan elk menselijk zijn, welke zijn omstandigheden dan ook zijn.

Beminde broeders en zusters, de kerststal maakt deel uit van het zoete en veeleisende proces van geloofsoverdracht. Vanaf de jeugd en zo verder in elke levensetappe voedt het ons op Jezus te beschouwen, de liefde van God voor ons te ervaren, te ervaren en geloven dat God met ons is en wij met Hem, wij allen kinderen en broeders dankzij dat Kind de Zoon van God en van de Maagd Maria. En te ervaren dat daarin zich het geluk bevindt. Mogen wij in de school van de heilige Franciscus het hart openen voor deze eenvoudige genade, laten wij dat de verwondering mag voortkomen uit een nederig gebed: ons “bedankt” aan God, die met ons alles heeft willen delen om ons nooit alleen te laten.

Gegeven in Greccio, in het heiligdom van de Kerststal, 1 december 2019.

Franciscus


[1] Thomas van Celano, Vita Prima, 84: Fonti francescane (FF), nr. 468.

[2] Vgl. ibid., 85: FF, nr. 469.

[3] Ibid., 86: FF, nr. 470.