Paus Franciscus: De Mis betekent naar Calvarië gaan

Paus Franciscus startte recent een nieuwe catechesereeks over de Eucharistie. Tijdens de algemene audiëntie op 22 november sprak hij over de betekenis van de Mis.

Dierbare broeders en zusters, goedendag!

1. Bij het voortzetten van de catecheses over de Mis, kunnen we ons de vraag stellen: wat is de Mis wezenlijk? De Mis is de gedachtenis van het Paasmysterie van Christus. Zij maakt ons tot deelgenoten van zijn overwinning op zonde en dood en geeft volle zin aan ons leven.

2. Daarom moeten we, om de waarde van de Mis te verstaan, op de eerste plaats de Bijbelse betekenis van “gedachtenis” verstaan. “De heilige Schrift vat gedachtenis niet alleen op als de herinnering aan de gebeurtenissen uit het verleden, maar ook als de verkondiging van de wonderdaden die God voor de mensen verricht heeft.[1] In de liturgische viering worden deze gebeurtenissen in zekere zin tegenwoordig gesteld en geactualiseerd. Aldus verstaat Israël zijn bevrijding uit Egypte: telkens wanneer het paasfeest gevierd wordt, worden de gelovigen weer aan de gebeurtenissen van de uittocht herinnerd, opdat zij ernaar gaan leven”.[2] Door zijn lijden, dood, verrijzenis en hemelvaart heeft Jezus Christus het Pasen tot vervulling gebracht. De Mis is de gedachtenis van Zijn Pasen, van Zijn “exodus”, die Hij voor ons voltrokken heeft om ons te bevrijden uit de slavernij en binnen te voeren in het beloofde land van het eeuwig leven. Het is niet slechts een herinnering, neen, het is meer: het is aanwezig stellen wat twintig eeuwen geleden is gebeurd.

3. De Eucharistie brengt ons telkens bij het hoogtepunt van het verlossend handelen van God: door voor ons gebroken brood te worden stort de Heer Jezus al zijn barmhartigheid en liefde over ons uit, zoals Hij op het kruis heeft gedaan ter vernieuwing van ons hart, ons bestaan en onze wijze van verhouden tot Hemzelf en tot de broeders. Het Tweede Vaticaans Concilie zegt: “Telkens wanneer wij het kruisoffer, waardoor ons paaslam Christus, is geslacht (Kor. 5, 7), op het altaar vieren, wordt het werk van onze verlossing voltrokken.”[3]

4. Elke viering van de Eucharistie is een straal van die zon zonder ondergang die de verrezen Jezus is. Deelnemen aan de Mis, bijzonder op zondag, betekent intreden in de overwinning van de Verrezene, door zijn licht verlicht worden, verwarmd worden door zijn warmte. Door middel van de Eucharistieviering maakt de Heilige Geest ons deelgenoten aan het goddelijk leven dat in staat is heel ons sterfelijk wezen om te vormen. En door zijn overgang van dood naar leven, van tijd naar eeuwigheid, voert de Heer Jezus ook ons met Hem mee om Pasen te beleven. In de Mis beleeft men Pasen. In de Mis zijn wij bij de gestorven en verrezen Jezus en Hij voert ons naar het eeuwig leven. In de Mis verenigen we ons met Hem. Meer nog, Christus leeft in ons en wij leven in Hem. Zoals de heilige Paulus zegt: “Want door de wet ben ik gestorven voor de wet, om te leven voor God. Met Christus ben ik gekruisigd. Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij. Voor zover ik nu leef in het vlees, leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij.” (Gal. 2, 19-20). Zo dacht Paulus.

5. Zijn bloed bevrijdt ons inderdaad van de dood en van de angst om te sterven. Het bevrijdt ons niet slechts van de heerschappij van de fysieke dood, maar van de spirituele dood dat het kwaad is, de zonde die ons overvalt telkens wanneer we slachtoffer worden van onze of andermans zonde. Dan wordt ons leven bezoedeld, het verliest zijn schoonheid, zijn betekenis. Het verwelkt.

Christus daarentegen geeft ons opnieuw het leven; Christus is de volheid van het leven. Wanneer Hij de dood tegemoet is getreden, heeft Hij hem voor altijd vernietigd: “door zijn opstanding (heeft Hij) alle sterven afgebroken en opgebouwd tot een nieuw bestaan.”[4] Het Pasen van Christus is de definitieve overwinning op de dood. Hij stierf uit liefde! In de Eucharistie wil Hij ons zijn paasliefde, zijn overwinningsliefde meedelen. Als we Hem met geloof ontvangen, kunnen ook wij God en de naaste werkelijk beminnen, we kunnen beminnen zoals Hij ons heeft bemind, leven gevend.

6. Als de liefde van Christus in mij is, kan ik mij volledig aan de ander geven vanuit de innerlijke zekerheid dat zelfs al zou de ander mij kwetsen, ik niet zou sterven; anders zou ik mij moeten verdedigen. De martelaren hebben hun leven gegeven precies omwille van deze zekerheid omtrent de overwinning van Christus op de dood. Alleen als we die macht van Christus ervaren, de macht van zijn liefde, zijn we echt vrij om ons zonder vrees te geven. Dat is de Mis: intreden in het lijden, de dood, verrijzenis en hemelvaart van Jezus. Wanneer we naar de Mis gaan is het alsof we naar Calvarië gaan, hetzelfde. Denkt nu even, als wij op het moment van de Mis naar Calvarië gaan – laten we met verbeelding denken - en weten dat die man daar Jezus is, zouden we dan durven kletsen, foto’s maken, wat spektakel opvoeren? Neen! Want het is Jezus! We zouden ongetwijfeld stil zijn, rouwend maar ook blij omdat we gered zijn. Wanneer we het kerkgebouw betreden om de Mis te vieren, laten we dan hieraan denken: ik kom nu op Calvarië waar Jezus zijn leven voor mij geeft. Zo verdwijnt het spektakel, verdwijnt het geklets, de commentaren en alle andere zaken die ons verwijderen van die mooie werkelijkheid die de Mis is, de overwinning van Jezus.

7. Ik denk dat het nu duidelijker is hoe Pasen aanwezig en werkzaam is telkens wanneer we de Mis vieren, in de betekenis namelijk van gedachtenis. Deelnemen aan de Eucharistie doet ons intreden in het Paasmysterie van Christus en doet ons met Hem overgaan van de dood naar het leven, daar op Calvarië. De Mis is Calvarië herbeleven. Het is geen schouwspel.

Vertaling: RKDocumenten.nl


[1] Vgl. Ex. 13, 3: “Mozes sprak tot het volk: `Blijf deze dag gedenken, de dag waarop u weggetrokken bent uit Egypte, het slavenhuis. Want met krachtige hand heeft Jahwe u weggeleid. Gezuurd brood mag niet gegeten worden.”

[2] Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1363.

[3] Tweede Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 3.

[4] Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Eucharistisch Gebed IV.