"Het heil koop je niet, het is een gratis geschenk"

​In zijn catechese tijdens de algemene audiëntie van woensdag 29 mei 2019 sneed paus Franciscus een nieuw thema aan: de Handelingen van de apostelen.​

Dierbare broeders en zusters goedendag!

1. Vandaag beginnen we een catechetische tocht door het boek van de Handelingen der Apostelen. Dit Bijbelse boek, geschreven door de Evangelist Lucas, spreekt over een reis, maar welke reis? De reis van het Evangelie door de wereld en het toont ons de schitterende samenwerking tussen Woord van God en Heilige Geest, die de tijd van de evangelisatie inluidt. De hoofdpersonages van de Handelingen zijn “een span”, een levendig en werkdadig span: het Woord en de Geest.

2. God “zendt zijn boodschap naar de aarde” en “zijn woord snelt” zegt de Psalm (Ps. 147,15). Het Woord van God rent, is dynamisch, besproeit elk stukje aarde waarop het valt. En waarin bestaat zijn kracht? De Heilige Lucas zegt ons dat het menselijk woord zijn werking krijgt, niet van de retoriek, het kundige praten, maar door de Heilige Geest die de dynamiek van God is, zijn kracht. De Geest bezit de kracht het menselijk woord uit te zuiveren en het zo drager van leven te maken. Bijvoorbeeld. In de Bijbel staan verhalen, woorden van mensen. Maar, wat is het verschil tussen de Bijbel en een geschiedenisboek? De woorden van de Bijbel worden door de Heilige Geest opgenomen en krijgen daardoor een andere kracht die ons helpt van dat woord een bron van heiligheid, van leven en werking te maken. Wanneer de Geest het menselijk woord bewoont, wordt dit als het ware dynamiet, bekwaam om harten te ontvlammen, vaste schema’s, weerstanden en muren van verdeeldheid af te breken. Zo opent het nieuwe wegen en verruimt de grenzen van het volk van God. Dit zullen we zien op onze catechetische tocht doorheen het boek Handelingen der Apostelen.

3. Wie aan ons zwakke en broze menselijk woord – dat zelfs tot leugen en lafheid in staat is - weerklank en impact geeft, is uitsluitend de Heilige Geest door wie de Zoon van God het bestaan ontving; de Geest die Hem heeft gezalfd en bevestigd in zijn zending; de Geest dankzij wie Hij zijn apostelen heeft gekozen en die aan hun verkondiging volharding en vruchtbaarheid heeft geschonken. Dat waarborgt Hij ook vandaag aan onze verkondiging.

4. Het Evangelie wordt afgesloten met de verrijzenis en de hemelvaart van Jezus. Het verhaal van de Handelingen der Apostelen begint precies daar, bij de overdracht van het overvloedige leven van de verrezen Heer op de Kerk. De Heilige Lucas zegt ons over Jezus: “Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over het Rijk Gods.” (Hand. 1, 3). De verrezen Jezus, stelt heel menselijke daden – het eten delen – en nodigt de zijnen uit vertrouwvol de vervulling te verwachten van de belofte van de Vader: “gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de Heilige Geest.” (Hand. 1, 5).

Het Doopsel in de Heilige Geest is de ervaring deel te hebben aan de verlossende en universele wil van God en daarbij de gave van de moed (parresia) te verwerven, dat wil zeggen de bekwaamheid om het woord “als kinderen van God” te spreken. Dus, niet slechts als mensen, maar als kinderen van God: een helder, vrij, werkdadig woord vol van liefde voor Christus en voor de broeders.

5. Het is dus niet nodig te vechten om de gave van God te verdienen. Alles wordt om niet en ten gepasten tijde gegeven. De Heer geeft alles gratis. Het heil koopt men niet, betaalt men niet. Het is een gratis geschenk. Op de angst van zijn leerlingen om vooraf de tijd te kennen waarin de door Hem aangekondigde gebeurtenissen zullen plaats vinden, antwoordt Jezus: “Het komt u niet toe dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld. Maar gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde.” (Hand. 1, 7-8).

6. De verrezen Heer nodigt zijn leerlingen uit het heden niet in angst door te maken, maar de tijd te nemen om uit te kijken naar het zich afwikkelen van een heilige geschiedenis die nooit onderbroken werd, maar die verder gaat, altijd verder gaat en dus uit te kijken naar de schreden van God, de Heer van tijd en ruimte. De verrezen Heer nodigt zijn leerlingen uit niet op eigen houtje de zending 'te produceren', maar af te wachten hoe de Vader hun harten in beweging zal zetten door zijn Geest om zo een missionair getuigenis mogelijk te maken, dat van Jeruzalem tot Samaria kan uitbreiden en de grenzen van Israël overschrijden om de grenzen der aard te bereiken.

Die verwachting wordt door de Apostelen samen beleefd, ze beleven dat als een gezin, het gezin van de Heer, in de bovenzaal of cenakel waarvan de muren tot op vandaag getuigen van de gave waarmee Jezus zich in, de Eucharistie aan de zijnen heeft toevertrouwd. Hoe verwachten zij de kracht, de dynamis, van God? Door volhardend te bidden. Samen, als één stem te bidden. Door het gebed overwint men de eenzaamheid, de bekoring, het wantrouwen en opent het hart zich tot gemeenschap. De aanwezigheid van de vrouwen en van Maria, de moeder van Jezus, verdiept die ervaring. Zij hebben als eersten van de Meester geleerd te getuigen van de trouw van de liefde en van de kracht van de gemeenschap die elke angst overwint.

Laten we de Heer bidden dat we geen 'producenten' maar werktuigen zouden zijn van het heilswerk van God en gehoorzaam zouden blijven bidden door de Geest af te smeken en de kunst van de kerkelijke gemeenschap te cultiveren.