Dagatan: agrarische gezinsschool op de Filippijnen

Dagatan opende zijn deuren in 1988 met 35 leerlingen. Nu, in 2003, bieden zes agrarische gezinsscholen jongeren uit boerenfamilies een kans om hun werk thuis te combineren met het volgen van een opleiding.

De families van de leerlingen participeren in de opleiding van de school.

Felino Lucero was de vierde van zeven kinderen. Zijn vader zou hem het jaar daarna niet naar de stad kunnen sturen om verder te leren. Hij was dertien jaar oud, zat in de eerste klas van de middelbare school en had nog een lange weg voor zich om zijn droom te verwezenlijken: zijn familie uit de put van de armoede halen.

Op dat ogenblik, in 1988, begon de eerste Agrarische Gezinsschool te functioneren in de wijk Dagatan, in Lipa City, Batangas, op ongeveer twaalf kilometer van de woning van de familie Lucero. Rodolfo, de vader van Felino, vernam van de nieuwe landbouwschool. Het gezinsinkomen bestond uitsluitend uit de opbrengst van de rijst en de groenten die zij op een klein terrein verbouwden. Rodolfo zag in de Dagatan Family Farm School het antwoord op zijn gebeden: zijn zoon Felino zou verder kunnen leren in combinatie met het werk thuis.

Hulp voor kleine boeren

Dagatan is de eerste school van die stijl in Azië. De opleiding kent een systeem dat afwijkt van andere openbare of particuliere onderwijsinstellingen op de Filippijnen. Om tot het programma van de driejarige middelbare school toegelaten te worden moet de kandidaat de basisschool hebben afgemaakt. Het gezin moet een klein perceel bezitten en de ouders dienen bereid te zijn tot actieve deelname aan het opleidingssysteem van de school. Deze heeft als bijzonderheid dat zij niet alleen een veeleisende beroepsopleiding aanbiedt, maar ook een menselijke en technische vorming die doordrongen is van christelijke zin.

Na zijn examen en toelatingsgesprekken, ontmoette Felino voor het eerst zijn 35 klasgenoten van Dagatan. Zijn nieuwe school ligt op een agrarisch terrein van anderhalve hectare, dat was afgestaan door de Ayala-Corporatie. De school is klein maar compleet: voorzien van werkplaats, bibliotheek, leslokalen, slaapzalen, magazijn, kantoren, zitkamer, kapel en basketbal-, volleybal- en voetbalvelden.

De studieweek is intensief. Omdat de leerlingen slechts één van de drie weken op school doorbrengen, moeten zij de tijd maximaal benutten. De lessen beginnen om zes uur ’s morgens en eindigen om half acht ’s avonds. Tijdens die weken verblijven de leerlingen de volledige tijd in Dagatan. Naast de gebruikelijke vakken van de middelbare school omvat het programma lessen agrarische technologie en werktuigkunde, coöperatievorming, boekhouden, marketing en agrarische handelskennis, computerkunde en typen.

Na deze week keren de leerlingen terug naar hun boerderijen. In die twee weken moeten zij toepassen wat ze op school hebben geleerd: ze bestuderen de akkers, voeren vraaggesprekken met hun ouders en andere leden van hun gemeenschap, bezoeken officiële organen en banken en helpen uiteraard mee met het werk bij hen thuis op de boerderij. Een mentor die iedere leerling krijgt toegewezen bezoekt het gezin om het huiswerk door te nemen en met de ouders over de leerling te spreken.

De situatie nu

In het cursusjaar 2003-2004 hoopt men de varkensfokkerij uit te breiden.

Kort na de start stichtten de ouders de Dagatan Association om de school financieel te ondersteunen. Met verschillende activiteiten heeft de vereniging een bescheiden fonds opgebouwd, waarmee zij een deel van de kosten voor het functioneren van de school dekt. Daarnaast steunt zij de gezinnen van Dagatan met het opzetten van landbouwprojecten om het gezinsinkomen te verhogen.

In het schooljaar 2002-2003 heeft de vereniging een varkensfokkerij opgezet. De varkens worden onder de families verdeeld. De opbrengsten van dit project gaan naar de vereniging en naar de school. De fokkerij produceert ook biogas dat wordt gebruikt voor de keuken.

Volgend jaar hoopt men de fokkerij te kunnen uitbreiden, opdat meer veehouders ervan kunnen profiteren. De grotere productie van biogas kan worden aangewend voor de elektriciteitsvoorziening van de school. Het is ook de bedoeling om een coöperatie op te richten voor de teelt van landbouwproducten en om de concurrentiepositie op de markt te verbeteren.

Agrarische gezinsscholen

De geschiedenis van de agrarische gezinsscholen begon in 1983. Fritz Gemperle, een Filippijnse ondernemer, nam toen deel aan een seminar in Spanje, waar hij mensen van het Opus Dei leerde kennen die landbouwscholen hadden opgericht. Deze scholen boden een integrale vorming: op menselijk en beroepsvlak en in een christelijke geest die geïnspireerd was door het onderricht van de heilige Jozefmaria Escrivá. Vier jaar later besloot Gemperle samen met anderen een vergelijkbare school te beginnen op de Filippijnen.

Het initiatief werd door de diverse instanties – overheid, bedrijfsleven, landbouwdeskundigen en de boerenfamilies zelf – goed ontvangen. De Dagatan Family Farm School werd in 1988 opgericht. Vijftien jaar later bestaan er zes van dergelijke scholen. Het aantal veehouders met een middelbare opleiding is hierdoor aanzienlijk gestegen.

Aan de gezinnen die naar Dagatan komen wordt uitgelegd dat de levensvatbaarheid van deze scholen niet alleen afhangt van donaties, maar ook van de meeropbrengst die zij zelf bijdragen uit de projecten voor de verbetering van hun bedrijfsvoering.

Particuliere geldschieters zijn o.a. de Marubeni Foundation, DuPont Philippines, Ay Foundation, Metrobank Foundation, Makati Garden Club, Silver Lending Investors. Ook de National Agriculture and Fisheries Council van het Ministerie van Landbouw en het Ministerie van Onderwijs verlenen hulp.

Voor meer informatie of financiële steun:

www.familyfarmschool.zibyschool.com