Bericht van de prelaat (10 oktober 2024)
Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!
We voelen vaak, zo niet gewoonlijk, in onze ziel de behoefte opkomen om veel te bidden. Er is zoveel waarvoor we onze toevlucht tot de barmhartigheid van de Heer willen nemen: van alles wat met ons eigen persoonlijk leven te maken heeft tot de grote problemen die de wereld op haar grondvesten doen schudden. Tegelijkertijd beseffen we ook hoe belangrijk het is om God te danken, want er zijn ook veel positieve aspecten. Op de een of andere manier is alles een aanleiding tot gebed; sterker nog, alles kan gebed zíjn.
In deze zin kunnen we denken aan het feit dat we ons werk in gebed kunnen veranderen, met de zekerheid dat ‘de arbeid – omdat Christus zelf gewerkt heeft – voor ons bovendien een verloste en verlossende realiteit is. Het werk is niet alleen de leefwereld van de mens, maar ook een middel, een weg naar de heiligheid, iets dat geheiligd kan worden en heilig maakt’ (Christus komt langs, nr. 47).
Het werk heiligen betekent dat we al het werk dat mensen verrichten heiligen; en dit heeft als rechtstreekse gevolgen – het zijn eerder aspecten van dezelfde werkelijkheid – dat we meewerken aan de heiliging van de persoon die werkt en, door de Gemeenschap der heiligen, ook aan de heiliging van de anderen en bovendien aan de heiliging van de structuren van de menselijke samenleving.
Het lijkt misschien ingewikkeld, maar het is eigenlijk heel eenvoudig; maar eenvoud is niet hetzelfde als gemakzucht: ‘Leg een bovennatuurlijk motief in de uitoefening van je beroep en je zult je werk geheiligd hebben’ (De Weg, nr. 359). Uiteraard is deze beweegreden die het werk heiligt niet simpelweg een vroom aspect dat los staat van het werk zelf. Het is eerder een kwestie van waarom en waarvoor het werk wordt gedaan, wanneer het serieus wordt aanvaard als laatste doel, dat zowel de uitvoering als het materiële en formele resultaat van het werk op beslissende wijze beïnvloedt. Daarom is ‘een wezenlijk deel van dat werk – de heiliging van het gewone werk – dat God ons heeft toevertrouwd, het goed verrichten van het werk zelf, dus ook de menselijke volmaaktheid, het goed vervullen van alle professionele en sociale verplichtingen’ (Brief 24, nr. 18).
Het bovennatuurlijke motief, als de wortel van de heiliging van het werk, is de liefde: ‘we mogen niet vergeten dat de waardigheid van de arbeid gebaseerd is op de Liefde. Het grote voorrecht van de mens is dat hij kan liefhebben en boven het kortstondige en voorbijgaande kan uitstijgen. Hij kan andere schepselen beminnen en een ‘jij’ en een ‘ik’ uitspreken dat vol inhoud is. En hij kan God beminnen die de deur van de hemel voor ons opendoet, ons in zijn gezin opneemt en ons in staat stelt om ook met Hem vertrouwelijk te spreken, van aangezicht tot aangezicht. Daarom mag de mens zich niet beperken tot het maken van dingen, tot produceren. Het werk vloeit voort uit liefde, is een uiting van liefde en gericht op liefde’ (Christus komt langs, nr. 48).
Het is troostend te weten dat werken heilig is en heiligend wanneer het wordt geleid en geïnspireerd door de liefde voor God en voor de anderen. Dit is de essentie van het bovennatuurlijke motief dat voldoende is om het werk te heiligen; en het is nog beter te begrijpen dat dat motief er uit zichzelf op gericht is ook de menselijke volmaaktheid van het werk te verkrijgen.
Het gaat niet alleen om werk door God en voor God gedaan, maar het is tegelijkertijd en noodzakelijkerwijs werk van God; Hij is het die als eerste liefheeft en door de Heilige Geest onze liefde mogelijk maakt.
Laten we blijven bidden voor de tweede zitting van de 16e gewone algemene vergadering van de Bisschoppensynode, die op de 2e oktober is begonnen en op 27 oktober zal eindigen. Deze 27ste is het mijn verjaardag; ik reken heel erg op jullie gebeden.
Houden jullie ook het werk om de Statuten van de Prelatuur aan te passen in gedachten. In beginsel zal de volgende bijeenkomst van deskundigen begin november plaatsvinden.
Met al mijn genegenheid zegen ik jullie,
jullie Vader
Rome, 10 oktober 2024