Kracht van de christelijke revolutie
In de Eucharistie ligt “de kracht van de christelijke revolutie”, de “diepste van de mensengeschiedenis”, die aan de mens “ware vrijheid” geeft, zei Benedictus XVI tijdens het hoogfeest van het Heilig Sacrament.
“Ik aanbid U, ik bemin U, vermeerder mijn geloof”
Zeg Hem als je Hem ontvangt: Heer, ik vertrouw op U, ik aanbid U, ik bemin U, vermeerder mijn geloof. Steun mij in mijn zwakheid, U hebt immers in de Eucharistie willen blijven om - zelf zo weerloos - de zwakheid van uw schepselen weg te nemen. (De Smidse 832)
"Jezus wilde uit liefde in de Eucharistie blijven"
Hoe vaak we de Heer bezoeken hangt af van twee factoren: van ons geloof en van ons hart, van het zien van de waarheid en van het liefhebben van de waarheid. (De Voor, 818)
“Wij moeten houden van de Heilige Mis”
Blijf strijden opdat het heilig Misoffer echt het middelpunt en de wortel van je geestelijk leven wordt, zodat je hele dag een eredienst wordt, een voortzetting van de Mis die je bijgewoond hebt en een voorbereiding op de volgende. Een dag vol schietgebeden, bezoeken aan het Allerheiligste, het opofferen van je beroepswerk, van je gezinsleven... (De Smidse, 69)
“Tweeduizend jaar wachten van de Heer in de eucharistie”
Jezus is voor ons in de heilige Hostie gebleven, om aan onze zijde te blijven, om ons te steunen en te begeleiden. - En liefde kan alleen met liefde worden terugbetaald. Waarom zouden we niet iedere dag naar het tabernakel gaan, al is het maar een paar minuten, om Hem te groeten en uiting te geven aan onze liefde, als zijn kinderen en broers? (De Voor, 686)
“Leer om in de Mis God te ontmoeten”
Nederigheid van Jezus: in Betlehem, in Nazaret, op de Calvarieberg... - Maar nog meer vernedering in de heilige Hostie; meer dan in de stal, dan in Nazaret, dan aan het Kruis. Daarom, hoezeer ben ik niet verplicht van de Mis te houden! (“Onze” Mis, Jezus...). (De Weg, 533)
“De grootste gave van God aan de mensen”
Zeg Hem als je Hem ontvangt: Heer, ik vertrouw op U, ik aanbid U, ik bemin U, vermeerder mijn geloof. Steun mij in mijn zwakheid, U hebt immers in de Eucharistie willen blijven om - zelf zo weerloos - de zwakheid van uw schepselen weg te nemen. (De Smidse, 832)
“De Mis, is een daad van de Drie-ene God, niet een menselijke”
Is het niet vreemd, dat veel christenen, die alles op hun gemak en zelfs met enige plechtigheid doen in het maatschappelijke leven (dan kennen zij geen haast), in hun weinig actieve beroepsleven, aan tafel en bij hun ontspanning (dan hebben ze al evenmin haast), opeens gehaast worden en er bij de priester op aandringen alles zo snel mogelijk te doen, in hun verlangen om op de tijd die bestemd is voor het heilig Misoffer nog te beknibbelen? (DeWeg, 530)
“Wees een mens van de Eucharistie!”
Wees een mens van de Eucharistie! Als al jouw gedachten en verlangens op het tabernakel gericht zijn, zullen de vruchten van heiligheid en apostolaat overvloedig zijn! (De Smidse, 835)
“Hij is daar, met zijn Vlees en Bloed”
“Dit is Mijn Lichaam” en Jezus offerde Zich, Zich verbergend onder de gedaante van brood - Nu is Hij daar, met zijn Vlees en Bloed, zijn Ziel en zijn Godheid, juist zoals op de dag dat Tomas zijn vingers in zijn glorierijke wonden legde. En toch ga je zo dikwijls langs Hem zonder dat je ook maar een gebaar van een groet maakt uit simpele hoffelijkheid, wat je zelfs al doet bij een bekende die je tegenkomt. Je hebt heel wat minder geloof dan Tomas! (De Voor, 684)