Weest volmaakt, zoals mijn Hemelse Vader volmaakt is

Woord ter inleiding uitgesproken door de nuntius mgr. Francois Bacqué en homilie van regionaal vicaris mgr. G. Schnell voor deelnemers uit Nederland in de Basiliek van Sant' Apollinare in Rome op 8 oktober 2002.

Broeders en Zusters,

Op 6 oktober hebben wij met grote vreugde en onder dankzegging aan God de ceremonie van de heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá, stichter van het Opus Dei, bijgewoond. Vandaag willen wij de Heer opnieuw dankzeggen in de taal van de Lage Landen. Wij zullen dit zeer verenigd met de Heilige Vader en met devotie tot de nieuwe heilige doen.

Allereerst wil ik u in dankbaarheid groeten, omdat ik deze viering mag leiden. Als Apostolische Nuntius in Den Haag kan ik u verzekeren dat ik moeite doe om uw taal steeds beter te beheersen, maar voor vandaag heb ik er de voorkeur aan gegeven dat de vicaris van het Opus Dei in Nederland de preek houdt.

Het verheugt mij vandaag te kunnen zeggen dat het gebed van de nieuwe heilige voor uw beide landen en de trouw van zijn geestelijke kinderen al sinds meer dan 40 jaar, rijpe vruchten van dienstbaarheid aan de Kerk in uw landen heeft gegeven. De heilige Jozefmaria was goed op de hoogte van de grote bijdrage die vele generaties van katholieken van deze streken aan de Wereldkerk hadden geleverd. Hij bad vol hoop dat velen de roeping zouden vinden om midden in de wereld de heiligheid te zoeken.

We vragen aan de heilige Drie-eenheid, op voorspraak van Onze Moeder Maria, dat de apostolische arbeid van de Prelatuur van het Opus Dei in Nederland en België, trouw aan de geest van de heilige Jozefmaria, mag blijven groeien, in dienst aan de Kerk. Tijdens deze viering zullen wij ook voor de zielerust van Prins Claus der Nederlanden bidden, die eergisteren is overleden.

Homilie uitgesproken door de Regional Vicaris van Nederland, Dr. G. Schell

Broeders en zusters in Christus,

Deze viering betekent voor velen van ons afscheid van deze stad Rome te moeten nemen. We hebben onvergetelijke dagen meegemaakt. Daarom zijn wij mgr. François Bacqué, Nuntius in Den Haag, zeer dankbaar dat hij deze concelebratie wil leiden, samen met mgr. Kasteel en de rector van het Nederlandse College. Wij zijn ook de Nederlandse Ambassadeur voor de Heilige Stoel erkentelijk voor zijn aanwezigheid hier.

In zijn apostolische brief Novo Millennio Ineunte geeft paus Johannes Paulus II de pastorale prioriteiten aan voor de Kerk in de huidige tijd (vgl. Novo Millennio Ineunte, 6-1-2001, nr. 29). Hij schrijft dat alle pastorale initiatieven in het perspectief moeten staan van de heiligheid. We moeten de volle praktische betekenis ontdekken van de algemene roeping tot heiligheid. "Dit is de wil van God: dat u zich heiligt" (1 Tes 4,3). «Deze plicht geldt niet slechts voor bepaalde christenen : "Alle christengelovigen, tot welke stand of staat zij ook behoren, zijn geroepen tot de volheid van het christelijk leven en de volmaaktheid van de liefde" (Lumen gentium, 40)» (Novo Millennio Ineunte, nr. 30).

Het is mij steeds opgevallen hoe deze teksten overeenkomen met wat de heilige Jozefmaria Escrivá sinds 2 oktober 1928 heeft verkondigd. In zijn boek De Weg schrijft hij: «Je hebt de plicht heilig te worden. - Ja, jij ook! - Denk je soms dat dit uitsluitend een taak is voor priesters en kloosterlingen? Tegen allen, zonder uitzondering, zei de Heer: “Weest volmaakt, zoals mijn Hemelse Vader volmaakt is”» (De Weg, 291).

Er zijn vele wegen die naar de heiligheid leiden en zij passen in ieders persoonlijke roeping. Het is tijd om opnieuw met overtuiging de hoge maatstaf van het gewone christelijk leven aan iedereen voor te houden (vgl. Novo Millennio Ineunte, nr. 31). Dit is de centrale boodschap die Jozefmaria Escrivá ons in woord en daad heeft doorgegeven.

In deze eucharistieviering danken wij God voor zijn heiligverklaring. Ons wordt een heilig priester voorgehouden als voorbeeld om Christus na te volgen. Dit is het uiteindelijke doel waarop ons leven gericht moet zijn.

Ieder mens is een schepsel dat God om zichzelf heeft gewild (Gaudium et spes, 24). Vanaf zijn conceptie is hij bestemd voor de eeuwige zaligheid (KKK, 1703). «U heeft ons voor U geschapen en ons hart blijft onrustig totdat het rust vindt in U» (H. Augustinus, Belijdenissen, I.1). De heilige Jozefmaria wist dit met beslistheid te beleven. Hij was ervan overtuigd dat "als het leven niet tot doel had God te verheerlijken, het te verachten, ja zelfs te verafschuwen zou zijn" (De Weg, 783).

Wij kunnen de woorden van Sint Paulus aan de Efesiërs in herinnering roepen: "In Hem heeft Hij ons uitverkoren voor de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil" (Ef 1, 4-5). De Heer roept iedereen op tot vereenzelviging met Hem opdat wij andere Christussen, Christus zelf worden, zoals de heilige Jozefmaria het uitdrukte.

Door de genade van God en met zijn voorbeeld heeft Jozefmaria Escrivá velen laten begrijpen dat de heiligheid bereikbaar is in het gewone leven; een heiligheid die heldhaftigheid vraagt en die ons er tegelijkertijd voor behoedt haar te zoeken in buitengewone omstandigheden, die zich alleen in de fantasie voordoen.

Enige tijd geleden wees kardinaal Ratzinger erop dat de grote bekoring van onze tijd erin bestaat het eigen leven op te vatten alsof God na de 'Big Bang' van de schepping zich uit de wereld terugtrok. Alsof Hij zich niet meer inlaat met ons dagelijks bestaan. Tegenover deze onjuiste visie nodigt de heilige Jozefmaria ons uit Gods onophoudelijke handelen te ontdekken. De heiligheid bestaat niet in het doen van steeds moeilijkere dingen, maar in het vervullen van al onze taken uit liefde tot God en in het verlangen om dienstbaar te zijn; zonder op te vallen; zonder zich beter dan de ander te beschouwen. We moeten God in ons laten werken en ons tot Hem richten als tot een vriend en een Vader (lezing van kardinaal Saraiva Martin in Sevilla, april 2002).

De Heilige Vader sprak juist gisteren tot ons over het project dat God in ieder van ons ziet. God stippelt uit, als het ware, onze carrière-planning naar de heiligheid toe. De prelatuur van het Opus Dei is een instrument van de goddelijke pedagogie om velen te laten ontdekken dat het dagelijkse leven de plaats is om de universele oproep tot heiligheid en apostolaat te verwezenlijken. "Een andere weg is er niet. Of we leren de Heer in ons dagelijks leven ontdekken of we zullen Hem nooit vinden." (Gesprekken, 114).

In de geest van de heilige Jozefmaria hebben velen gestalte gegeven aan hun christelijke roeping in het Opus Dei. Zij hebben van hun dagelijkse werk en van andere gewone bezigheden een middel van heiliging en apostolaat gemaakt. Met de Paus zijn wij ervan overtuigd dat er in onze wereld overvloedige vruchten van heiligheid zijn (vgl. Tertio Millennio Adveniente, 10-11-1994, nr. 37). Tegelijkertijd beseffen wij dat er nog veel te doen is in de werkplaatsen en in de kantoren, in de fabrieken en op de sportvelden, in het zakenleven en in de modewereld. "Een geheim. - Een publiek geheim: de wereldcrises ontstaan door een tekort aan heiligen. God wenst een handvol van 'zijn' mensen in iedere menselijke activiteit. En dan... "pax Christi in regno Christi', de vrede van Christus in het rijk van Christus" (De Weg, 301).

Jozefmaria Escrivá heeft door veel landen in Europa gereisd om, zoals hij dat noemde, de geschiedenis van het apostolisch werk van het Opus Dei voor te bereiden. Hij bedoelde hiermee het voorbereiden van de komst van de eerste gelovigen van het Werk in de verschillende landen om daar het Opus Dei te vestigen. Hij reisde per auto vergezeld van enkele geestelijke zonen. Hij bad en bezocht de kerkelijke autoriteiten om het werk van het Opus Dei uit te leggen.

In de jaren 50 was hij verschillende malen in Nederland en België. In september 1961 was hij in Amsterdam. Kort daarvoor waren gelovigen van het Opus Dei gestart met apostolische activiteiten vanuit het studentenhuis Leidenhoven. Het was de laatste keer dat hij deze landen aandeed. De heilige Jozefmaria toonde op vele wijzen zijn liefde voor hen en sterkte hun in het geloof. Het huis was in verbouwing en er stond bijna geen meubilair. Hij ging met hen eten in een nabijgelegen restaurant en vroeg hen te bestellen wat zij het lekkerst vonden. Het waren slechts enkele uren, maar zij staan nog vers in de herinnering van hen die deze momenten hebben meegemaakt.

De jaren daarna volgde hij de voortgang van het apostolisch werk in deze landen. Hij had vaak de edelmoedigheid van de katholieken uit deze twee landen voor ogen, die voor de plaatselijke kerk en voor de missie zoveel getrouwe werkers hadden voortgebracht.

Jullie, kinderen van de nu heilige Jozefmaria, ervaren zijn nabijheid en zijn liefde. Zijn eerste opvolger, mgr. Álvaro del Portillo zei dat jullie in de tijden van de stichter leven. Zijn voorbeeld brengt jullie zijn oproep tot een intens apostolaat in herinnering. Voor ons ligt een belangrijke taak: Christus in ons leven en in het leven van velen tegenwoordig te stellen om zo bij te dragen aan de nieuwe evangelisatie van het oude continent.

Ik besluit met enkele woorden van de heilige Jozefmaria die ons stimuleren tot durf en tot vertrouwen in de goedheid van God. Hij rekent op ieder van ons daar waar wij zijn om deze boodschap te beleven en uit te dragen. Wees niet bang: "Duc in altum et laxate retia vestra in captura": kies het ruime sop en werp uw netten uit om te vissen.

(...) Is het waar dat wij onze persoonlijke ellende met ons meeslepen, het is niet minder waar dat de Heer rekening houdt met onze wankele natuur. Het ontgaat niet aan zijn barmhartige blik dat mensen schepselen zijn, met beperkingen, zwakheden, onvolmaaktheden en neiging tot zonde.

Bovendien moeten wij nooit vergeten dat wij alleen werktuigen zijn (...). De leer, de boodschap die wij moeten verspreiden, heeft in zichzelf een eindeloze vruchtbaarheid die niet van ons komt, maar van Christus" (Als Christus nu langskomt, 159).

Het is geen geheim dat het in praktijk brengen van het evangelie op moeilijkheden stuit. Toen de Heilige Jozefmaria het Opus Dei begon was dat niet anders, maar al tijdens zijn leven heeft de Heer zijn werk gezegend. Ook in ons leven zullen we ervaren dat God werkt.

Het sacrament van de verzoening is een van de speerpunten in jullie apostolaat. Verkondig de oproep van Jezus Christus en de apostelen tot bekering en boete. Werp de netten uit met nederigheid en vertrouwen: "Het is God zelf die zich heeft ingezet om het werk van het heil, de verlossing van de wereld te verwezenlijken" (Als Christus nu langskomt, 159).

Wij vertrouwen ons hiervoor toe aan de voorspraak van de Heilige Maagd. Op 7 oktober, feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans, kwam de eerste gelovige van het Opus Dei naar Nederland en enkele jaren later begon het werk in België. Moge Maria het werk van de prelatuur ten dienste van de Kerk blijven beschermen.

Rome, 8 oktober 2002- Basiliek van San Apollinare