Met de uitgave van dit deel met brieven is een aanvang gemaakt met de publicatie van een serie met brieven van de Heilige Jozefmaria aan de gelovigen van Opus Dei. Om wat voor brieven gaat het?
Ze zijn gericht tot alle personen die in de loop van de tijden tot het Opus Dei zullen behoren, dus niet tot specifieke ontvangers. Ze behandelen onderwerpen die verband houden met de geest en de geschiedenis van Opus Dei, maar de grote meerderheid heeft waarde voor alle christenen, omdat ze vooral gaan over het navolgen van Jezus Christus, het onderwerp dat de heilige Jozefmaria in het bijzonder interesseerde.
Dit zijn pagina's waarin hij zijn menselijke en bovennatuurlijke ervaring wilde delen, om zo een leer en ervaringen over te brengen die de vrucht waren van een heel leven van gebed en bezinning. In het bijzonder wijdt hij uit over het onderwerp van de bijdrage die leken en seculiere priesters kunnen leveren in onze wereld, om deze van binnenuit te verbeteren en om Jezus Christus te verkondigen aan alle mannen en vrouwen, in welke omgeving dan ook.
Dit zijn teksten die zullen verrassen met hun diepgang en moderniteit. Tegelijkertijd is hun toon heel vertrouwelijk, zoals in een informeel samenzijn. Daarom denk ik dat Escrivá het genre van de brief heeft gekozen om zijn gedachten door te geven. Het zijn geen verhandelingen, noch preken, noch meditaties: bij het lezen ervan is het gemakkelijk om je voor te stellen dat de stichter van Opus Dei vertrouwelijk schrijft of praat met mannen en vrouwen die hij als zijn geestelijke zonen en dochters beschouwde.
Waarom worden ze nu gepubliceerd? Hebben ze niet eerder het licht gezien?
Met de oprichting van het Istituto Storico San Josemaría Escrivá in 2001 werd begonnen met de publicatie van het volledige werk van de stichter van het Opus Dei. Dit werd gedaan met behulp van een kritische methodologie, dat wil zeggen een aandachtige studie van de bronnen. Dit werk heeft tijd nodig gehad om op gang te komen, en verschillende delen van deze collectie zijn al gepubliceerd, met name acht.
Na de eerste fase, waarin de werken die tijdens zijn leven werden gepubliceerd, werden bewerkt, was het de beurt aan de ongepubliceerde geschriften. In 2017 kwam het eerste deel van dit type uit, met teksten van de prediking, in de editie waaraan Francesc Castells en ik werkten. De volgende stap is het behandelen van een andere grote groep van ongepubliceerde geschriften, de Brieven, waar verschillende leden van het Instituut al jaren aan werken en waar we erg enthousiast over zijn, vanwege de grote waarde die ze naar onze mening hebben.
De redactie is wat traag geweest, omdat het nodig was om de bewaard gebleven versies en hun schrijfproces goed te onderzoeken, om een tekst die tot nu toe niet gepubliceerd is, op een kritisch veilige manier te publiceren. De materie was niet erg bekend, omdat de heilige Jozefmaria hier alleen aan werkte, met de hulp van een handvol medewerkers. Vlak voor zijn dood had hij besloten deze geschriften grondig te herzien met het idee om een definitieve versie te maken, maar zijn dood verhinderde hem dat te doen, en er zijn geen specifieke instructies over hoe en wanneer ze geredigeerd konden worden. In de jaren daarna zijn er verschillende pogingen geweest om ze te publiceren, maar die zijn op niets uitgelopen en pas met de oprichting van het Instituut is het mogelijk geweest om een concreet plan voor een kritische redactie op te stellen, dat uiteindelijk in de praktijk is gebracht. In ieder geval waren veel fragmenten van deze Brieven bekend omdat ze al tientallen jaren gedeeltelijk in diverse publicaties worden gebruikt.
Kunt u de hoofdthema's van de vier nu gepubliceerde brieven introduceren?
De eerste gaat over de heiliging van het gewone leven en over het werken in het midden van de wereld, waarbij christenen fungeren als zuurdesem in het deeg en proberen alle mannen en vrouwen dichter bij Christus te brengen. Met andere woorden, deze eerste tekst, die relatief kort is, gaat over de kern van de boodschap die het Opus Dei verspreidt. De tweede richt zich op de nederigheid, als een onmisbare deugd voor het christelijk leven en voor het trouw zijn aan God. De derde richt zich op het thema van de dienstbaarheid aan God, aan de Kerk en aan alle mannen en vrouwen waartoe christenen in het midden van de wereld geroepen zijn. Enkele passages waarin hij spreekt over de rol van de lekengelovigen bij het verbeteren en verlevendigen met een christelijke geest van de politieke, sociale en culturele realiteiten waarin ze leven en werken, vond ik bijzonder suggestief en zeer actueel. Het thema van vrijheid en respect voor de mening van anderen is zeer aanwezig. Ten slotte geeft de vierde tekst, die korter is, enkele richtlijnen voor de verkondiging van Christus in een sterk geseculariseerde wereld. Het thema is hoe men de naastenliefde kan beoefenen in de taak van het overbrengen van het geloof. Ik vind het een zeer interessant document voor zijn moderniteit en voor de zeer tolerante, open en respectvolle houding die het aanneemt ten opzichte van degenen die geen geloof hebben. Het bevat een sterke oproep voor de evangelisatie van onze wereld, met een vriendelijke en optimistische geest, die volgens mij een bron van bemoediging zal zijn voor veel christenen die zich inzetten voor de evangelisatie, ongeacht of ze sympathiseren met Opus Dei of niet.
Louis Cano
Hoeveel brieven bestaan er en wat was het tijdsbestek waarin ze werden geschreven? Is er een plan voor publicatie?
Er zijn 38 brieven, als je alleen die telt die de heilige Jozefmaria als een cyclus beschouwde, dat wil zeggen een vrij homogene reeks geschriften. In werkelijkheid zijn er nog enkele andere, waarvan we nog niet weten of ze moeten worden opgenomen in deze serie van de Collectie der Volledige Werken of in andere die gewijd zijn aan pastorale geschriften. Al met al zou men kunnen spreken van 40-45 documenten met zeer vergelijkbare kenmerken. Het plan is om ze de komende jaren te publiceren.
Zal naast deze brieven, gericht aan de gelovigen van het Opus Dei in het algemeen, ook de correspondentie met specifieke personen worden gepubliceerd?
Ja, er zal een complete serie worden gewijd aan de tot concrete personen gerichte brieven van Escrivá, waarvan sommige al zijn verschenen in het tijdschrift Studia et Documenta. Het gaat om enkele duizenden brieven. Dus we bestuderen wanneer en hoe we met hun systematische publicatie kunnen beginnen.
Wat was de historische en kerkelijke context waarin deze teksten werden geschreven?
Deze vraag is niet gemakkelijk om te beantwoorden, omdat we niet weten hoe lang hij er mee bezig is geweest om ze te schrijven. In feite zou men kunnen zeggen dat de heilige Jozefmaria in een tijdsbestek van bijna 40 jaar aan enkele brieven heeft gewerkt. Hij begon wellicht al in de jaren dertig van de vorige eeuw met een eerste ontwerp, waarbij hij ideeën opschreef om ze later verder uit te werken. Maar dat werk heeft hij pas jaren later weer opgepakt. Volgens ons onderzoek heeft hij grondig gewerkt aan de hele cyclus van de Brieven, in de laatste schrijffase, over een periode van eind jaren vijftig tot ongeveer begin jaren zeventig. Met andere woorden, in die jaren heeft Escrivá de oude teksten die hij had bewaard volledig bewerkt, waarbij hij modernere citaten heeft toegevoegd, zijn toevlucht heeft genomen tot meer recente uitdrukkingen en formuleringen van zijn gedachten, afkomstig uit de transcripties van zijn eigen woorden in meditaties en gesprekken, en nieuwe stukken tekst heeft toegevoegd. Zoals natuurlijk is en gemakkelijk op te merken, gebruikte hij de taal en ideeën die hij in zijn hoofd had ten tijde van die herbewerking, hoewel hij in verschillende documenten een vroegere datum wilde laten staan, als een herinnering - vaak verrijkt met een symbolische waarde - aan het begin van dat schrijven. Vandaar het verschil tussen deze brieven en de tot concrete personen gerichte brieven – die zoals gezegd in een aparte bundel zal worden gepubliceerd – waarin de datering samenvalt met het tijdstip van schrijven. Dit alles wordt in detail uitgelegd in de inleiding van dit eerste deel. Ik denk dat de heilige Jozefmaria geïnteresseerd was om, voordat onze Heer hem naar het hiernamaals riep, in deze Brieven een definitief panorama te geven van de geest van Opus Dei, een panorama dat eeuwige geldigheid zou hebben. Tegelijkertijd wilde hij de nadruk leggen op enkele specifieke thema's, die meer actueel waren in de jaren dat hij aan de eindredactie werkte, zoals de seculariteit van de leden van het Werk en hun vrijheid in tijdelijke aangelegenheden.
Vele jaren nadat ze zijn geschreven, en rekening houdend met het feit dat het brieven zijn die aan de gelovigen van het Werk zijn gericht, welk aandeel heeft het Historisch Instituut gehad bij het opnemen van de brieven in deze collectie?
De eerste taak was het zorgvuldig onderzoeken van de bronnen en het voorgaande materiaal dat we hebben, aangezien de heilige Jozefmaria deze teksten meerdere malen heeft herzien, waarbij hij verschillende versies heeft geproduceerd, waarvan hij sommige heeft vernietigd en andere niet.
Het was nodig om een kritisch onderzoek te verrichten om de verschillende versies naast elkaar te leggen en te tekst vast te stellen die de auteur als definitief beschouwde. Aan de andere kant is dit een geannoteerde uitgave, hoewel we het aantal aantekeningen wilden beperken tot wat essentieel is, om de lezer niet af te leiden van de hoofdtekst. Dit eerste deel bevat ook een inleiding, waarin de geschiedenis van het schrijven van deze documenten, hun kenmerken, enz. wordt uitgelegd en waarin een overzicht van dit rijke erfgoed wordt gegeven.