“Onbevlekte Moeder, maak dat ik uitsluitend gedreven word door de Liefde”

Op 8 december vieren we het feest van de Onbevlekte Ontvangenis. Ter voorbereiding op dit feest enkele teksten van de heilige Jozefmaria over de devotie tot de Onbevlekte Maagd Maria.

De Weg nr. 269: Wees niet zo blind of zo gehaast, dat je nalaat je in gedachten naar ieder Tabernakel te verplaatsen, wanneer je de muren of torens van de huizen Gods ontwaart. - Hij wacht op je.

Wees niet zo blind of zo overijld, dat je nalaat tenminste een schietgebedje te bidden tot de Onbevlekte Maagd Maria, wanneer je voorbij plaatsen komt, waarvan je weet dat daar Christus beledigd wordt.

nr. 496: Hoe prettig vinden de mensen het, herinnerd te worden aan hun verwantschap met vooraanstaande personen uit de schrijverswereld, de politiek, het leger of de Kerk!...

- Zing daarom voor de Onbevlekte Maagd: Wees gegroet Maria, Dochter van God de Vader; Wees gegroet Maria, Moeder van God de Zoon; Wees gegroet Maria, Bruid van God de Heilige Geest. God alleen is groter dan U!

nr. 598: Hoe groot is de waarde van de nederigheid! Quia respexit humilitatem... Meer dan het geloof, de liefde en de smetteloze zuiverheid wordt in de jubelzang van onze Moeder in het huis van Zacharias de nederigheid bezongen:

“Want Hij heeft neergezien op mijn nederigheid. Zie, van nu af zullen alle geslachten mij zalig prijzen”.

Moeder van de schone liefde Ego quasi vitis fructificavi... (Sir 24, 17), als een wijnstok breng ik vruchten voort van zoete geur en mijn bloesem draagt heerlijke en rijke vrucht.

Dat lazen we in het epistel. Moge er in onze ziel en in die van alle gelovigen en een overvloed aan die zoete geur —de devotie tot onze moeder Maria— zijn en moge die ons ertoe brengen een absoluut vertrouwen te stellen in haar die zonder onderbreking over ons waakt.

Ik ben de Moeder van de schone liefde, van de vreze des Heren, van de wetenschap en de heilige hoop (Sir 24, 24). Lessen die Maria ons vandaag in herinnering brengt. Een les over schone liefde, over een zuiver leven, een gevoelig en vurig hart om te leren trouw te zijn aan het dienstwerk van de Kerk. Het gaat niet om zo maar de een of andere liefde, maar om de Liefde. Hier is geen plaats voor verraad, berekening, vergeetachtigheid. Een schone liefde, want zij heeft als begin- en eindpunt de driewerf heilige God, die geheel en al Schoonheid, Goedheid en Grootheid is.

Maar ook vrees kwam ter sprake. Ik kan me geen enkele andere vrees voorstellen dan de vrees mij af te scheiden van de Liefde. Want God onze Heer wil niet dat wij bedeesd en bang zijn, wil niet, dat onze overgave onbeduidend is. Wij moeten dapper, moedig en fijngevoelig zijn. De vrees waarnaar de gewijde tekst verwijst, brengt ons die andere klacht in de Heilige Schrift in gedachten: Ik zoek mijn zielsbeminde, maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet (Hoogl 3, 1).

Dat kan het geval zijn wanneer de mens niet helemaal begrepen heeft wat het betekent God lief te hebben. Het kan voorkomen dat het hart zich laat meeslepen door dingen die niet naar de Heer voeren. En het gevolg is, dat we Hem uit het oog verliezen. In andere gevallen is het misschien de Heer die zich verbergt: Hij alleen weet waarom. Dan vuurt Hij ons aan Hem met nog meer ijver te zoeken en wanneer we Hem gevonden hebben, roepen we vol vreugde uit: Ik grijp hem vast en laat hem niet meer los (Hoogl 3, 4).

Uit de homilie “Moeder van God, Onze Moeder” die werd uitgesproken op 11 oktober 1964 en gepubliceerd in Vrienden van God.

De Smidse nr. 215: Onbevlekte Maagd Maria. Moeder! Laat mij niet alleen. U ziet dat ik heel bedroefd ben. Ik wil God niet beledigen!

Ik weet dat ik niets waard ben, en ik denk dat ik dat ook nooit zal vergeten. De last van mijn nietigheid en van mijn eenzaamheid drukt zwaar op mij! Maar toch... ik ben niet alleen: Gij, mijn lieve Moeder, en God, mijn Vader, laten mij nooit alleen.

Bij de opstandigheid van mijn vlees en de duivelse argumenten tegen het geloof blijf ik van Jezus houden en in Hem geloven: ik bemin en ik geloof.

nr. 434: Ik heb onder meer twee redenen, dacht onze vriend, om op zaterdag en op de vooravond van de feesten van mijn onbevlekte Moeder eerherstel te brengen.

De tweede reden is dat de mensen op zondagen en op feesten van de Maagd Maria (wat gewoonlijk volksfeesten zijn), nauwelijks of niet bidden, maar in plaats daarvan - je hoeft maar om je heen te kijken - God openlijk beledigen door grotere en kleinere zonden en door aanstootgevend gedrag.

De eerste reden is dat wij, die goede kinderen willen zijn, misschien door de duivel aangezet worden om aan deze dagen - die aan de Heer en zijn Moeder gewijd zijn - niet de nodige aandacht te schenken.

Je merkt zeker al dat deze redenen helaas nog altijd actueel zijn. Laten ook wij eerherstel brengen.

nr. 1028: De vurige smeekbede die van jouw lippen kwam heeft me geraakt: “Mijn God, het enige wat ik verlang is aangenaam te zijn in uw ogen. Al het overige vind ik niet belangrijk. Maria, mijn onbevlekte Moeder, maak dat ik uitsluitend gedreven word door de Liefde.”

De Voor nr. 475: “Onbevlekte Maagd, ik weet heel goed dat ik een arme stakker ben die niet veel anders doet dan iedere dag het aantal van zijn zonden groter maken” Onlangs heb je me gezegd dat je zo met onze Moeder sprak.

En beslist raadde ik je aan de rozenkrans te bidden: gezegende eentonigheid van de weesgegroeten, die je reinigt van de eentonigheid van je zonden!

nr. 695: Als je merkt dat je hart droog is, als je niet weet wat je moet zeggen, ga dan met vertrouwen naar de heilige Maagd. Zeg haar: Onbevlekte Moeder, bid voor mij!

Als je haar met geloof aanroept, zal zij je - midden in je gevoelens van droogte - de nabijheid van God laten proeven.

nr. 849: Mag ik je een raad geven die je dagelijks in praktijk kunt brengen? Als je de lagere neigingen van je hart voelt, bid dan langzaam tot de Onbevlekte Maagd: Zie medelijdend op mij neer, Moeder, laat me niet in de steek! - En geef die raad ook aan anderen!