Herontdekking van de universele oproep tot heiligheid

Homilie van mgr. Javier Echevarría, prelaat van het Opus Dei, in de mis van dankzegging voor de heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá. Rome, Sint Pietersplein, 7 oktober 2002.

Preek van mgr. Javier Echevarría, prelaat van het Opus Dei, in de mis van dankzegging voor de heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá. Rome, Sint Pietersplein, 7 oktober 2002.

"Laudate Dominum omnes gentes" (Ps 116 [117], 1), prijst de Heer alle volkeren. De uitnodiging van de tussenzang, die zojuist heeft weerklonken, vat onze diepste gevoelens van vandaag goed samen: "Deo omnis gloria!", voor God alle glorie. We willen de heilige Drieëenheid aanbidden en danken voor het geschenk waarmee Hij de Kerk en de wereld heeft verrijkt: de heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá, priester en stichter van het Opus Dei, gisteren door onze geliefde paus Johannes Paulus II.

Onze dank richt zich ook tot de Heilige Vader, die uitvoering heeft gegeven aan de plannen van de Drie-eenheid. Nu wij ons opmaken om onze gebeden tot God te richten, vertrouwen wij hem en zijn intenties aan de Heer toe. Wij weten dat dit gebed de heilige Jozefmaria zal bevallen, omdat hij de plaatsbekleder van Christus op aarde met heel zijn hart beminde. Daarom heeft hij deze liefde voor de paus nooit gescheiden van zijn liefde voor Jezus en Zijn gezegende Moeder. Vanaf het moment dat de Heer hem de eerste voorgevoelens van het Opus Dei gaf, dat hij toen nog niet kende, begon hij te bidden en te werken aan de roep uit zijn hart: "Omnes cum Petro ad Iesum per Mariam!", allen met Petrus naar Jezus door Maria.

Wij, die deze heilige Mis bijwonen, en de talloze mensen over de hele wereld die in de geest met ons verenigd zijn, hebben veel te danken aan de nieuwe heilige die God aan de Kerk heeft geschonken. Velen van ons hebben op zijn voorspraak genaden en allerlei gunsten verkregen. Wij proberen hem na te volgen in zijn trouw aan de Heer, door de geest die hij belichaamde te beleven. De heilige Jozefmaria heeft ons met zijn voorbeeld en leer concreet getoond hoe wij de weg van de christelijke roeping met als einddoel de heiligheid kunnen afleggen. Daarom is de heiligverklaring van de stichter van het Opus Dei een feest: het feest van de Kerk als grote familie van God. Hiervoor willen wij de Heer in deze eucharistieviering danken.

Als de twintigste eeuw getuige is geweest van de herontdekking van de universele oproep tot heiligheid, dan moet de eeuw waarin wij nu leven gekenmerkt worden door het beter en meer in praktijk brengen van deze leer

Nog geen veertig jaar geleden verkondigde het Tweede Vaticaans Concilie de universele oproep tot heiligheid en apostolaat. Er is nog een hele weg af te leggen, totdat deze waarheid werkelijkheid wordt in het leven van veel mensen. De paus heeft hieraan in zijn apostolische brief Novo millennio ineunte herinnerd, door deze leer voor te stellen als “fundament voor de pastorale planning waarmee we ons bij het begin van het nieuwe millennium bezig moeten houden” (NMI, 31).

Wij allen in de Kerk, herder en gelovigen, zijn persoonlijk geroepen om elke dag de heiligheid te zoeken en persoonlijk deel te nemen aan de taak die Christus ons heeft toevertrouwd. Als de twintigste eeuw getuige is geweest van de herontdekking van de universele oproep tot heiligheid – die vanaf het begin in het evangelie vervat lag en waarvan de heilige Jozefmaria door goddelijke roeping pionier is geweest –, dan moet de eeuw waarin wij nu leven gekenmerkt worden door het beter en meer in praktijk brengen van deze leer. Dit is een van de grote uitdagingen die de heilige Geest tot de mensen van onze tijd richt.

De heilige Jozefmaria probeerde alle mensen te doordringen van de urgentie van deze boodschap van heiligheid. Dat zijn heiligverklaring plaats heeft gevonden bij het aanbreken van een nieuwe eeuw, is van bijzondere betekenis. Zijn boodschap weerklinkt met grote kracht in de huidige tijd: “Met de nederigheid van degene die zich zondaar en weinig waard weet – in woorden van Petrus: ik ben een zondig mens (Lc 5, 8) –, maar tegelijk met het geloof van degene die zich door Gods hand laat leiden, zijn we gekomen om te verkondigen dat de heiligheid niet voor een groepje bevoorrechten bedoeld is. De Heer roept ons allemaal. Van ieder verwacht Hij Liefde, ongeacht plaats, levensstaat of beroep. Want dit alledaagse leven, zonder uiterlijke glans, kan een weg zijn tot heiligheid. Om God te zoeken is het niet nodig de eigen plaats in de wereld te verlaten – tenzij de Heer de roeping van religieus gegeven heeft. Alle wegen op aarde kunnen leiden naar een ontmoeting met Christus” (Brief 24 maart 1930, 2).

Zoals de nieuwe heilig vanaf de jaren dertig verkondigde, moeten wij op elk moment de Heer zoeken, Hem vinden en liefhebben

Zoals de nieuwe heilige vanaf de jaren dertig verkondigde (vgl. De Weg, 382), moeten wij op elk moment de Heer zoeken, Hem vinden en liefhebben. Alleen wanneer wij ons inspannen om deze stappen dag in dag uit te zetten, zullen we de volledige eenwording met Christus bereiken: door "alter Christus, ipse Christus" te zijn. “U zult misschien denken – zo zei hij – dat u nog in de eerste fase bent. Zoek Hem vol honger (…). Als u met die inzet aan de slag bent gegaan, durf ik u te verzekeren, dat u Hem al ontmoet hebt en dat u al begonnen bent met Hem om te gaan en Hem te beminnen en dat u uw gesprek in de hemel voert (vgl. Fil 3, 20)”

Vrienden van God, 300.

We vinden Jezus in het gebed, in de eucharistie en in de andere sacramenten van de Kerk: maar we vinden Hem ook in de trouwe en liefdevolle vervulling van onze gezins-, beroeps- en sociale verplichtingen. “Inderdaad gaat het om een moeilijk en verheven doel dat pas aan het eind van onze aardse weg volledig bereikt kan worden. Maar verlies niet uit het oog dat niemand als heilige geboren wordt. De heilige wordt gesmeed in het voortdurende samenspel van de genade van God en het antwoord van de mens daarop”, aldus de heilige Jozefmaria in een van zijn preken. Hij voegt eraan toe: “Daarom zeg ik u dat, als u zich op alle terreinen als een christen wilt gedragen (…), u dan de uiterste zorg aan de kleinste details moet besteden. U kunt immers de heiligheid die onze Heer van u eist, alleen bereiken door met liefde tot God uw werk te doen, uw plichten van elke dag na te komen, die bijna altijd bestaan uit kleine tastbare feiten Vrienden van God, 7.

Het werk heiligen. Zich met het werk heiligen. De anderen met het werk heiligen. Met deze uitdrukking vatte de stichter van het Opus Dei de boodschap samen die God hem had toevertrouwd om aan alle christenen te herinneren. De inzet om de heiligheid te bereiken is onafscheidelijk verbonden met de heiliging van de eigen beroepsarbeid, wanneer die wordt gedaan met menselijke volmaaktheid, zuivere intentie en in een geest van dienstbaarheid. Deze inzet is tevens niet te scheiden van de heiliging van de anderen. Als wij de Heer op zijn weg willen navolgen is het niet mogelijk onverschillig te zijn tegenover de naasten en hun materiële en geestelijke noden. “Onze roeping als kinderen van God, midden in deze wereld, eist van ons, dat wij niet slechts onze persoonlijke heiligheid nastreven, maar dat wij de aardse wegen der mensen omvormen tot paden die leiden tot de Heer, alle hindernissen ten spijt. De roeping eist van ons dat wij als gewone burgers actief deelnemen aan alle activiteiten van deze wereld om daarin de gist te zijn (vgl. Mt 33), die heel de massa doordesemt (vgl. 1 Kor 5, 6) Als Christus nu langskomt, 120.

De goddelijke Voorzienigheid heeft beschikt dat heilige Jozefmaria heeft geleefd in de twintigste eeuw, een tijd waarin wetenschap en techniek zich enorm hebben ontwikkeld, helaas niet altijd ten dienste van de mens. Het is daarom goed te erkennen dat er in onze tijd, naast de bewonderenswaardige verworvenheden van de menselijke geest, ook een vloed aan bitter water stroomt die de dorst naar geluk die in de harten ligt, vergeefs probeert te lessen. Maar het is ook waar, zoals mgr. Álvaro del Portillo schreef, dat met de geestelijke boodschap van de nieuwe heilige “alle beroepen, alle terreinen en de meest uiteenlopende eerlijke sociale situaties (…) door de engelen van God geroerd zijn, zoals het water van de badinrichting in Betzata (vgl. Joh 5, 2 ev.) genezende kracht kregen. Pastorale brief 30 september 1975, 20.

Nu wij denken aan de eerste opvolger van onze stichter, don Álvaro, ervaren wij zijn geestelijke aanwezigheid. Met hem kunnen wij, in dankbaarheid aan God, bevestigen dat dankzij de leer en de geest van de stichter van het Opus Dei “zelfs vanuit de meest dorre stenen en op de meest onverwachte plekken bronnen van helend water zijn ontsproten. Het goed afgemaakte werk van de mens is tot oogwater geworden, waardoor God kan worden ontdekt in alle omstandigheden van het leven en in alle dingen. Dit gebeurt juist nu, in een tijd waarin het materialisme met kracht het werk probeert te veranderen in modder die de mensen verblindt en hen belemmert naar God op te kijken” Ibid.

Ik groet allen die voor de heiligverklaring van de heilige Jozefmaria naar Rome zijn gekomen vanuit de Engelssprekende landen. Wanneer jullie weer naar huis gaan, neem dan het onderricht van de nieuwe heilige mee en probeer dat in praktijk te brengen. Vraag de heilige Jozefmaria dat hij jullie leert het proza van elke dag – de meest gewone situaties – om te zetten in heldendichten: in verlangens en daden van heiligheid en apostolaat.

De Franstaligen wil ik herinneren aan het belang om aan de apostolische opdracht van de Kerk mee te werken. Het is een plicht van elke christen om de wereld van de kunst, de letteren, de wetenschap en de techniek vruchtbaar te maken met de geest van het evangelie. Vraag de voorspraak van de heilige Jozefmaria om het streven, dat God zelf in zijn ziel grifte, in praktijk te brengen: Christus – met ons werk, wat dat ook mag zijn – te plaatsen aan de top van alle menselijke activiteiten.

De Kerk eert vandaag de heilige maagd Maria met de aanroeping van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. Het is een vreugdevolle gedachte te bedenken dat de heiligverklaring van onze stichter heeft plaats gehad aan de vooravond van een feest van de heilige Maria. Deze samenloop is als een teken van haar liefdevolle bijstand als Moeder. Nu wij de Heer opnieuw danken voor de heiligverklaring, nemen wij vol vertrouwen onze toevlucht tot haar. Nogmaals breng ik jullie in herinnering: Deo omnis gloria!, terwijl wij de Heer vragen dat het verlangen naar persoonlijke heiligheid en apostolaat in de omstandigheden van het gewone leven, steeds toeneemt onder de christenen. Amen.