“Als je het evangelie openslaat, bedenk dan dat wat daar verteld wordt - de werken en woorden van Christus -, er niet alleen staat om te weten, maar ook om te beleven. Alles, ieder punt dat aangeraakt wordt, is gedetailleerd opgenomen, opdat je het op de concrete omstandigheden van je leven toepast.”
Deze woorden van de heilige Jozefmaria Escrivá vatten het leven en de prediking samen van een man die het Woord van God kende en beminde. De theoloog Francisco Varo heeft een gedetailleerde studie verricht naar de citaten uit de heilige Schrift die het meest door de heilige gebruikt zijn. Hier volgt een samenvatting van het artikel dat in het januari-juni 2005 nummer van Romana, het officiële bulletin van de prelatuur, is verschenen.
De heilige Jozefmaria Escrivá als lezer van de heilige Schrift
De twee teksten die het meest in zijn werken verschijnen – veertien maal elk – zijn Lucas 1, 38, waarvan in het bijzonder de woorden: “zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord”, en het eerste deel van van de christologische hymne in de brief aan de christenen van Filippi (Fil 2, 6-8), waarvan vooral de woorden: “Hij heeft zich vernederd, Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis”.
De passage die als derde het meest geciteerd is – twaalf maal – zijn de woorden van Matteüs 11, 29-30: “Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht”. Zowel dit citaat als de eerdergenoemde verzen zetten aan tot actie, in dit geval tot een edelmoedige acceptatie van de plannen van God en tot een persoonlijke overgave door zonder voorwaarden en angst in het voetspoor van Jezus te treden.
Na dit derde citaat volgt met tien vermeldingen de opsomming in het Johannesevangelie van de aanwezigen op Calvarië: “Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena”(Joh 19, 25). Dit is een informatief vers, dat tegelijkertijd krachtig uitdrukt wat de trouw inhoudt.
De twee teksten die daarna volgen, en negen keer voorkomen, zijn verschillend van bron en context. De eerste zijn woorden van Jezus tijdens het laatste avondmaal: “Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets” (Joh 15, 5). De tweede is een uitroep van sint Paulus: “Ik kan alles aan, dankzij Hem die mij kracht geeft” (Fil 4, 13).