Het is goed dat we hebben stilgestaan bij de hinderlagen van de vijanden van de ziel: de ongeordende zinnelijkheid, de oppervlakkigheid, de dwaasheid van het verstand dat zich tegen de Heer verzet, de hoogmoedige trots die zowel de liefde voor God als voor de schepselen steriel maakt. Deze houdingen vormen een duidelijke hindernis en ze hebben een buitengewoon verstorende invloed.
De liturgie laat ons daarom smeken om de goddelijke barmhartigheid, zoals we in het openingsgebed hebben gedaan: mijn God, tot U richt ik mijn geest; op U vertrouw ik, beschaam mij niet. Laat niemand die tegen mij is de spot met mij drijven, want al wie naar U uitziet, zal niet worden teleurgesteld. (Ps. 24, 1-3) En in het gebed over de gaven zullen we opnieuw zeggen: al wie naar U uitziet, zal niet worden teleurgesteld!
Nu het ogenblik van onze redding nadert, is het troostend uit de mond van de heilige Paulus te horen dat de goedheid en mensenliefde van God onze Heiland op aarde is verschenen, en Hij ons gered heeft, niet omdat wij iets goeds gedaan zouden hebben, maar alleen omdat Hij barmhartig is. (Tit. 3, 4-5)
Als je de heilige Schrift leest zul je voortdurend de barmhartigheid van God ontdekken: zij vult de aarde, (Ps. 32, 5) zij strekt zich uit over al haar kinderen, super omnem carnem,(Sir. 18, 12) ze is om ons heen, (Ps. 31, 10) zij gaat voor ons uit, (Ps. 58, 11) ze vermenigvuldigt zich (Ps. 35, 8) om ons te helpen en wordt steeds weer bevestigd. (Ps. 116, 2) God die voor ons zorgt als een liefhebbende vader, ziet in barmhartigheid op ons neer. (Ps. 24, 7) Het is een milde barmhartigheid, (Ps. 108, 21) aangenaam als een regenwolk in een tijd van droogte. (Sir. 35, 26)
Jezus vat de lange geschiedenis van de goddelijke barmhartigheid samen met de woorden: zalig de barmhartigen, want ze zullen barmhartigheid ondervinden. (Mt. 5, 7) En bij een andere gelegenheid: Wees barmhartig, zoals uw hemelse Vader barmhartig is. (Lc. 6, 36)
Christus komt langs, 7