Werp je netten uit voor de vangst

De liturgische feestdag van de heilige Jozefmaria is gevierd met een plechtige eucharistieviering in Utrecht, Maastricht, Hengelo, Tilburg, Moergestel en Amsterdam. Sinds 2018 is deze gedachtenis opgenomen in de liturgische kalender van aartsbisdom Utrecht en van bisdom Haarlem-Amsterdam. Kardinaal Eijk was op 23 juni hoofdcelebrant in de Catharinakathedraal in Utrecht en Mgr. Hendriks op 26 juni in de Onze Lieve Vrouwekerk in Amsterdam. Na afloop ontmoetten beiden gelovigen en vrienden van het Opus Dei.

Hieronder volgt een samenvatting van de homilie van kardinaal Eijk, aartsbisschop van Utrecht en van Mgr. Hendriks, hulpbisschop van het bisdom Haarlem-Amsterdam.

Mensenvissers

Kardinaal Eijk nam als uitgangspunt voor de homilie het Evangelie van de wonderbaarlijke visvangst. De roeping van de apostelen om ‘mensen te vangen’ was in de context van die tijd beter te begrijpen dan nu, aldus de kardinaal: “Het beeld van de visser werd in de Romeins-Griekse Oudheid op bijzondere wijze verstaan. De wijsgeer lokte met zijn wijsheid als aas zijn leerlingen in de hoop hen te kunnen vormen en iets mee te geven van zichzelf of hen naar hun beeld om te vormen. Het ging daarbij in de regel om het oprecht zoeken van een objectieve wijsheid.”

Simon Petrus, de eerste paus, hoorde van Jezus dat hij later mensen zal vangen, met het net van het Evangelie; het aas waarmee hij lokt is het Woord van God, Jezus zelf. Kardinaal Eijk zei dat dit in de huidige tijd gemakkelijk verkeerd wordt begrepen: de autonome mens wil niet ‘gevangen’ worden. Kardinaal Eijk: “Overigens voelt hij zich wellicht autonoom, maar in feite is hij de gevangene van de massamedia, de sociale media en de wereld van de reclamemakers die hij vrijwel kritiekloos volgt.”

Kardinaal Eijk was op zaterdag 23 juni hoofdcelebrant in de Catharinakathedraal in Utrecht.

De kardinaal riep de aanwezigen op tot zelfreflectie: “En wat gaan we doen met die in Jezus verkregen vrijheid? De bedoeling is dat we van Hem gaan getuigen.

Volgens de Utrechtse aartsbisschop “heeft Gods mens geworden Woord de kracht in zich om in de toehoorders het verlangen te versterken dat iedere mens van nature naar God heeft. Het met overgave horen van Gods Woord en het ontvangen van het mens geworden Woord van God in de Eucharistie vormen ons om in Hem, de Leraar bij uitstek.” Van dwang is daarbij geen sprake, wel “is het juist de omvorming in Jezus die ons vrijmaakt, door ons te verlossen van ons aangeboren egoïsme als gevolg van de erfzonde. Alleen in Jezus vinden we onze volledige vrijheid.” De kardinaal riep de aanwezigen op tot zelfreflectie: “En wat gaan we doen met die in Jezus verkregen vrijheid? De bedoeling is dat we van Hem gaan getuigen.

Universele roeping tot heiligheid en apostolaat

Kardinaal Eijk: “Het was het grote inzicht van de H. Jozefmaria Escrivá in de jaren ’20 van de vorige eeuw dat de roeping tot heiligheid niet alleen priesters of religieuzen betrof, maar alle christenen, de leken inbegrepen. En dat zij ieder op hun eigen manier geroepen waren om van Jezus te getuigen in deze wereld. Wat wij 50 jaar na het Tweede Vaticaans Concilie vanzelfsprekend vinden, was in de jaren ’20 voor de meesten vreemd en onbekend. Pas tientallen jaren nadat hij het Opus Dei had opgericht, met als doel het charisma van de universele heiligheid van alle mensen uit te dragen, zou de H. Jozefmaria Escrivá meemaken dat het Tweede Vaticaans Concilie dat principe overnam.”

Van Jezus getuigen is tegenwoordig geen gemakkelijke opdracht, aldus de Utrechtse kardinaal. De weerstand en het onbegrip die we dagelijks tegenkomen is buitengewoon groot, zo benadrukte hij. Maar uiteindelijk komt de vangst door de Heer tot stand en niet door menselijke inspanning, “al wordt de apostelen wel gevraagd om mee te werken.”

“Duc in altum. Kies het ruime sop! – Schud het pessimisme, dat je laf maakt, van je af. Et laxate retia vestra in capturam. En werp je netten uit voor de vangst.” (De Weg nr. 792)

De H. paus Johannes Paulus II wees er al op: “Duc in altum”, ‘vaar naar het diepe’ zou voor christenen van de 21ste eeuw juist de grote uitdaging worden. Kardinaal Eijk: “De diepte ingaan en het niet laten bij allerlei vaagheden als het om het geloof in Jezus gaat vergt moed. Daarvan was ook de H. Jozefmaria Escrivá zich diep bewust, getuige nr. 792 van zijn eerste en meest bekende boek: De Weg. Hij geeft echter een duidelijk advies:

Duc in altum. Kies het ruime sop! – Schud het pessimisme, dat je laf maakt, van je af. Et laxate retia vestra in capturam. En werp je netten uit voor de vangst.”

Klik hier voor de volledige tekst van de homilie van kardinaal Eijk

Mgr. Hendriks, hulpbisschop van het bisdom Haarlem-Amsterdam.

Universele roeping tot heiligheid in historisch perspectief

In de homilie van 26 juni plaatste Mgr. Hendriks de heilige Jozefmaria Escrivá en de universele roeping tot heiligheid in historisch perspectief en moedigde aan zich te inspireren in de manier waarop de stichter het Opus Dei vooruit wist te brengen ondanks vele moeilijkheden. God dienen, heilig worden in de taak die je is toevertrouwd. Jozefmaria heeft dit met moed en godsvertrouwen voorgeleefd.

Bijdragen aan de heiligheid van de wereld

“Een van de meest wonderlijke ontwikkelingen in ons land ná het Tweede Vaticaans Concilie was de clericalisering van de leek. Iedereen wilde op het altaar en voorgaan in vieringen”. “Vóór het Tweede Vaticaans Concilie was het precies andersom: De priester was overal bij aanwezig”.

“Het gaat erom dat we ons realiseren dat het onze opdracht is heilig te worden in en door datgene wat de Heer ons in dit leven heeft toevertrouwd.”

Volgens de bisschop ging het hier om een fundamenteel misverstand: het leek erop dat het hebben van macht belangrijker was dan het met vuur het geloof verspreiden. “De leek is krachtens het doopsel en vormsel geroepen om aan de zending van de Kerk mee te werken. Het gaat erom als zuurdesem in deze wereld bij te dragen aan haar heiliging en heel het menselijk bestaan te doordringen van de geest van het evangelie. We zijn niet ‘belangrijk’ doordat we dicht bij het altaar staan, we zijn kostbaar omdat we door God geschapen zijn naar Zijn beeld, omdat we verlost zijn en tot Zijn kinderen zijn aangenomen en Hij ons alles heeft toevertrouwd, heel Zijn schepping, om die te bewerken en te beheren. Het gaat niet om macht, niet om positie, het gaat erom alles wat we doen, heel de taak die ons is toevertrouwd te maken tot iets moois en kostbaars voor God, die wij geroepen zijn in alles en overal te dienen. Het gaat erom dat we ons realiseren dat het onze opdracht is heilig te worden in en door datgene wat de Heer ons in dit leven heeft toevertrouwd.”

Mgr. Hendriks vervolgt: “De zalige Álvaro del Portillo heeft een grote en belangrijke rol gespeeld in de doorwerking van de centrale overtuigingen van de stichter van het Opus Dei in de teksten van het concilie. Ik denk dat de uitwerking die het tweede Vaticaans concilie aan deze thema’s heeft gegeven, niet goed denkbaar was geweest zonder en los van het charisma van de grote heilige die wij vandaag hier mogen vieren: de heilige Jozefmaria Escrivá”.

In heel het immense panorama van de arbeid

God wacht ons iedere dag op, in het laboratorium, in de operatiekamer, in de legerbarakken, in de leerstoel aan de universiteit, in de fabriek, in de werkplaats, op de velden, thuis en in heel het immense panorama van de arbeid.

De bisschop citeert de stichter van het Opus Dei[1]: “Jullie moeten je ervan bewust zijn, nu duidelijker dan ooit, dat God jullie roept om Hem te dienen in en vanuit de gewone, seculiere en burgerlijke activiteiten van het menselijk leven. Hij wacht ons iedere dag op, in het laboratorium, in de operatiekamer, in de legerbarakken, in de leerstoel aan de universiteit, in de fabriek, in de werkplaats, op de velden, thuis en in heel het immense panorama van de arbeid”. En vervolgt: “Jezus zegt degenen die Hij roept om Zijn leerlingen te worden, dat zij naar het diepe moeten varen en daar de netten uit moeten werpen: “Duc in altum”. Die leerlingen hadden de hele nacht voor niets gevist en niets gevangen, maar toch: “In verbo tuo”, op Uw woord zullen wij de netten uitwerpen.”

Met moed en Godsvertrouwen

“De heilige Jozefmaria heeft”, aldus de hulpbisschop, “deze moed en dit Godsvertrouwen in tal van werkelijk niet eenvoudige omstandigheden voorgeleefd. Als het menselijkerwijs gesproken niets lijkt te worden, komt het nog meer aan op de kern van onze inzet: Godsvertrouwen, zuiverheid van intentie, Hem in alles zoeken en vinden. We mogen de Heer op deze dag dankbaar zijn dat Hij de heilige Jozefmaria de zending en het charisma heeft geschonken om deze opdracht voor te leven en door te geven. Moge deze heilige juist in onze tijd een grote voorspreker zijn voor ons allen en voor heel de kerk”.

Klik hier voor de volledige tekst van de preek van Mgr. Hendriks.


[1] H. Jozefmaria. Liefde tot de Kerk, hoofdstuk 4.