Na de mis van dankzegging voor de heiligverklaring van de stichter van het Opus Dei ontving paus Johannes Paulus II de aanwezigen in audiëntie. Deze feestelijke ontmoeting brengt een grote variëteit aan gelovigen bijeen, afkomstig uit allerlei landen en met de meest uiteenlopende sociale en culturele achtergronden: priesters en leken, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, intellectuelen en werklieden. Dit is een teken van de apostolische ijver die in de ziel van de heilige Jozefmaria brandde.
Wat bij de stichter van het Opus Dei opvalt, is zijn liefde voor de wil van God. Er bestaat een betrouwbare maatstaf voor de heiligheid, namelijk het trouw vervullen van de wil van God tot de laatste consequenties. De Heer heeft een bedoeling met ieder van ons; aan iedereen afzonderlijk vertrouwt Hij een opdracht op aarde toe. De heilige zou zichzelf niet eens kunnen voorstellen buiten dit plan van God.
De heilige Jozefmaria was door de Heer uitgekozen om de universele roeping tot heiligheid te verkondigen en om aan te geven dat de gewone activiteiten waaruit het dagelijks leven bestaat, een weg tot heiligheid zijn. Men zou kunnen zeggen dat hij de heilige van het gewone was. Hij was er van overtuigd dat voor eenieder die vanuit het geloof leeft, alles een gelegenheid is tot een ontmoeting met God. Vanuit dit perspectief bezien, openbaart het gewone leven een onverwachte grootsheid.
Escrivá was een heilige met een enorme menslievendheid. Allen die met hem omgingen, van welke cultuur of sociale afkomst dan ook, beschouwden hem als een vader. Hij gaf zich totaal over voor de dienst aan de anderen omdat hij ervan overtuigd was dat iedere ziel een schat is: in feite, zo stelde hij, is iedere mens al het Bloed van Christus waard. Deze houding van dienstbaarheid was duidelijk zichtbaar in de toewijding aan zijn priesterlijk ambt en in de grootmoedigheid waarmee hij zoveel evangelisatiewerken en ontwikkelingsprojecten ten dienste van de armsten vooruit heeft gebracht.
e Heer heeft hem de gave van het goddelijk kindschap diepgaand doen begrijpen. Hij heeft anderen geleerd om het aardse gelaat van een Vader te aanschouwen in de God die tot ons spreekt door middel van de meest uiteenlopende gebeurtenissen van het leven. Een Vader die ons liefheeft, die ons stap voor stap volgt en ons beschermt, ons begrijpt en van ieder van ons beantwoording aan zijn liefde verwacht. De beschouwing van deze vaderlijke aanwezigheid, die de mens vergezelt op alle wegen der aarde, geeft aan de christen een onverwoestbaar vertrouwen; op ieder moment kan hij vertrouwen op de hemelse Vader. De gelovige is aldus per definitie een optimist, want hij weet zich kind van God in Christus.
De heilige Jozefmaria was er ten diepste van overtuigd dat het christelijk leven een opdracht en een apostolaatswerk inhoudt. We zijn op aarde om haar te verlossen in Christus. Hij beminde de wereld hartstochtelijk met “verlossende liefde” (vgl. Catechismus van de Katholieke Kerk, 604). Daarom heeft zijn onderricht zoveel gewone christenen geholpen om te ontdekken dat het geloof verlossende kracht heeft, die de wereld kan omvormen. Deze boodschap heeft vergaande gevolgen voor de evangeliserende taak van de Kerk.
Deze kerstent de wereld “van binnen uit”. Er kan daarom geen conflict bestaan tussen de goddelijke wet en de eisen van de authentieke menselijke vooruitgang. Deze heilige priester leerde dat Christus de top moet zijn van alle menselijke activiteiten (vgl. Joh 12, 32). Zijn boodschap brengt de christenen ertoe werkzaam te zijn op de plaatsen waar aan de toekomst van de maatschappij vorm gegeven wordt. De actieve aanwezigheid van de leek in alle beroepen en in de meest uitgestrekte horizonten van de ontwikkeling zal beslist leiden tot een positieve bijdrage aan de vereniging tussen geloof en cultuur, waar onze tijd zo veel behoefte aan heeft.
De heilige Jozefmaria heeft heel zijn leven ten dienste gesteld van de Kerk. De priesters, de leken – die de meest uiteenlopende wegen bewandelen – en de religieuzen, vinden in zijn geschriften een bron van inspiratie. Geliefde broeders en zusters, als jullie de heilige met openheid van hart en geest imiteren, bereid om de lokale Kerk te dienen, dragen jullie bij aan de versterking van de spiritualiteit van de gemeenschap, die in de apostolische brief Novo millennio ineunte wordt aangegeven als een van de belangrijkste doelstellingen van onze tijd.
Het is voor mij een reden tot vreugde te besluiten met een verwijzing naar het liturgische feest van vandaag, Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. De heilige Jozefmaria heeft een mooi boekje geschreven, getiteld: De Heilige Rozenkrans. Het baseert zich op het geestelijk kind zijn, een geestelijke houding die kenmerkend is voor degenen die tot een totale overgave aan de wil van God wensen te komen. Van harte vertrouw ik jullie allen, met jullie gezinnen en apostolaatswerken, toe aan de moederlijke bescherming van Maria en ik bedank jullie voor jullie aanwezigheid.
Nogmaals wil ik alle aanwezigen bedanken, in het bijzonder degenen die van ver gekomen zijn. Ik nodig jullie uit, geliefde broeders en zusters, een helder getuigenis van geloof te brengen naar alle delen van de wereld, volgens het voorbeeld van jullie heilige stichter. Ik begeleid jullie met mijn gebed en zegen jullie, je gezinnen en je bezigheden van harte.