Kimbondo

Programme d’Action Sociale “Traditie en ontwikkeling zijn niet met elkaar in tegenspraak”

Het leven in het binnenland van Kongo is zwaar. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat de meeste inwoners van Kimbondo - zoals die van vele andere randwijken van Kinsjasa - gezinnen zijn afkomstig van het platteland. Zij zijn naar de hoofdstad getrokken op zoek naar een beter bestaan en betere onderwijskansen voor hun kinderen. Helaas is de toestand in de stad niet zo rooskleurig als zij zich hadden voorgesteld. Met name de laatste tien jaar is de situatie zeer onstabiel en de werkloosheid enorm toegenomen. Het gevolg is een toestand van grote ellende, die door de oorlog alleen nog maar erger is geworden.

Les in de openlucht in de begintijd van Kimbondo

In die situatie zag in november 1995 het Programme d'Action Sociale het licht. Het is een initiatief om het maatschappelijk en menselijk welzijn te bevorderen. Mensen uit Kinsjasa van diverse afkomst en beroep werken eraan mee. Het project dat klein begonnen is, probeert het levensniveau van de bewoners van de wijk te verhogen. Het geeft vorming die mensen in staat stelt een vakbekwaamheid op basisniveau te verwerven. Daarnaast wil men hen helpen hun menselijk, cultureel en godsdienstig niveau te verbeteren. Het is niet toevallig, dat de initiatiefnemers van het project hun drijfveer vonden in het onderricht van de zalige Josemaría Escrivá over de heiliging van het dagelijkse werk. "Een mens of maatschappij die niet reageert op nood of onrecht, die zich niet inspant dit te verhelpen - zo zei hij - is noch mens noch maatschappij naar de maatstaf van de liefde van het Hart van Christus" (Als Christus nu langs komt, nr. 167).

Nelly Tshela, een jong Kongolees juriste en de huidige directrice van het project, vertelt over het 'hoe' en 'waarom' van dit initiatief.

Wat is de oorsprong van dit sociale ontwikkelingsprogramma?

Wij werden vooral getroffen door de situatie waarin de vrouw in Kongo verkeerde. We zagen de noodzaak van hulp aan deze vrouwen. Ze leven in precaire omstandigheden, die veroorzaakt worden door eeuwenoude gewoonten. Daardoor worden zij in een minderwaardigheidspositie gesteld. Er diende iets te gebeuren om het levensniveau van de 12.000 bewoners van deze wijk te verbeteren. Wij hadden weinig middelen tot onze beschikking, maar wel een beetje gezond verstand en een christelijk gevoel. Daarom wil het programma, naast een beroepsopleiding, ook een optimistische houding meegeven, die openstaat voor het menselijke. Die houding komt voort uit het besef dat wij allemaal - ieder met zijn eigen karakter - door God bemind worden, en dat God rekent op de steun die wij elkaar kunnen geven.

Welke reacties kregen jullie?

De reactie van de bevolking was heel positief, zij het niet meteen. Je moet bedenken dat driederde van de vrouwen in deze wijk in het gunstigste geval slechts een heel bescheiden basisvorming heeft gekregen. Eerst moeten zij de noodzaak en het belang ontdekken om nieuwe dingen te leren - zoals leren lezen - en het grote nut om tijd te investeren en inspanning te leveren voor het verbeteren van hun omstandigheden. Omdat de vrouwen gewend zijn opgeslokt te worden door het werk op het land en het overleven van het eigen gezin, kost het hun in het begin veel moeite om de aangeboden vorming op waarde te schatten. Maar zodra een eerste groepje het positieve effect inziet, ligt de weg open. Wanneer zij nuttige kennis beginnen te verwerven, gaan zij verlangen naar een leven van meer kwaliteit.

Hoe kunt u de meer dan 6000 vrouwen in de wijk bereiken?

Het is niet ons streven iedereen te bereiken, maar wel steeds méér. In de eerste jaren op de universiteit raakte ik vertrouwd met de werken van de stichter van het Opus Dei, de zalige Josemaría Escrivá. Ik had met name belangstelling voor een betere kennis van de ideeën die hij uitdroeg over de vrouw en haar taak in de maatschappij. Dat is nu het aanknopingspunt voor het werk dat wij ondernomen hebben. Je moet een droom hebben en durf hebben. Het bijwoord "meer" kwam ik dikwijls tegen bij de zalige Josemaría. Vanaf het begin hebben wij de noodzaak ingezien om in contact te komen met vrouwen uit de omstreken, die "groepsleidsters" zouden kunnen worden.

De eerste groep die aan het werk ging bestond uit een klein aantal vrouwen. Onder hen bevonden zich enkelen die gestudeerd hadden. Vanaf het begin hebben wij de medewerking aanvaard van deze academisch gevormde vrouwen maar ook van iedereen die aan de ontwikkeling van het project wilden deelnemen. Wij mikken op alle typen Kongolese vrouwen, onafhankelijk van hun leeftijd en maatschappelijke afkomst. Wij willen hen bijbrengen, dat dit soort acties niet alleen hulp biedt aan mensen die in armoede leven, maar ook een persoonlijke verrijking betekent.

Jullie methode?

Gezond verstand bijbrengen. Door met elkaar in gesprek te gaan, door te leren praten met elkaar. Zo leer je werken, en dan opent zich een nieuwe horizon. In concreto bieden we naai- en handwerkcursussen aan. We werken ook op het terrein van de landbouw. Bovendien bieden we voor belangstellenden cursussen aan over de katholieke leer en moraalkwesties, en er bestaat altijd de mogelijkheid gebruik te maken van de pastorale zorg van de priesters van de Prelatuur van het Opus Dei. Ontwikkeling in Kimbondo is mogelijk, maar daarvoor dient de vrouw zich wel te engageren. Dat is vanaf het begin onze drijfveer geweest. Ontwikkeling kan men niet bestuderen: die maakt men, door zich te geven. Dat is tenminste ons gevoel.

Werken jullie met de jeugd?

De gemiddelde leeftijd van de bevolking bij ons is heel laag. Tot nu toe is het krachtigste initiatief voor jonge meisjes een project geweest waarmee we in september 1997 zijn begonnen. Het betreft een naai- en confectieschool, Lycée Professionel Kimbondo geheten. De school werd officieel in februari 1998 door de minister van onderwijs geopend. De school wil de meisjes een vak leren waarmee ze in het leven verder vooruit kunnen. Ze volgen naaicursussen en bereiden zich tegelijkertijd voor op hun toekomstige taak als groepsleidster op het platteland. Op die manier kunnen ze helpen anderen te bereiken, door eerst hun eigen omgeving te verbeteren.

De school begon het eerste jaar met een beperkt aantal leerlingen. Maar nu in het derde jaar hebben tientallen meisjes om toelating gevraagd. Veel leerlingen zijn dochters van vrouwen die aan andere activiteiten van het Programma voor Sociale Actie deelnemen.

Zijn er nog andere concrete initiatieven?

In 1999 hebben we een nieuw programma opgenomen, in de lijn van onze wens tot verbetering. We zijn bezig met de vorming van een groot aantal groepsleidsters ten behoeve van het platteland. De minister van sociale zaken was de voorzitter bij de presentatie op 13 juli jl.

In het nieuwe programma laten wij in een heel aangename sfeer onze gedachten gaan over de vraag hoe we deze levensvreugde kunnen overbrengen op de verschillende nederzettingen in de omgeving van de wijk. En ook over de vraag hoe we deze vrouwen kunnen leren werken, in een christelijke visie. Deze sportieve instelling hebben wij ook aan de zalige Josemaría te danken. Ik ben niet in staat om de draagwijdte van deze sociale actie te overzien. Maar er zijn nu meer dan honderd vrouwen die sterk geïnteresseerd zijn in het zoeken naar oplossingen. En zoeken is toch een teken dat er al verbetering te bespeuren is.