De verlangens van Gods hart

In deze dagen is op veel plaatsen over de hele wereld de publieke viering van de Eucharistie afgelast. Maar we kunnen nog gedurende de dag veel geestelijke Communies bidden om uitdrukking te geven aan ons ongeduld.

Op 23 april 1912 deed de heilige Jozefmaria zijn Eerste Heilige Communie. Op die dag “wilde Jezus zich mijn hart toe-eigenen”, herinnerde hij zich jaren later dankbaar.

In de Communie ontvangen wij Jezus, maar in werkelijkheid is Hij het die ons ontvangt. We nodigen Hem uit bij ons thuis, maar Hij is het die ons ontvangt in het Zijne. Hij is onze gastheer. Onze verlangens om Hem te ontvangen zijn een bleke weerspiegeling van de Zijne. We kunnen meermaals per dag een geestelijke Communie bidden, maar zijn verlangen naar intimiteit met ieder van ons is veel vuriger: “Vurig heb ik verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten” (Lc 22,15).

Ook wij willen dat ons hart brandt van verlangen om Hem te ontvangen, om één met Hem te worden. Het is een troost te luisteren naar woorden van de heilige Pastoor van Ars: “een geestelijke Communie werkt in de ziel als een zuchtje wind op een brandende sintel die op het punt staat uit te doven. Wanneer je voelt dat je liefde voor God verkoelt, doe dan direct een geestelijke Communie” (H. Johannes Maria Vianney, Preken).

“Hoewel Hij niets nodig heeft, wil Hij nooit van ons gescheiden worden”

In deze dagen bevinden we ons in vele delen van de wereld in een of andere vorm van quarantaine. Misschien zullen sommigen hun huizen niet kunnen verlaten om de Mis bij te wonen. Op veel plaatsen was het nodig de publieke viering van de Eucharistie af te gelasten. Maar onze Heer blijft bij ons. Wacht op ons. Verlangt naar ons.

Wij bidden dat er spoedig een einde komt aan deze situatie en dat we in staat zullen zijn om onze ziel opnieuw te verenigen met de Zijne door middel van de sacramentele Communie. We zijn bezorgd dat deze gedwongen afwezigheid onze liefde kan verkoelen. Het kan zijn dat we, na zoveel jaren dagelijks Hem te hebben ontvangen, wij enkele weken zijn sacramentele aanwezigheid moeten ontberen. Deze fysieke verwijdering kan ons helpen de onverdiende gave van veelvuldige Communie beter te waarderen, de tedere nabijheid van een God die brood wordt en het stille dienstwerk van priesters die Hem tegenwoordig stellen door hun stemmen en handelingen.

Dit kunnen goede dagen zijn om te beseffen hoe zeer het God verheugt bij ons te zijn, hoe vurig de eeuwige Heer op ons wacht. Zoals de heilige Jozefmaria zei: “hoewel Hij niets nodig heeft, wil Hij ons niet missen” (Christus komt langs, nr. 84).

Heiligen in het gewone leven

De heiligheid die God ons wil geven is mogelijk midden in de wereld, te midden van de gewone omstandigheden van elke dag. Misschien herinneren zelfs ouderen zich niet een situatie als die waarmee we nu worden geconfronteerd. Niettemin maakt ze nu deel uit van ons “gewone leven”. God wil dat we Hem juist daar zoeken. Het zou niet goed zijn om Hem te zoeken in wat buitengewoon is, met het risico de straat op te gaan als het verstandig is om thuis te blijven. Onze ouders gehoorzamen, of misschien onze kinderen, of de artsen, en natuurlijk de instellingen voor volksgezondheid, dat zijn houdingen die eigen zijn aan degenen die heiligheid zoeken. We moeten ernaar streven om elk moment te leven in een vrede die ons met God verenigt.

Wij weten niet hoe lang wij het zonder deelname aan de Eucharistie moeten stellen, maar we moeten de waarde beseffen die ons oprechte verlangen om Hem te ontvangen heeft in Gods ogen. De heilige Jozefmaria heeft duizenden mensen over de hele wereld een gebed onderwezen dat hij van een goede priester piarist leerde: “Ik zou U willen ontvangen, Heer, met die zuiverheid, nederigheid en toewijding waarmee uw allerheiligste Moeder U ontving, en met de geest en de vurigheid van de heiligen.”

Geestelijke Communie gebeden door heilige Jozefmaria.

De heilige Faustina Kowalska zei dat Jezus zelf haar zei dat als wij meerdere malen per dag een geestelijke Communie zouden bidden, wij in slechts een maand ons hart volledig zouden zien veranderen. Deze weken kunnen een geweldige gelegenheid zijn om ons hart te vergroten, om ons te vereenzelvigen met Gods verlangens.

Het is een heel krachtig gebed omdat het de wens uitdrukt om de hoogste top te bereiken die een schepsel ooit heeft bereikt. Hij wil dat zijn ziel de hoogte bereikt van Maria’s hart, de gezegende onder alle vrouwen. En hij wil graag de vurigheid van alle andere heiligen tot de zijne maken. Alles lijkt hem weinig als het gaat om het vieren van de aanwezigheid van een Gast aan wie alles toekomt. En God maakt zijn verlangens effectief. God zuivert een ziel die op deze wijze bidt. Om op een menselijke manier te spreken, God “geniet” ervan te zien hoe zijn eniggeboren Zoon en zijn aangenomen zoon elkaar beminnen. Gedurende deze dagen kunnen we God gelukkig maken door onze gewone plichten te vervullen en dit korte gebed veelvuldig te bidden. Het zal ons helpen Hem niet alleen in het nabijgelegen, maar misschien niet toegankelijke Tabernakel te vinden, maar ook in de duizend kleine dagelijkse gebeurtenissen bij ons thuis.

Een kerker van Liefde!

Dit zijn dagen om het Hart van onze God beter te begrijpen: “Al twintig eeuwen is Hij daar … vrijwillig opgesloten voor mij, en voor alle mensen!” (De Smidse, 827). Wanneer wij het leven zij aan zij met anderen een uitdaging vinden, of wanneer glimlachen niet makkelijk is, zal het ons troosten om te beseffen dat Hij op ons wacht in zijn “kerker van Liefde”. Als we “de broekriem moeten aanhalen” om door deze crisis heen te komen, als ziekte ons overvalt of als verveling komt, zal het ons troosten te weten dat onze Heer ons niet heeft verlaten, dat Hij aanwezig is in degenen die bij ons wonen, bij degenen die lijden of eenvoudigweg bang zijn. Wanneer wij moeten studeren zonder tentamens in zicht, of on-line moeten werken zonder een leidinggevende die onze tijd op sociale media inperkt, wanneer we zorg moeten besteden aan ons werk en elke klus thuis goed moeten klaren, is het wezenlijk om te rekenen op de steun, de nabijheid en hartelijke bemoediging van onze Heer. Hij maakt ons lijden en verlangen tot het zijne, zelfs voordat we het zelf ervaren.

De heilige Jozef is een van de heiligen die maandenlang voeding vond in geestelijke Communies. Hij droomde ervan hoe het Kind eruit zou zien en sprak er zeker over met Maria. Het waren maanden van voorbereiding, van verlangen om Hem in hun armen te houden. Maria’s woorden waren een adem die de vlam van hoop in haar echtgenoot deed oplaaien. Jozef is misschien getuige geweest van hoe Maria het Kind in haar schoot zei dat ze Hem graag wilde omhelzen en voor Hem wilde zorgen, terwijl ze voor Hem zong met de genegenheid van de meest liefhebbende Moeder. Tezamen hebben ze zeker een zo goed mogelijke ontvangst voor het Kind voorbereid, voor God die mens werd.

Zelfs als we Hem niet sacramenteel kunnen ontvangen, kunnen wij Hem nog steeds elke dag danken, nadat we ons via televisie of internet hebben verenigd met de Heilige Mis, en Hem loven voor al zijn gaven, ook voor wat wij nu niet begrijpen.

Diego Zalbidea