"De heilige Jozefmaria redde letterlijk mijn leven"

Het verhaal van Fernando, een portier van een nachtclub in Portugal die ervan droomde soldaat te worden en die uiteindelijk God vond dankzij een film over de stichter van Opus Dei.

Ik ben Fernando, en ik woon in Pinhal Novo, Portugal. Ik ben getrouwd en heb een zoon Tomas, die nu 21 is. Ik ben de tweede van drie broers. Ik ben gedoopt en heb een katholieke opvoeding gehad. De beproevingen van het leven begonnen al vroeg. Mijn ouders scheidden toen ik 6 jaar oud was en mijn vader stierf jong, toen ik 15 was. De impact op mij van deze eerste levensjaren was groot en negatief. Ik gaf het praktiseren van het geloof en een christelijke levenswijze op, en volgde dwaalwegen.

Ik studeerde altijd maar halfslachtig, en aan het eind van de middelbare school ging ik in het leger. Mijn droom was toen om soldaat te worden. Ik dacht er ook aan om een cursus elektronica te volgen aan de Marine Academie. Maar dat bleken slechts tienerdromen te zijn.

Dromen om soldaat te worden.

Tegelijkertijd probeerde ik mijn passie voor sport niet op te geven. Ik hield erg van voetbal, maar nog meer van rugby. Uiteindelijk heb ik een opleiding tot computertechnicus gevolgd. Dit alles gebeurde op grote afstand van God en in slecht gezelschap. In die tijd, om de waarheid te zeggen, was ik zelf het slechtste gezelschap.

Godzijdank kwam ik er altijd weer bovenop. Er waren veel uitgaansavonden, discotheken, grote hoeveelheden alcohol, en ik heb het leven nooit echt op een volwassen manier onder ogen gezien. Soms denken we dat we het eeuwig leven hebben en de hypothese van God komt niet eens in ons op.

Ik ontmoet mijn vrouw

Ik heb 12 jaar in een klein elektronicabedrijf gewerkt, en later in een bedrijf voor marktonderzoek in de farmaceutische sector, waar ik mijn toekomstige vrouw ontmoette. We konden het goed met elkaar vinden, en zij begon me op het juiste spoor te zetten. En we werden verliefd.

Ik veranderde weer van baan en ging voor een Duits IT-beveiligingsbedrijf in Lissabon werken. Het onderwerp beveiliging is altijd erg prominent geweest in mijn leven. Al heel vroeg in Pinhal Novo vormden we een vriendengroep, en ik was altijd de beveiliger op feestjes. Als mensen baldadig werden, zette ik ze eruit, vaak als ze dronken waren. Ik werd ingehuurd voor de beveiliging van studentenfeesten op de rechtenfaculteit van de universiteit van Lissabon. Een keer nodigden ze me zelfs uit om de beveiliging te verzorgen bij het concert van de Rolling Stones in het Alvalade Stadion.

Ik besloot om bij mijn (toekomstige) vrouw in te trekken. We gaven al veel geld uit om twee huishoudens te onderhouden en het leek het meest logische om te doen. Maar toen kregen we ons eerste kind. Toen ik vader werd, was de verandering nog sterker, omdat ik de "ik" begon te vergeten en meer naar de "hij" begon te kijken. Het middelpunt van het leven werd mijn zoon, zijn welzijn en goede opvoeding. Omwille van hem, en natuurlijk ook van ons, besloten we te trouwen. Moeilijke omstandigheden lieten een katholiek huwelijk niet toe, enkel een burgerlijk.

Volgende halte: Cahora Bassa in Mozambique

Dat was een verschrikkelijke tijd in mijn leven, maar mijn overlevingsinstinct vond een manier om door te gaan. Een smalle en slecht afgebakende weg, maar ik besefte dat ik hard moest werken om elke dag te proberen een beter mens te zijn dan de dag ervoor. Ik schreef me in voor verschillende opleidingen in het hoger onderwijs, maar kon ze nooit afmaken.

In 2006 aanvaardde ik een uitdagend project: werken aan de veiligheid van de Cahora Bassa-dam in Mozambique, op dat moment de op twee na grootste hydro-elektrische dam ter wereld. Portugal stond op het punt het beheer van dit project over te dragen aan de Mozambikanen en mijn team moest zorgen voor de veiligheid van de laatste fase van de werkzaamheden.

Cahora Bassa-dam (Mozambique), de op twee na grootste hydro-elektrische dam ter wereld.

Ik moest een klein team uit Portugal meebrengen en ongeveer 20 mensen ter plaatse aanstellen. We hebben veel geleerd in Afrika, en waren nederig door hoe goed de mensen waren. We moesten leren om in moeilijke omstandigheden te werken en logistiek zeer efficiënt te zijn, aangezien de dam in niemandsland ligt en niets gemakkelijk te verkrijgen is.

Dat waren drie zeer moeilijke jaren: veel reizen met veel stress die me ernstige gezondheidsproblemen bezorgden. Ik had twee bijna-beroertes en kreeg het advies om te rusten.

Draken verschijnen in mijn leven

Ik ben een filmliefhebber. En in het midden van mijn bijna wanhoop en pogingen om tot rust te komen terug in Portugal, keek ik dwangmatig films. Ik kijk graag naar historische films, waar ik iets van kan leren. Op een dag werd in de videoclub van de televisie een film over de Spaanse Burgeroorlog vertoond. Uit het niets, zonder ernaar te zoeken, stuitte ik op de film "There be Dragons." Ik dacht eerst dat het gewoon een film zou zijn over de Spaanse Burgeroorlog, die vooruitliep op het grotere conflict in de Tweede Wereldoorlog. Tot mijn verbazing ging het vooral over een priester wiens leven met de gebeurtenissen verbonden was en die nu een heilige is, Jozefmaria Escrivá, de stichter van Opus Dei.

Ik zocht op Google naar informatie over Opus Dei en vond de officiële website met de mogelijkheid om vragen te stellen. Ik deed dat in de hoop meer te weten te komen over Opus Dei en er uiteindelijk een band mee te kunnen krijgen, wat ik dacht dat waarschijnlijk onmogelijk zou zijn voor iemand als ik.

Tot mijn verbazing ontving ik een paar dagen later een e-mail van een lid van Opus Dei dat in Palmela woonde. Deze eerste ontmoeting was belangrijk. Ik stelde veel vragen en leerde over het zoeken naar heiligheid door werk en dat Opus Dei ook activiteiten voor mij had. In die tijd dacht ik: "Ik moet me hieraan vasthouden om uit deze diepe put te geraken."

Ik begon de bezinningsdagen bij te wonen. Ik genoot van de meditaties: de mogelijkheid om met God te spreken van aangezicht tot aangezicht met de hulp van een priester. Ik begon geestelijke leiding te krijgen, wat werkelijk alles in mijn leven veranderde.

Na 40 jaar ging ik biechten

Op een dag in 2016 (ik weet het nog heel goed) besefte ik dat ik in zonde leefde en dat weekend ging ik met mijn pastoor in Pinhal Novo praten over een katholiek huwelijk voor ons. Ik was toen werkloos en had weinig middelen. We konden maar een paar gasten uitnodigen. Ter voorbereiding op het huwelijk, ging ik biechten. Het was een diepe reiniging, meer dan 40 jaar na mijn laatste biecht, en het gaf me een enorme vrede.

Na ons huwelijk zag ik dat de volgende stap zou zijn om me voor te bereiden op het Vormsel, dat ik in 2017 samen met een aantal jongere mensen in de parochie ontving.

Vanaf dat moment besefte ik dat wat ik had geleerd in de vorming van Opus Dei en in de voorbereiding op de sacramenten ik niet voor mezelf kon houden. Ik bood aan om in de parochie te helpen als 1ste- en 2de-jaars catechist en ik zette me met veel energie in voor deze taak.

Mijn vrouw merkte dat ik aan het veranderen was... ten goede, zei ze. Ook mijn zoon Tomas en mijn zus merkten de verandering op. Sinds mijn bekering heb ik altijd geprobeerd om een vreugdevol getuigenis af te leggen als iemand die zijn geloof op een coherente manier beleeft.

Ik herinner me dat ik kort daarna mijn eerste bezinningsdagen volgde in Sintra. Het leek mij dat God mij vroeg om vrijgeviger te zijn. Ik herinner me een gesprek met de priester toen ik vroeg wat een plan van versterving was, een moeilijk woord voor mij. Ik herinner mij dat hij mij geduldig de betekenis van het offer uitlegde en enkele kleine verstervingen voorstelde die ik dagelijks kon doen: op het juiste tijdstip wakker worden en naar bed gaan, en een klein offer bij elke maaltijd.

De vorming houdt nooit op en ik besefte dat ik mijn kennis van het geloof moest verdiepen door de Catechismus van de Katholieke Kerk en andere spirituele boeken te lezen. Ik begon de waarde van de Mis te waarderen en dat God elke dag op mij wacht in de Eucharistie. Ik herinner me ook de dag dat ik het Scapulier van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel kreeg en dat ik onderricht kreeg over de devotie tot Onze Lieve Vrouw.

Onlangs ontdekte ik, door gebed en met de hulp van mijn geestelijk leidsman, mijn roeping bij Opus Dei als surnumerair. Net als de eerste christenen wordt ons gevraagd God en onze naasten lief te hebben, en een vroom leven te leiden zoals elke katholiek dat zou moeten doen. En dit alles met het doel om morgen, in Gods ogen, een beter mens te zijn dan vandaag...

De heilige Jozefmaria heeft letterlijk mijn leven gered. Nu kan ik geen dag voorbij laten gaan zonder iets van zijn woorden te lezen of te horen, een onuitputtelijke bron van inspiratie om verder te gaan in de mallemolen van het leven, steeds te vallen maar altijd weer op te staan.

Het grote verschil is dat ik nu, als ik op de bodem van de afgrond ben, omhoog kijk en veel mensen zie die mij de hand reiken om weer op de been te komen. Ik zie ze graag als ezels die staan te popelen om zielen naar God te leiden. Ik heb nooit draken gevonden in Opus Dei. Ik vond vrolijke en volgzame ezels, altijd klaar om een nieuwe lading op hun rug te krijgen.