“Als priester raak je zielen aan”

Interview met Martijn Pouw in het bisdomblad 'Op Tocht', waarin de nieuwe priester vertelt over zijn weg naar het priesterschap. Tijdens de Wereldjongerendagen in 2005 in Keulen had hij het gevoel dat de Heer hem vroeg: wil je volledig voor Mij kiezen?

Hij laat het fraaie fotoboek zien dat zijn tante maakte van zijn priesterwijding. De foto’s tonen de volle breedte van de wereldkerk: op het vuurrode kleed in de Sint-Eugeniusbasiliek in Rome staan 31 wijdelingen van het Opus Dei uit Spanje, Uruguay, Venezuela, Argentinië, Colombia, Brazilië, de Filipijnen, Italië, Slowakije, Frankrijk, Nigeria, Oeganda, Kenia en Ivoorkust. En één uit Nederland: Martijn Sebastian Pouw (1977).

Kardinaal Sarah wijdde hen op 5 mei 2018 tot priester, op 17 februari jl. vierde Pouw zijn eerste plechtige Heilige Mis in de Onze Lieve Vrouwekerk in Amsterdam. Niet dat hij in de tussentijd stil heeft gezeten: hij rondde in Rome zijn proefschrift af over Luther en Calvijn en deed daarna pastorale ervaring op in Madrid. Sinds kort woont hij in Utrecht. Hij moet nog wennen en mensen leren kennen, maar wil dan met volle kracht het geloof zichtbaar maken in de stad.

“Als tiener was een jeugdclub van het Opus Dei in Amsterdam belangrijk. Er was een klimaat van vrijheid en discussie. Alleen zo kun je een persoonlijke band met Christus ontwikkelen.”

Martijn Pouw groeide op in Naarden, met vier broers in een katholiek gezin. Zijn moeder maakte echt werk van de geloofsopvoeding. “Zij gaf thuis godsdienstles en verzorgde de communievoorbereiding in de parochie.” Het gezin kerkte enige tijd in Baarn. Als tiener was een jeugdclub van het Opus Dei in Amsterdam belangrijk, vertelt hij. “In die tijd ging ik naar de kerk, maar ik begon wel allerlei geloofsvragen te stellen. Dat hoort erbij op die leeftijd en het is noodzakelijk dat je daarvoor de ruimte krijgt. Dat kon daar. Er was een klimaat van vrijheid en discussie. Alleen zo kun je een persoonlijke band met Christus ontwikkelen.”

Hij ging in Maastricht rechten studeren en woonde in een studentenhuis van het Opus Dei. Zelf was hij geen lid – dat zou nog jaren duren. “Over de geloofsleer had ik geen twijfels meer, ik vond het geloof vooral mooi. Ik herinner me een bezinningsweekend in Zonnewende, het conferentieoord van Opus Dei. Buiten was het landschap ondergesneeuwd, terwijl ik binnen de catechismus las. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Dit komt van God.’ Ik werd gegrepen door de schoonheid van het geloof.”

Enerzijds voelde hij de aantrekkingskracht om zijn leven volledig met Christus te delen, anderzijds dacht hij aan het stichten van een gezin. “Hoewel dit elkaar helemaal niet hoeft uit te sluiten, had ik wel de indruk dat God bij mij aanstuurde op een keuze voor het apostolisch celibaat.

Tijdens een congres in Rome in de Goede Week kwam de vraag naar boven: is het Opus Dei iets voor mij? En dan als numerair lid, iemand die celibatair leeft en volledig beschikbaar is voor Opus Dei. Ik heb daar toen niets mee gedaan.”

De afstand werd groter toen hij als advocaat op de Amsterdamse Zuidas aan de slag ging. “Daar heb ik drie jaar gewerkt. En hoewel het daar primair gaat om carrière maken, geld verdienen en cliënten binnenhalen, heb ik er vooral het vak van advocaat geleerd. Zonder extreme werktijden en andere randzaken. Daarna werkte ik vier jaar bij een organisatie voor katholiek onderwijs, waarbij ik schoolbesturen juridisch bijstond. Inmiddels had ik bij de Wereldjongerendagen in Toronto in 2002 mijn vriendin leren kennen.”

Ik had sterk het gevoel dat de Heer mij vroeg: wil je volledig voor Mij kiezen? Ik kon dat niet langer negeren.

Advocaat en echtgenoot leek zijn toekomst, toen die andere mogelijkheid zich opnieuw aandiende: “Dat was tijdens de Wereldjongerendagen in 2005 in Keulen. Ik had sterk het gevoel dat de Heer mij vroeg: wil je volledig voor Mij kiezen? Ik kon dat niet langer negeren. Dat betekende natuurlijk wel enkele moeilijke gesprekken met mijn vriendin, maar zij zei me: ‘De Heer houdt meer van jou dan ik ooit zal kunnen doen.’ En dat was het precies.”

In december 2005 werd Pouw lid van het Opus Dei, startte een eigen advocatenpraktijk in Amsterdam en ging parttime doceren aan de Vrije Universiteit. Zo had hij meer ruimte om zich voor Leidenhoven, het Amsterdamse studentenhuis van Opus Dei, in te zetten. Ieder lid van het Opus Dei studeert op een eigen niveau theologie, zo ook Martijn Pouw. “Negen jaar nadat ik me bij Opus Dei had aangesloten, vroeg de prelaat of ik me volledig aan de studie theologie wilde wijden met het oog op een eventueel priesterschap. Die vraag was geen verrassing, ik had hem laten weten hiervoor open te staan.”

Dat moment in Keulen was mijn echte roeping, toen koos ik voor het Opus Dei.

“Dat moment in Keulen was mijn echte roeping, toen koos ik voor het Opus Dei. Leden van het Opus Dei zijn geroepen om de heiligheid te zoeken in dagelijkse activiteiten. Het priesterschap is een nadere uitwerking van mijn roeping – in de sacramenten, in de prediking, in de dienstbaarheid.” In 2014 vertrok hij naar Rome. Een mooie tijd, met studenten uit vele landen. Sommigen waren er om priester te worden, anderen studeerden theologie voor hun vorming.

In Utrecht ligt zijn primaire taak in het studentenhuis van het Opus Dei. Daar wonen zo’n 16 mannelijke studenten en jonge beroepsmensen, ongeveer de helft is lid van het Opus Dei. “Ik verzorg hier de geestelijke begeleiding voor wie dat wil.” Dat doet hij ook in een meisjes studentenhuis in de stad, andere taken brengen hem wekelijks naar Zonnewende in Brabant en naar Maastricht. “Reizen is één van de taken van de priester tegenwoordig.”

Indrukwekkend tijdens zijn pastorale stage in Madrid, was het biecht horen. “In Maastricht heb ik dat ook gedaan, in de Onze Lieve Vrouwe basiliek die ik nog kende uit mijn studententijd. Als er geen biechteling was, zorgde ik ervoor dat ik zichtbaar was. Want zien dat de priester biecht hoort, is al apostolaat. Voor veel mensen is de drempel om te gaan biechten hoog. Vaak weten ze niet wat er gebeurt. Misschien dat foldertjes met uitleg dat weg kunnen nemen.”

Vriendschap sluiten en openstaan voor mensen. Ons geloof is positief, Christus is positief dus het is belangrijk de vreugde van het geloof uit te stralen, zoals paus Franciscus zegt. Dat betekent geduld hebben, net als Christus.

Pouw: “Mijn beeld van het priesterschap is grotendeels gevormd door het Opus Dei. Het is heel mooi, want als priester raak je in zekere zin de zielen aan.” Hij wil zich inzetten voor evangelisatie in brede zin. “Maar ik heb nog veel te leren. Wat zijn de zorgen, de vreugdes en de vragen? Wat is de beste manier om apostolaat te beoefenen? Wat mij betreft kleinschalig en op een natuurlijke manier, dat is de werkwijze van het Opus Dei. We willen de sfeer van een christelijk gezin creëren. Vriendschap sluiten en openstaan voor mensen. Ons geloof is positief, Christus is positief dus het is belangrijk de vreugde van het geloof uit te stralen, zoals paus Franciscus zegt. Dat betekent geduld hebben, net als Christus. Hij kon fel van leer trekken, tegelijk was Hij liefdevol en uitnodigend. Uiteindelijk moet Christus handelen: door ons, met ons en in ons. Dat moet je nooit uit het oog verliezen. Met Hem kunnen wonderen gebeuren, ook hier en nu.”

Roland Enthoven

Bisdomblad Op Tocht, maart 2019