Sandra had geen geloof toen ze voor het eerst een centrum van het Opus Dei bezocht, waar ze door een vriendin was uitgenodigd. Vandaag, vijftien jaar later, is ze geassocieerd lid en vertelt ze over het proces van haar ontmoeting met God, in wie ze de ervaring van het vaderschap ontdekte. Sandra vertelt hoe ze bij haar eerste bezoek aan een centrum van het Opus Dei verbaasd was toen ze ontdekte dat, wat een culturele bijeenkomst zou zijn, een samenzijn was in een huis met een kapel. Ze was verbaasd toen ze zag dat mensen “een soort knieval maakten” en ‘knielden’. Toen ze de kapel zag, riep ze uit: "Maar mijn hemel! Wat is dit?“.
Op dat moment dacht ze: ”Ik wil zo snel mogelijk weg". Hoewel ze aanvankelijk dacht dat de levensstijl van de mensen van het Opus Dei onbegrijpelijk was, veranderde er iets toen ze iemand ontmoette die met geloofskracht kanker doorstond en toen iemand haar aanraadde om “Onversneden Christendom” van C.S. Lewis te lezen. Het lezen van dit boek deed haar zich afvragen: “Wat, als God bestaat?” Dit zorgde voor een ommekeer in haar leven, want tot dan toe “was ze 22 jaar lang in de overtuiging geweest dat God niet bestond”.
Toen ik uit de biechtstoel kwam, ging ik voor het tabernakel zitten en besefte ik dat God mijn Vader was. Dat betekende heel veel, want door mijn familieomstandigheden heb ik nooit een vaderfiguur gehad.
De echte bekering volgde toen ze het advies van deze vriendin opvolgde en ging biechten. “Toen ik uit de biechtstoel kwam, ging ik voor het tabernakel zitten en besefte ik dat God mijn Vader was. Dat betekende heel veel, want door mijn familieomstandigheden heb ik nooit een vaderfiguur gehad”. Dat moment was cruciaal voor Sandra: “God, die ik me altijd had voorgesteld als een heel verre God... was mijn Vader! En Hij hield van me.”
Dit zette haar aan het denken over haar leven, haar relaties en haar roeping. Ze voelde dat ze wilde zijn zoals de mensen die dit geloof beleefden, hoewel ze niet helemaal begreep wat het betekende om deel uit te maken van het Opus Dei. “Ik wist niet wat een numeraire of een geassocieerd lid was, maar wat ik had ontdekt, raakte me.” Na deze ervaring begon Sandra dagelijks naar de Mis te gaan, te bidden en een leven van gebed te leiden dat ze als een noodzaak voelde. Haar beslissing om geassocieerd lid van het Opus Dei te worden kwam op natuurlijke wijze, vanwege haar behoefte om dicht bij haar familie te zijn. “Ik ben nog steeds dezelfde persoon, maar mijn leven is radicaal veranderd.” Hoewel haar leven nieuwe gewoontes kreeg, zoals “de tijd die ik vroeger aan televisie besteedde, investeren in dingen die meer zin hebben”, is het belangrijkste voor haar de innerlijke rust die ze heeft gevonden. “Voor mij is dat als de zekerheid dat God de hele dag bij me is.” Sandra besluit: “Het is voor mij heel waardevol om lid te zijn, want het is mijn geluk, het is de zin van mijn leven”.