Aantal artikelen: 28

“Vergeleken bij God ben jij nog kleiner dan een peuter”

Vergeleken bij God, die eeuwig is, ben jij nog kleiner dan een peuter van twee jaar is in vergelijking met jou. En behalve een kind, ben je ook kind van God. - Vergeet dat niet. (De Weg, 860)

“De Heer dienen midden in de wereld”

Kijk eens hoeveel mannen en vrouwen er op de wereld zijn... Onder hen is er niet één die niet door de Meester wordt geroepen. Hij roept op tot een christelijk leven, een heilig leven, een uitverkoren leven, een eeuwig leven. (De Smidse, 13)

“Jezus zoekt nog steeds een plaats”

De heilige Schrift verhaalt dat Jezus werd geboren in een stal in Betlehem, “omdat er voor hen geen plaats was in de herberg”. Ik zit niet naast de theologische waarheid als ik je zeg, dat Jezus nog steeds een plaats zoekt, een plaats in je hart. (De Smidse, 274)

“Hij is geboren”

Kerstmis. Iedereen zingt: Venite, venite... laten wij gaan, want Hij is geboren. En nadat ik heb staan kijken hoe Maria en Jozef voor het Kind zorgen, durf ik jou toe te fluisteren: Kijk nog eens naar het Kind. Zou iemand daar ooit genoeg van kunnen krijgen? (De Smidse, 549)

“God vernedert zich”

En in Betlehem wordt onze God geboren: Jezus Christus! - In een stal: er is geen plaats in de herberg. - Zijn Moeder wikkelt Hem in doeken en legt Hem neer in een kribbe (Lc. 2, 7).

“Waar is de pasgeboren koning?”

De nederigheid is ook een goede weg om tot de innerlijke vrede te komen. - Hij heeft het zelf gezegd: “Leer van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart... en gij zult vrede vinden voor uw zielen”. (De Weg, 607)

“Wij kunnen al het goede in ons leven heiligen”

Je taak als apostel is groots en mooi. Je bevindt je op het punt waar de genade en de vrijheid van de zielen samenvloeien; en bent getuige van het plechtigste ogenblik in het leven van sommige mensen: hun ontmoeting met Christus. (De Voor, 219)

“Christus zegt tegen u en mij dat Hij ons nodig heeft”

Devotie voor Kerstmis. - Ik glimlach niet, als ik je de rotsen van boomschors zie bouwen en de eenvoudige lemen beeldjes zie rangschikken rond de stal. - Je bent me nooit volwassener voorgekomen dan nu, nu je op een kind lijkt. (De Weg, 557)