De Allerheiligste Drie-eenheid schenkt je zijn genade en verwacht dat je die op een verantwoordelijke manier gebruikt: tegenover zoveel weldaden kun je je geen makkelijk, traag en lui gedrag meer veroorloven - omdat er, afgezien daarvan, zielen op je wachten!
De Voor, 957
God is bij je. De Allerheiligste Drie-eenheid woont in de ziel die in staat van genade is.
Ondanks al je ellende kun je - en moet je - daarom voortdurend in gesprek zijn met de Heer.
De Smidse, 261
Leer de Vader en de Zoon en de Heilige Geest te loven. Leer een bijzondere devotie te hebben tot de Allerheiligste Drie-eenheid: ik geloof in God de Vader, ik geloof in God de Zoon, ik geloof in God de Heilige Geest; ik hoop op God de Vader, ik hoop op God de Zoon, ik hoop op God de Heilige Geest; ik houd van God de Vader, ik houd van God de Zoon, ik houd van God de Heilige Geest. Ik geloof in de Allerheiligste Drie-eenheid, ik hoop op de Allerheiligste Drie-eenheid, ik houd van de Allerheiligste Drie-eenheid.
Deze vroomheidsoefening is nodig als een bovennatuurlijke oefening voor de ziel, die vertaald wordt in uitingen van het hart, maar niet altijd wordt omgezet in woorden.
De Smidse, 296