Wat was het Opus Dei voordat het een prelatuur werd? Wat is het verschil tussen de statuten van 1950 en de huidige?

Vanaf de stichting op 2 oktober 1928 was het Opus Dei, in de kiem hetzelfde als wat wij nu ontkiemd zien: een deel van de Kerk, samengesteld door gelovigen en hiërarchisch gestructureerd rond een hoofd, de stichter, de heilige Jozefmaria Escrivá, priester. Deze kerkelijke, universele realiteit moest natuurlijk nog erkend worden door de Kerk en het was nodig dat de Heilige Stoel die realiteit als hiërarchische structuur vorm zou geven. Het is een langdurig proces geweest. Dat is begrijpelijk omdat het een nieuw verschijnsel is in het leven van de Kerk.

Vóór de oprichting als personele prelatuur, de juridische vorm die volledig beantwoordt aan de realiteit van het Opus Dei, was het Opus Dei goedgekeurd als seculier instituut. De erkenning als seculier instituut maakte het mogelijk dat alle gelovigen, priesters en leken, deel uitmaakten van dezelfde kerkelijke realiteit en gaf een zeker gezag aan de priester die aan het hoofd stond. De statuten van 1950 gaven een getrouw beeld van de realiteit van het Opus Dei, maar, omdat het in het schema van het seculiere instituut moest passen bevatte het ook elementen die niet pasten bij het seculiere karakter van het Opus Dei. Deze elementen komen in de statuten van de prelatuur niet meer voor.