Perschef Vaticaan: Paus maalt niet om imago

In 1974 zwengelde dr. Joaquín Navarro Valls een publiek debat aan over de schaarse officiële informatie die naar buiten kwam tijdens de Synode over Evangelisatie. Tijdens die synode was een centrale rol weggelegd voor kardinaal Karol Wojtyla.

Benoeming

Tien jaar later, op 4 december 1984, benoemde Wojtyla, inmiddels Johannes Paulus II, Navarro Valls tot perschef van de Heilige Stoel. De benoeming van een leek en een lid van Opus Dei bij de Vaticaanse persdienst veroorzaakte toen enige enig ophef. Maar destijds kon niemand ook nog maar bevroeden hoezeer de relaties met journalisten en de massamedia erdoor zouden gaan veranderen.

Radicale omwenteling

Wel beschouwd heeft Johannes Paulus II een radicale omwenteling in de beeldvorming aangaande het pausdom en de Romeinse Curie teweeg gebracht. Hij is de eerste paus die persconferenties hield, die regelmatig spontaan vragen van journalisten beantwoordde en die toestemming gaf voor de publicatie van boeken waarin hij wordt geïnterviewd. De keuze voor Navarro Valls maakte deel uit van deze revolutie. Na zijn aantreden bij de persdienst nam het aantal bijeenkomsten met journalisten sterk toe en werden veel meer documenten al onder embargo uitgedeeld. Tegenwoordig is meer dan 80 procent van het nieuws over activiteiten van de Kerk en de paus afkomstig van het Vaticaanse persdienst.

Interview

In een interview dat journalist Antonio Gaspari enige tijd geleden met hem hield, zei Navarro Valls: "De taak die wij ons bij het persbureau van het Vaticaan stellen is het bestrijden van vooroordelen. Die zijn vaak erg hardnekkig, niet door onze schuld maar door de koppigheid van sommige individuen". Ter gelegenheid van de 20e verjaardag van Navarro Valls’ aanstelling als directeur van het Vaticaanse persbureau heeft ZENIT dat interview integraal gepubliceerd. Hieronder een groot deel van dat vraaggesprek.

Kunt u enkele voorbeelden geven van hoe de relaties met journalisten zijn veranderd?

Er zijn vele voorbeelden. Zo mochten journalisten de paus overal volgen. Hij stond zelfs toe dat televisiecamera’s zijn ontmoeting met Ali Agca vastlegden, de man die had geprobeerd hem te vermoorden.

Hij heeft nooit enige vorm van censuur opgelegd, zelfs niet als het zijn gezondheid betrof. Toen in juli 1992 werd ontdekt dat hij een tumor had en het nog niet duidelijk was of die kwaadaardig was, belde hij me op en zei: "Ik ga dit tijdens het Angelus melden. Vertel jij maar aan de journalisten wat jou het beste lijkt".

Gedurende zijn verblijf in het ziekenhuis hebben we steeds zeer volledige informatie verstrekt. Toen een andere keer zijn gebroken been werd geopereerd hebben we zelfs de röntgenfoto met de prothese aan een televisieploeg getoond. Voor deze mate van transparantie kreeg ik zelfs enige kritiek. Ik wil daarbij echter benadrukken dat deze aanpak niet alleen een informatieve techniek is, maar ook tekenend is voor de manier waarop wij tegen de Kerk en de figuur van de paus aankijken.

Benoeming Wat dacht u toen u gevraagd werd om hoofd te worden van het Vaticaanse persbureau en wat was uw verhouding tot de paus destijds?

Toen ik hoorde dat de paus mij in deze functie wilde benoemen, werd ik door vele twijfels overvallen, maar de tijd was beperkt. Ik was destijds voorzitter van de Internationale Pers Club in Rome. Vijfhonderd in Rome aanwezige journalisten hadden mij herkozen voor een tweede termijn, hoewel ik eigenlijk besloten had om mijn journalistieke avontuur te beëindigen en naar Spanje terug te keren. Daar wilde ik mijn oude carrière weer oppakken, die van docent aan een medische opleiding.

Op dat moment was mijn kennis over de paus vrij beperkt. Ik had als journalist wel eens een reis in zijn gevolg gemaakt, maar dat was het eigenlijk. Ik heb me vaak afgevraagd waarom hij juist mij heeft uitgekozen. Ik genoot wel veel vertrouwen onder de buitenlandse journalisten, maar ik denk niet dat dit doorslaggevend is geweest.

Ik denk eerder dat de Heilige Vader de wens had om tegemoet te komen aan de verwachtingen die zijn pontificaat van meet af aan wereldwijd hebben gewekt. Om de uitdagingen van wereldwijde communicatie aan te kunnen gaan, was het noodzakelijk om veel dingen te veranderen: het taalgebruik, de structuur en bovenal de mentaliteit.

Twee logica’s Wat waren de problemen die u te lijf moest gaan?

Een probleem is dat de logica van de Kerk en die van de media zeer verschillend zijn. De logica van de media wordt volledig bepaald door dagelijkse gebeurtenissen. Ideeën worden niet diepgaand weergegeven, maar gepresenteerd door middel van persoonlijke stellingnamen. Bovendien moet nieuws impact hebben, positief of negatief, dat maakt niet uit. […]

Aan de andere kant heb je de logica van de Kerk, waarbij alles langdurig in overweging wordt genomen. Voor de Kerk maakt iedere uitspraak deel uit van een groter geheel en impliceert de samenhang en eenheid van dat geheel dat de morele leer niet gescheiden kan worden van het menselijk leven en van het feit dat we kinderen zijn van God.

Voor ons was dus de vraag hoe we die twee zo uiteenlopende manieren van denken het beste naast en met elkaar konden laten bestaan. Het geruststellende antwoord kwam in feite van dit pontificaat, dat er zelf in geslaagd is om die twee logica’s te combineren. Johannes Paulus II is niet achtergebleven bij de publieke opinie, sterker nog, de massamedia hebben de paus gevolgd.

De Heilige Vader is voor mij altijd zeer beschikbaar. Ik overleg zeer regelmatig met hem. Als ik ’s ochtends zie dat de paus iemand ontvangt over wie ik vragen kan verwachten, ga ik meteen naar hem toe en zodra hij klaar is met het gesprek, vraag ik hem welke onderwerpen aan de orde zijn gekomen. Ik wil overigens benadrukken dat in al die jaren van samenwerking met de paus, hem nog nooit heb horen zeggen: "Voorzichtig, deze informatie is alleen voor jou".

Paus en imago Heeft u de paus ooit verteld hoe hij zich tegenover de massamedia moet gedragen?

[…] De paus heeft zich nooit druk gemaakt over zijn imago. Een criticus van The New York Times raakte na langdurige bestudering van de paus ervan overtuigd dat Johannes Paulus II tegen alle conventies ingaat. Hij negeert de televisie en domineert daarom het medium.

Hebben de vele geruchten over zijn gezondheid hem nooit zijn geduld doen verliezen?

Wat hij weigert te accepteren zijn niet de geruchten over zijn gezondheid op zich, maar wel de speculaties over de invloed die zijn ziekte heeft op zijn vermogen om paus te zijn. Johannes Paulus II accepteert niet dat vanwege een of andere ziekte getwijfeld wordt aan zijn moraaltheologie. Hij maalt niet om hoe hij eruit ziet. Hij is niet bang om te laten zien dat hij lijdt. Hij weet immers heel goed dat pijn een karakteristieke ervaring van het leven van ieder mens is.

Opus Dei U bent wellicht het bekendste lid van het Opus Dei. Heeft dit ooit voor problemen gezorgd?

Opus Dei is mijn persoonlijke keuze, de wijze waarop ik leef binnen de grote familie van de Kerk. Dit lidmaatschap heeft nooit tot problemen in mijn relaties met anderen geleid aangezien ik mijn werk professioneel aanpak. Om deze reden heeft het me ook nooit uitgemaakt wat de religies zijn van de journalisten die een accreditatie voor het persbureau hebben. Wanneer een accreditatie wordt aangevraagd, is het enige criterium dat we daarbij hanteren, de professionaliteit van de betreffende persoon.

Vaticanisten Kunt u criteria noemen die maken dat iemand een goede Vaticanist is?

Het is niet mijn gewoonte om advies te geven aan collega’s. Ik kan echter wel een beroep doen om mijn eigen professionele ervaring als journalist. […] Het is erg moeilijk om bepaalde standpunten van de Heilige Stoel te begrijpen als men niet bekend is met de christelijke antropologie, de doctrine en de ethiek van de Kerk. Als je Vaticaanse gebeurtenissen louter vanuit een politiek perspectief probeert te duiden, dan heb je er niets van begrepen.

Zenit / katholieknederland.nl