Benedictus XVI over Jezus van Nazareth

Het boek over Jezus van paus Benedictus XVI is volgens dr. Joris Geldhof (faculteit Godgeleerdheid, Katholieke Universiteit Leuven) in meerdere opzichten uniek en origineel. Een boekrecensie van Kerknet.be.

Ten eerste is het genre van het boek moeilijk te definiëren; het is niet zomaar theologie, exegese of spiritualiteit. Het is een diepgravende combinatie van deze drie elementen, waarbij de schrijver er niet voor terugdeinst zijn eigen zoektocht naar Jezus op een openhartige manier te verdisconteren. (1)

Ten tweede stelt de paus uitdrukkelijk dat het niet gaat om een leerambtelijk document. Hij geeft zijn persoonlijke visie weer en is graag bereid daarover in discussie te treden.

Ten derde levert het boek een belangrijke en gezaghebbende bijdrage aan een permanent debat dat zowel professionele theologen als gewone gelovigen beroert, en dat draait rond de even simpele als beklijvende vraag: wie was/is die Jezus toch? Uit de manier waarop Ratzinger deze vraag behandelt, zullen theologen zowel als niet-theologen veel inspiratie kunnen putten.

Qua opbouw kent het boek een logisch en helder patroon, dat min of meer de gang van Jezus’ optreden volgt zoals we dat kennen vanuit het relaas van de vier evangelisten. De tien hoofdstukken voeren de lezer mee vanaf de doop van Jezus in de Jordaan, over zijn verkondiging van het Rijk Gods en de parabels heen tot aan de transfiguratie. Voorts besteedt Ratzinger uitvoerig aandacht aan de bergrede, het Onzevader, de uitspraken van Jezus over zichzelf, de apostelen en de meest opvallende dragende metaforen uit het Johannesevangelie (zoals bijvoorbeeld. ‘water’, ‘herder’ en ‘brood’).

In dit verband is het belangrijk om erop te wijzen dat dit Jezusboek een ‘eerste deel’ is. Ratzinger hoopt nog tijdens zijn pontificaat verder te kunnen werken aan zijn project. Hij wil daarin ondermeer nog de verhalen over Jezus als kind en de gebeurtenissen rond zijn dood en verrijzenis verwerken.

De fundamentele leessleutel die Ratzinger gebruikt om de figuur van Jezus op het spoor te komen, is enerzijds zijn relatie tot de Vader, en die van de Vader tot zijn Zoon. Het is Ratzingers overtuiging dat de discussies over en de zoektochten naar de ware historische Jezus weliswaar zin hebben, maar dat die uiteindelijk niet tot de kern van de zaak kunnen doordringen – tenminste niet wanneer ze claimen op een ‘louter historisch’ standpunt te blijven staan.

Anderzijds hecht Ratzinger veel belang aan het begrijpen van de evangelies vanuit hun voeding door het Oude Testament en hun specifieke verstaanscontext. Geduldig en nauwgezet legt hij uit hoe de betekenis van vele nieuwtestamentische passages slechts begrepen kunnen worden met een beroep op de bijbel als één samenhangend geheel. Daarom is het in de visie van Ratzinger nefast om het Oude Testament niet of slechts beperkt bij de boodschap van Jezus te betrekken. Maar ook tussen de evangelies onderling en aangaande de andere geschriften van het Nieuwe Testament kunnen volgens hem geen principiële (onder)scheidingen worden aangebracht.

Een bijzondere plaats evenwel wordt in het boek aan Mozes verleend. Het is bovenal zijn band met God die volgens Ratzingers lezing van de heilsgeschiedenis door Jezus nóg geïntensiveerd is. Want terwijl Mozes God niet van aangezicht tot aangezicht kon (en mocht) zien, is de vertrouwdheid van Jezus met zijn Vader van dien aard, dat hij ook het allerintiemste met hem deelt. En daarvan heeft hij op een indringende manier in woord en daad, in gebaar en lot getuigenis afgelegd.

Deze sterke christologische focus doordesemt het hele boek. Ratzinger gebruikt hem bovendien, wanneer hij de link legt met actuele de gang van zaken in de wereld. Het is zijn overtuiging dat een meer authentieke ontmoeting met "Jezus van Nazareth" de mens en de wereld van vandaag allerminst kwaad zou doen. Integendeel, personen, structuren en mentaliteiten doen er goed aan zich te (her)profileren naar het modelvoorbeeld van Jezus. Indien zij daarin slagen, en precies in de mate ze erin slagen dat te bewerkstelligen tot op de diepste niveaus van de werkelijkheid, brengen zij het Rijk van God waarlijk naderbij. Ratzinger komt bij deze toepassingen vaak kritisch uit de hoek, maar bemoedigt ook. Vanuit zijn optiek is de kritiek er niet om te ondergraven maar om nieuwe fundamenten te leggen, of om de soliditeit van aloude fundamenten aan te tonen.

In ‘Jezus van Nazareth’ en in ‘Deus caritas est’ grondt de liefde, waartoe alle mensen zijn opgeroepen, uiteindelijk in de liefde van Vader tot de Zoon en in de Heilige Geest.

Wie het traject van Ratzinger als theoloog én paus tot hiertoe heeft gevolgd, zal overigens een aantal overeenkomsten zien met accenten die hij ook elders heeft gelegd. Zo is het thema van de liefde opvallend aanwezig in het Jezusboek, net zoals in zijn eerste encycliek Deus caritas est. In beide teksten grondt de liefde waartoe alle mensen zijn opgeroepen, uiteindelijk in de liefde van Vader tot de Zoon en in de Heilige Geest. Daarnaast is ook de zelfgave van God in het sacrament van de eucharistie prominent aanwezig in het Jezusboek – een gedachte die de ruggengraat vormt voor de onlangs verschenen apostolische exhortatie Sacramentum caritatis. Vaktheologen zullen daarbovenop nog talrijke parallellen ontdekken met Ratzingers uitvoerige discussie met de moderniteit, (2) met standpunten die hij eerder innam in exegetische kwesties, en met theologische ideeën die hij in eerdere geschriften ontwikkelde.

Blijft in dit alles overeind dat Ratzinger zonder twijfel een erudiet en inspirerend denker is. Zeer stevig geworteld in de traditie van het – hoofdzakelijk – Duitse theologische onderzoek, wijst hij in dit Jezusboek wegen aan om op het spoor te komen wie die Jezus moet geweest zijn. Het is daarbij de expliciete bedoeling van de schrijver dat de lezers in staat zullen zijn om via die wegen andere te vinden, en om ook andere zoekers wegen aan te wijzen. Want het is slechts wanneer mensen samen op weg gaan, dat hij in hun midden komt, en herkend wordt… 

Noten

1. In de geschiedenis van de theologie zijn er niet zoveel voorbeelden te bedenken waarmee Ratzingers Jezusboek te vergelijken zou zijn. Het is echter zinvol om te verwijzen naar Romano Guardini’s De Heer (1937). Net als in het geval van Ratzinger gaat het bij Guardini gaat het niet zomaar om een psychologie of biografie van Jezus, laat staan om een soort van evangeliënharmonisatie. Beide auteurs vertrekken wél van een zeer grondige en exegetisch rijk geïnformeerde bezinning op de inhoud van het Nieuwe Testament, om van daaruit de persoon en de boodschap, het leven en de betekenis van Jezus Christus te begrijpen.

2. Treffend in dit opzicht is het feit dat Ratzinger naar aanleiding van verschillende inzichten expliciet de discussie aanbindt met de liberale theologie. In zijn ogen zijn haar reconstructiepogingen van Jezus’ leven en de reducties van zijn betekenis tot een moreel voorbeeld, misleidend.

Dit artikel verscheen eerder op de Belgische internetsite www.kerknet.be. Bovenstaand artikel is enigszins ingekort en met toestemming van de redactie van kerknet.be overgenomen. Het volledige artikel kan gevonden worden op www.kerknet.be/boek001.html.

dr. Joris Geldhof // Kerknet.be