Brief van de prelaat (mei 2008)

In mei nodigt Mgr. Javier Echevarría uit om in gebed met de Moeder Gods om te gaan, en van Haar te leren met Christus te spreken. Hierbij publiceren we zijn maandelijkse brief.

Geliefden: moge Jezus mijn dochters en zonen behoeden!

Vandaag wordt in de wereldkerk het Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer gevierd. Op sommige plaatsen wordt het om pastorale redenen naar de volgende zondag verplaatst. Zoals onze Vader, de heilige Jozefmaria ons heeft aangeraden kunnen we ons onder de apostelen en de heilige vrouwen mengen, die getuigen zijn van dit laatste mysterie van het leven van Jezus Christus op aarde.

Het is rechtvaardig dat Christus’ Heilige Mensheid nu hulde, lof en aanbidding ontvangt van alle Engelenkoren en van alle legioenen der gelukzaligen in de hemel[Heilige Jozefmaria, De heilige Rozenkrans, 2de glorievolle geheim]. We willen ons met heel ons hart aansluiten bij de verheerlijking van Onze Lieve Heer. We voelen de noodzaak ons krachtig vast te klampen aan de genade die ons redt en die Hij voor ons heeft verworven. In het besef dat Hij ook ons – net als de Twaalf – onze kleingelovigheid kan verwijten [vgl. Mc. 16, 14], smeken wij Hem ons de grootsheid van een nieuw leven, het bovennatuurlijke leven, in te prenten.

De Heer heeft ons verlaten. Hij is naar de hemel gegaan om ons de definitieve woonplaats voor te bereiden. Van daar, aan de rechterhand van de Vader zoals de liturgie herhaalt, bereikt de gratia Capitis, de genade van het Hoofd alle ledematen van het Mystieke Lichaam. Voordat Hij wegging heeft Hij ons opgedragen over de hele wereld uit te gaan, zonder angst en zonder menselijk opzicht, met geloof en optimisme, om Zijn leer te verspreiden [vgl. Mt. 28, 19-20; Mc. 16, 15].

Het is duidelijk dat de ontvangen opdracht in geen enkele verhouding staat tot onze krachten: wij zijn te gering om zo’n taak te vervullen! Maar wat een zekerheid geeft ons Zijn belofte dat Hij ons niet alleen zal laten, dat Hij ons de heilige Geest zal sturen om Zijn getuigen te zijn tot aan de verste uithoek van de aarde! [vgl. Joh. 14, 15/18+ Mt. 28, 20]. De Hemelvaart van de Heer is voor iedereen van ons een buitengewone uitdaging en veronderstelt een totaal vertrouwen van de hemel in ons.

Maar jij en ik voelen ons als wezen: we zijn bedroefd, en we gaan troost zoeken bij Maria [Heilige Jozefmaria, De heilige Rozenkrans, 2de glorievolle geheim]. Met deze woorden eindigt de heilige Jozefmaria zijn commentaar op het tweede glorievolle geheim. We gaan dus troost zoeken bij onze Moeder, opdat Zij ons helpt trouw te blijven, volledig trouw, aan deze belofte om van Christus en Zijn leer te getuigen.

De meimaand wordt in een groot deel van de wereld beschouwd als de maand van Maria bij uitstek. Ik herinner me het enthousiasme waarmee de heilige Jozefmaria zich ieder jaar voorbereidde om zijn leven in deze dagen nog meer een bijzonder mariale tint te geven. Laten wij vanaf nu bedenken wat voor bloemen wij Onze Lieve Vrouw de komende weken willen aanbieden: welke attenties van vroomheid in onze omgang met Jezus, haar zeer geliefde Zoon, en in de omgang met Haar; wat voor verstervingen in ons werk, in onze relaties met de anderen, in de vervulling van onze gezins-, beroeps- en sociale verplichtingen. Al lijken het ons gewoonlijk kleine dingen, toch zullen ze als wij ze met liefde en uit liefde doen, de bonus odor Christi [2 Cor. 2, 15], de goede geur van Christus verspreiden die iedere christen in zijn gedrag hoort af te geven. Zo zullen ook anderen Jezus leren kennen en beminnen. Heb jij je persoonlijke plan om Maria in deze dagen te eren al opgesteld?

De meimaand zit vol Mariafeesten en herinneringen aan Maria’s tussenkomst in de geschiedenis van het Opus Dei, die ons helpen ons naarmate de dagen verstrijken in ons hart steeds meer haar kind te gaan voelen. Ik zou jullie met deze regels daarbij willen helpen.

Morgen, 2 mei, is het de verjaardag van die bedevaart waarmee de heilige Jozefmaria de gewoonte van de bedevaart van mei is begonnen. Er zijn alweer drieënzeventig jaar voorbij en hoeveel duizenden bezoeken heeft Onze Lieve Vrouw sindsdien ontvangen van zijn dochters en zonen in de hele wereld, doordat ze in de voetsporen van onze Vader zijn getreden!

We moeten ervoor zorgen dat het familiaire karakter dat de heilige Jozefmaria vanaf het begin aan deze mariale gewoonte van het Opus Dei heeft gegeven, niet verloren gaat. Naar aanleiding van de bedevaart van die tweede mei van 1935 heeft hij jaren later geschreven: het was geen bedevaart in de zin welke men er gewoonlijk aan geeft. Ze was noch massaal, noch luidruchtig: wij waren met ons drieën. Ik eerbiedig en waardeer die andere openbare uitingen van vroomheid, maar ik persoonlijk tracht liever Maria dezelfde tederheid en hetzelfde enthousiasme aan te bieden door persoonlijke bezoeken of in kleine groepjes, waardoor een gevoel van intimiteit ontstaat [Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 139].

Maria komt zo vaak op voor haar kinderen! De meeste keren blijft het bij daden die in de geschiedenis van de mensheid onopgemerkt blijven, maar die innerlijk het leven van degenen die ervan profiteren verlichten, hun kracht geven om te verbeteren, om naar het moeilijke – maar bereikbare – doel te streven van de vereniging met God, de heiligheid. Op de laatste dag van de wereld, wanneer deze tussenkomst en de edelmoedige antwoorden die deze oproept voor iedereen duidelijk worden, zal heel het belang ervan blijken. Laten we de moeite doen alle gebeurtenissen en omstandigheden te beschouwen als onze Vader heeft gedaan: met ogen van eeuwigheid.

Maar Onze Lieve Vrouw is bovendien – zo wil God het – niet zuinig met haar voorspraak ten gunste van de schepselen, vooral in tijden van de geschiedenis waarin de mensen er meer behoefte aan hebben. Guadaloupe, Lourdes, Fatima …, en andere uitingen van Maria’s hulp die door de Kerk zijn erkend, vormen slechts een klein deel van deze moederlijke zorg van Maria die over haar behoeftige kinderen wordt uitgestort. Zij is de goede Moeder die alle middelen gebruikt om ons tot berouw te bewegen, om ons opnieuw naar Christus te brengen, om ons dieper in de goddelijke intimiteit binnen te leiden.

Op 13 mei denken we aan een van deze uitingen: de eerste verschijning van de Allerheiligste Maagd in Fatima. Moge de boodschap om te bidden, ons te bekeren, eerherstel voor de zonden te brengen die zo krachtig vanuit dat Mariaheiligdom wordt verspreid, in onze oren weerklinken. Zoals logisch is, zijn we in het bijzonder dankbaar voor de bescherming die Maria paus Johannes Paulus II heeft geboden, door bij de aanslag op 13 mei 1981 zijn leven te redden. En laten we eveneens vol dankbaarheid aan de vele keren denken dat de heilige Jozefmaria in de capelinha voor Heer is neergeknield om haar hulp voor de Kerk, het Werk en voor alle zielen in te roepen. Hij heeft vaak herhaald dat die plaats zijn “toevluchtsoord” was.

Ik heb het over Lourdes gehad – dit jaar wordt de 150ste verjaardag van de verschijningen gevierd – en ik moet denken aan de gelegenheden waarin onze stichter in die hoek van de Pyreneeën zijn toevlucht tot Onze Lieve Vrouw heeft genomen. Ik vraag hem dat alle gelovigen van het Opus Dei en de mensen die aan ons apostolaat deelhebben het verlangen koesteren, zoals de heilige Jozefmaria, om dagelijks in liefde en devotie tot de Allerheiligste Maagd te groeien.

De aanroeping van Onze Lieve Vrouw onder de titel van Maria van Guadaloupe, zo verbonden met de evangelisatie van de Nieuwe Wereld, is ook heel aanwezig in de mariale geschiedenis van het Opus Dei. De komende dagen zullen we de noveen van de heilige Jozefmaria in haar Basiliek in Mexico Stad, van 16 tot 24 mei 1970, herdenken. Deze was de belangrijkste reden voor zijn eerste reis naar Amerika. Ik heb het geluk gehad –ik beschouw het als een heel bijzondere genade van God– onze Vader in zijn gebed voor de Kerk en voor het Werk te vergezellen. Jaren later, eind april 1983, ben ik naar Maria van Guadaloupe teruggekeerd, deze keer samen met onze geliefde don Alvaro, om Onze Lieve Vrouw te bedanken omdat ze de vurige smeekbede van onze Vader had verhoord.

De lessen die wij uit die dagen van 1970 kunnen halen zijn ontelbaar. Nu nodig ik jullie uit te overwegen wat voor groot hart onze Vader had. Ik herinner me de laatste dag van de noveen, 24 mei, heel goed. Zoals alle dagen baden we de drie delen van de Rozenkrans. Alvorens de glorievolle geheimen te overwegen spoorde de heilige Jozefmaria ons ertoe aan voor de behoeften van de hele wereld te bidden. Europa, Azië, Afrika, Amerika en Oceanië kwamen voor onze ogen voorbij terwijl onze Vader bad en we legden in de gezegende handen van Maria de behoeften, zorgen en verlangens van de miljoenen mensen die de aarde bevolken. Laten we hem navolgen in dit verlangen om de vruchten van de Verlossing door Jezus Christus over alle plaatsen en onder alle mensen te verspreiden.

31 mei is ook een feest van onze Moeder. Zodra de aartsengel Gabriël haar de aanstaande geboorte van Johannes de Doper had aangekondigd, reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Judea. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth [Lc. 1, 39-40]. Jullie kunnen je deze scène die wij iedere dag in het tweede vreugdevolle geheim van de rozenkrans beschouwen, voorstellen: de aankomst van Maria, de woorden van Elisabeth, het nog ongeboren kind dat van vreugde opsprong in haar schoot… Daarna bleef Zij zo’n drie maanden in het huis van haar nicht om haar bij alles wat nodig was te helpen. De aanwezigheid van Maria bewerkt zo veel! De heilige Ambrosius schrijft als commentaar hierop: «Als alleen al haar intrede (in dat huis) een zo grote uitwerking had dat het kind bij de groet van Maria van vreugde opsprong in de schoot van zijn moeder en zijn moeder vervuld werd van de Heilige Geest, hoe zullen we dan wel niet de uitwerkingen van de aanwezigheid van Maria gedurende zo’n lange tijd op waarde schatten?» [Heilige Ambrosius, Uitleg van het Evangelie van Sint Lucas, 2, 29]

We kunnen de woorden van deze kerkvader en kerkleraar toepassen op ons antwoord aan de Heer. Als wij ons inspannen om in de meimaand en altijd heel dicht bij de Allerheiligste Maagd te zijn, hoe veel genaden zullen er dan over onze ziel worden uitgestort! Onder andere, de grote vreugde ons vrienden en kinderen van God te voelen.

De aanwezigheid van Maria al onze dagen wordt omgezet in de beste leerschool van gebed. Paus Benedictus XVI heeft dat een paar maanden geleden gezegd. Sint Lucas zegt ons twee keer dat Maria “al deze dingen in haar hart bewaarde en ze bij zichzelf overwoog” (Lc 2, 19; vgl. 2, 51). Zij was een persoon in gesprek met God, met het woord van God en ook met de gebeurtenissen waardoor God met haar sprak. Het Magnificat is een “weefsel” van woorden uit de Heilige Schrift en het toont ons hoe Maria in een voortdurend tweegesprek met het woord van God was, en zo met God zelf. (…) Laten wij van Maria leren persoonlijk met de Heer te spreken, door in ons leven en in ons hart het woord van God te overwegen en te bewaren, opdat het voor iedereen echt voedsel wordt. Op deze manier is Maria onze gids in een school van gebed, in een persoonlijk en diep contact met God [Benedictus XVI, bijeenkomst met priesters in Rome, 22-2-2007].

Alvorens te eindigen, wil ik jullie vragen te bidden voor de gelovigen van het Opus Dei die de vierentwintigste aanstaande in Rome de priesterwijding zullen ontvangen. Moge de Heer hun op voorspraak van Zijn allerheiligste Moeder heilig, geleerd en vreugdevol maken.

Ik heb de afgelopen maand twee korte reizen gemaakt – een naar Engeland en de andere naar Oostenrijk – om de gelovigen en medewerkers van de Prelatuur in hun apostolisch werk ten dienste van de Kerk aan te moedigen. Met een levendige herinnering aan onze Vader en don Alvaro ben ik wezen bidden bij Onze Lieve Vrouw van Willesden in Londen en bij Maria Pötsch in Wenen. Ook op deze plaatsen – zoals in Aparecida, Luján, Lo Vásquez, enz. – plaatste de heilige Jozefmaria het hele Werk onder de mantel van Maria. Leren wij deze weg te volgen die ons verzekert van hulp.

In Wenen heb ik het gebed van de heilige Jozefmaria in 1955 voortgezet en ben ik naar Stella Orientis gegaan om haar hulp in te roepen voor het apostolaat dat wij reeds in heel wat landen van Midden- en Oost-Europa die vroeger onder het communisme hebben geleden, aan het doen zijn, en in die andere landen die ons nog verwachten: Roemenië, Bulgarije, Oekraïne, Wit-Rusland… Denk jij eraan degenen die in de hele wereld een bedevaart naar onze Moeder maken te vergezellen? Wat ga je zeggen tot de mensen om jou heen over de grootsheid van Maria en over haar smekende almacht? Heb je overwogen wat je kunt doen om je blik met meer liefde op haar beeltenissen te richten? Ga je met meer devotie Weesgegroeten bidden op de kralen van de rozenkrans?

Gewoonlijk wordt op deze dag, 1 mei, het feest van Sint Jozef Arbeider gevierd. Ik richt me tot de heilige patriarch opdat hij ons leert zijn maagdelijke Bruid veel liefdevolle attenties te bewijzen, in de komende weken en altijd.

Met alle genegenheid zegent jullie,

jullie Vader

+ Javier

Rome, 1 mei 2008.