'De Heilige Vader wil met je lunchen'

Joaquín Navarro-Valls sprak op Zonnewende in Moergestel uitnodiging van de jubilerende stichting SOKA. Als leek en numerair van Opus Dei trad hij 22 jaar lang op als woordvoerder van het Vaticaan. "Johannes Paulus geloofde in professionaliteit."

Joaquín Navarro-Valls: 'Vooral de drie laatste dagen van Johannes Paulus II staan mij bij.'

Onderstaand artikel is opgetekend tijdens een interview dat Mieke Lamers (KRO / RKK) afnam van Joaquín Navarro-Valls (71) op 24 oktober 2008 in Zonnewende tijdens een studiedag voor perschefs van Nederlandse bisdommen.

"Dichtbij Johannes Paulus II zijn, was iets buitengewoons. Hem zien bidden, hem zien lijden, hem zien lachen: hij had een geweldig gevoel voor humor. Ik vertelde hem ooit de mop van de paus die tot God bad of Polen ooit vrij zou zijn. ‘Niet zolang jij leeft’, was het antwoord. Daarop vroeg de paus of er na hem weer gauw een Poolse paus zou komen. Waarop God antwoordde: ‘Niet zolang ik leef!’ Daar kon hij geweldig om lachen."

"Wat ik me herinner van de reis naar Nederland in 1985? Ach, zoveel. Ik zou me de man kunnen herinneren die een colablikje naar de paus gooide. Maar ik herinner me ook de bijeenkomst in Utrecht (de Jaarbeurs – hr), die naar mijn indruk het begin van een nieuw tijdperk was. Die reis was bitter noodzakelijk. Dát was voor Johannes Paulus het criterium, niet massa’s juichende mensen. Een van zijn laatste reizen was in 2002 naar Azerbeidzjan. Hij was oud, ziek en kon niet meer lopen. Er woonden daar toen welgeteld 122 katholieken. Maar hij ging wel."

Aanvaarding

‘Iemand houdt me voor de gek. Check bij het Vaticaan’

"Hoe ik zijn perschef werd? Voor elke persoon geldt dat de grote beslissingen in het leven door de situatie bepaald worden. Ze worden voor je genomen. De persoonlijke vrijheid zit hem in de aanvaarding. Dit lijkt op de menselijke liefde. Ik had juist besloten het journalistieke hoofdstuk in mijn leven te sluiten en mij weer toe te leggen op mijn loopbaan als medisch specialist in Barcelona. Maar datzelfde jaar werd ik gekozen tot voorzitter van de vereniging van buitenlandse correspondenten in Italië.

‘Iemand heeft me over u verteld, zei de paus’

Op een dag had ik een persconferentie met Agnelli, de FIAT-fabrikant. Daar kwam mijn secretaresse op me af met een briefje: ‘De paus nodigt u uit voor lunch.’ Ik schreef aan de ommezijde: ‘Iemand houdt me voor de gek. Check bij het Vaticaan.’ Maar het klopte en even later zat ik in een taxi en werd ik, begeleid door de Zwitserse Garde – iets totaal nieuws voor me – naar de paus gebracht. ‘Iemand heeft me over u verteld’, zei hij. ‘Ik zou graag de manier veranderen waarop wij communiceren met de wereld. Heeft u soms een idee?’ Ik zei: ‘Heilige Vader, ik wist tien minuten geleden nog niet eens dat ik nu hier zou zijn.’ Hij vroeg me toen wat ik van het Vaticaans Persbureau vond. ‘Daar ben ik nog nooit langs geweest.’ ‘Waarom niet?’, vroeg de paus. ‘Omdat een journalist op zoek is naar nieuws, en dat hebben ze daar nog nooit gehad.’"

Geen ‘nee’

"Er verstreek enige tijd tot ik werd gebeld door het staatssecretariaat: ‘Navarro, de Heilige Vader heeft je benoemd tot directeur van het Vaticaans Persbureau." Maar ik zei: ‘Wacht even. Ten eerste ben ik voorzitter van de vereniging van buitenlandse correspondenten. Ten tweede ben ik correspondent voor een Spaanse krant. Ten derde wilde ik juist mijn journalistieke love affair beëindigen en terugkeren naar mijn medische beroep. Ik heb tijd nodig.’ ‘Natuurlijk, alle begrip’, was het antwoord. ‘Kun je het morgen even laten weten?’ Toen bedacht ik dat ik in plaats van een slapeloze nacht tegemoet te zien, maar beter meteen ja kon zeggen. Voor een katholiek is het toch eigenlijk geen optie om ‘nee’ te verkopen aan de paus, ook al staat er geen excommunicatie op."

Hobby

"Of mijn achtergrond als psychiater een voordeel is? Even strikt onder ons: ik zie weinig verschil tussen psychiatrie en journalistiek. Wanneer ik patiënten behandelde, ontdekte ik in hun geest bepaalde voorstellingsmodellen van het leven. Mijn vraag was steeds: hoe komt die patiënt daaraan? Is dat via de media, de opinies en advertenties enzovoorts? Daar is mijn belangstelling voor journalistiek begonnen. Geneeskunst was mijn beroep, journalistiek mijn hobby. Die volgorde draaide ik om. Dus uiteindelijk was de verandering niet zo groot als die lijkt. Het maakte me de eerste leek die optrad als woordvoerder van het Vaticaan. Nee, ik heb nooit overwogen priester te worden."

Openheid

"Mijn aanstelling zegt iets over paus Johannes Paulus. Ik herinner me dat we samen aten en hij mij zei: ‘Ik werd priester, toen bisschop, kardinaal en nu ben ik paus. Maar wat mij echt gelukkig maakt, is priester te zijn.’ Maar als priester had Johannes Paulus een sterke lekenmentaliteit. Zijn geliefdste apostolaat had erin bestaan met jongens en meisjes door de bergen te trekken. Toen hij merkte hoe belangrijk het huwelijksleven was, begon hij veel tijd door te brengen met echtparen. Waar hij echt in geïnteresseerd was, was het leven van de overgrote meerderheid van gewone katholieken. Tegenwoordig bestaat de katholieke Kerk uit 1,1 miljard mensen. Slechts een half miljoen van hen zijn geestelijken."

"Wat ik met dit alles wil onderstrepen, is dat Johannes Paulus geloofde in professionaliteit. Hij heeft door de jaren in het Vaticaan zoveel mensen van bijzonder statuur ontvangen: Gorbatjsov, Clinton, Reagan, noem maar op. Na zo’n gesprek ging ik altijd direct naar hem toe, en dan vertelde hij mij precies hoe het gesprek verlopen was. In al die jaren heeft hij niet één keer tegen me gezegd: ‘Wat ik je nu vertel, is uitsluitend voor jou, niet voor het publiek.’ Wat wil dat zeggen? Dat hij aan mij overliet wat aan het publiek doorgegeven mocht worden."

Hamvraag

"Speciale problemen met het Vaticaan? Ach, als een kardinaal moeilijk deed, legde ik hem de hamvraag voor: ‘Zeg, wilt u eigenlijk wel in gesprek gaan met de publieke opinie of houdt u vast aan het motto: hoe minder ze over ons praten hoe beter?’ ‘Nee, nee’, was dan de haastige reactie. ‘Ik wil graag meedoen.’ ‘Nou, laten we het dan anders aanpakken. Laten we de ramen openzetten.’ Overigens was destijds kardinaal Ratzinger een van degenen die de nieuwe benadering het eerst begreep. Ik nodigde hem een keer uit voor een conferentie van belangrijke industriëlen en politici, met onder anderen een zekere senator McCain. Kardinaal Ratzinger verweerde zich: ‘Wat moet ik daar zeggen? Ik weet niets van economie of industrie.’ Maar met een ‘Vooruit, omdat jij het zegt’, ging hij toch en hield een korte voordracht waar iedereen laaiend enthousiast over was."

Vriendschap

"Vooral de drie laatste dagen van Johannes Paulus II staan mij bij. Hij stierf op zaterdag 2 april, maar de vrijdag ervoor was ik met anderen ’s ochtends in de kamer. Het was duidelijk dat hij spoedig zou sterven. Op dat moment probeerde hij iets te zeggen, ondanks de tracheotomie (noodingreep met buisje dat de luchtpijp op de hals laat uitkomen – hr). Niemand begreep hem. De oude zuster Toviana, die al sinds Kraków bij hem was, gaf hem een papiertje en hielp hem iets te schrijven. Het bleek dat hij, omdat het vrijdag was, de kruiswegstaties wilde bidden, een persoonlijke devotie die hij zijn hele leven al had volgehouden. Zuster Toviana las hem toen in het Pools de kruisweg voor… Stel je voor: hij was al op de drempel van de dood en herinnerde zich dat het vrijdag was…"

Zijn ontroering bedwingend "Waar hadden we het ook alweer over? Of de paus en ik vrienden waren? Er is een uitspraak van Plato dat vriendschap een zekere gelijkheid inhoudt. Als je het zo bekijkt, is het antwoord natuurlijk nee. Maar hoeveel duizenden uren zijn wij niet samen geweest? Onder alle denkbare omstandigheden: bij het alledaagse werk in het Vaticaan, bij de reizen in het buitenland, bij de privé-vakanties. Je moet je voorstellen hoe wij samen uren door de bergen liepen – iets wat hij erg goed kon – en hij zijn gedachten met mij wilde delen. Dat zijn grote momenten. Als dit ook vriendschap heet, weet u zelf wat het antwoord is."

Henk Rijkers // Katholiek Nieuwsblad