Brief van de prelaat (januari 2007)

Brief van Mgr. Javier Echevarría aan de gelovigen van het Opus Dei. Het centrale thema is de vrede. De prelaat vraagt: Wat voor vreugde geven wij de zielen? Kunnen wij beweren dat wij van ze houden?

Geliefden: moge Jezus mijn dochters en zonen behoeden!

De Kerk herinnert ons er in de kersttijd bij verscheidene gelegenheden aan dat er op het belangrijkste moment van de geschiedenis, toen de mensgeworden God in de wereld kwam, een lied vol vreugde aan de hemel weerklonk: Gloria in altissimis Deo, et super terram pax in hominibus bonæ voluntatis. [Lc. 2, 14]De lofzang van de engelen toont ons dat de glorie van God en de vrede op aarde feiten zijn die samengaan. De Heer heeft ons, door ons te roepen tot deelname aan Zijn intieme leven, ingelijfd bij de oneindige liefdesgemeenschap die in de schoot van de Drie-eenheid bestaat. Daarvoor heeft God de Vader Zijn Zoon in de wereld gezonden; en vervolgens hebben de Vader en de Zoon ons de Heilige Geest gestuurd. Sindsdien, en tot het einde der tijden, stort Hij door middel van de Kerk die de familie van God op aarde is, Zijn liefde, Zijn vreugde en Zijn vrede uit.

Precies vandaag, 1 januari, wordt de Werelddag voor de vrede gevierd: een dag die heel geschikt is om de Heer te smeken ieder hart en de hele maatschappij deze hemelse gave te schenken. Zoals de Paus aan het begin van de Advent heeft herinnerd, is de vrede het doel waarnaar de hele mensheid streeft. Voor de gelovigen is "vrede" een van de meest schone namen van God, die wil dat er begrip heerst onder al Zijn kinderen. [Benedictus XVI, Homilie, 2-12-2006.]

Christus is gekomen om de muur die de Joden van de heidenen scheidde neer te halen, door van de twee een nieuw volk [Vgl. Ef. 2, 14-17] te maken dat God in gerechtigheid en heiligheid zou dienen. Hij is gekomen om vrede te brengen, niet slechts tussen joden en niet-joden, maar onder alle naties, want allen komen voort uit de zelfde God, de enige Schepper en Heer van het heelal. [Benedictus XVI, Homilie in Efese, 29-11-2006.]

De boodschap van de Paus voor de Werelddag voor de vrede draagt wat dit betreft dit jaar een betekenisvolle titel: "De menselijke persoon, het hart van de vrede". De Paus wil onderstrepen dat de inspanningen om de vrede in de wereld te bevorderen, die altijd prijzenswaardig zijn, tevergeefs of weinig duurzaam blijken te zijn als men er niet echt zorg voor draagt de waardigheid van alle mensen te respecteren. Ik ben ervan overtuigd ―zo schrijft hij― dat de vrede bevorderd wordt door de persoon te respecteren, en dat door aan de vrede te bouwen de bases worden gelegd voor een echt volkomen humanisme. Zo wordt er een vredige toekomst voor de nieuwe generaties voorbereid. [Benedictus XVI, Boodschap voor de Werelddag voor de vrede 2007, 8-12-2006, n. 1.]

De Paus herinnert aan de vele gevolgen van dit basisbeginsel: het recht op het leven en op de godsdienstvrijheid; het feit dat alle mensen van nature gelijk zijn, welke gelijkheid weerspiegeld wordt in de bescherming van de mensenrechten; de noodzaak om voor een vreedzame samenleving te zorgen en voor het begrip tussen mensen van verschillende godsdiensten, culturen en rassen… Als onmisbare voorwaarde hiervoor wijst hij erop dat de ware vrede een geschenk van God is en een opdracht die de mensen is toevertrouwd. Als goddelijke gave is de vrede sinds de vroegste tijden aan de mensen beloofd, maar slechts met de geboorte van Jezus Christus op aarde gekomen. «Ecce pax non promissa, sed missa», schrijft de heilige Bernardus. «Onze vrede is nu niet meer beloofd, maar gezonden; ze is niet langer uitgesteld, maar geschonken; niet voorspeld, maar verwezenlijkt. God de Vader heeft als het ware een soort zak vol barmhartigheid naar de aarde gezonden; een zak, zou ik zeggen, die in de Passie opengescheurd zal worden, opdat de prijs waarmee wij vrijgekocht zijn en die in die zak zat, zou worden uitgestort. Een zak die wel klein is, maar helemaal vol zit. Inderdaad, "een Kind is ons geboren", maar in dit Kind "woont heel de volheid van God"». [Liturgie van de getijden, 29 december, tweede lezing van de lezingendienst (H. Bernardus, Preek 1 op het Feest van de Openbaring van de Heer).] Laten wij God danken voor Zijn oneindige barmhartigheid, ook uit naam van degenen die haar niet hebben erkend. En laten wij de noodzaak voelen om van alle mensen te houden; laten wij meer aan de heilige Jozefmaria denken, voor wie deze wereld te klein was.

De vrede veronderstelt tegelijkertijd ook een opdracht die is toevertrouwd aan de mensen van goede wil; een goede wil die voortkomt uit de liefde zelf die God voor ons heeft. Zoals jullie weten, wordt de lofzang van de engelen meer letterlijk zo vertaald: "… en vrede op aarde aan de mensen in wie God welbehagen vindt". De opdracht om de vrede te bevorderen wordt niet alleen in de handen gelegd van degenen die een directe verantwoordelijkheid dragen in de politiek, maar in de handen van alle gewone burgers zonder uitzondering, volgens de mogelijkheden van een ieder. Laten we dagelijks deze vreugdevolle opdracht vervullen om ons in te spannen zaaiers van vrede en vreugde ―zoals onze Vader altijd graag zei― te zijn op de verschillende gebieden van ons leven. Wat voor vreugde geven wij de zielen? Kunnen wij beweren dat wij van ze houden? Hoe bidden wij voor degenen die lijden?

Het eerste gebied waar wij de vrede moeten bevorderen wordt toegespitst op onze eigen ziel, waar deze goddelijke gave hoort te heersen om haar daarna aan de anderen door te kunnen geven. Uit het menselijk hart komt het kwaad; maar met de genade van God komt er ook het goede uit voort dat het schepsel kan doen. De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart; maar de slechte mens brengt uit de slechte schat het slechte voort. Want de mond spreekt, waar het hart vol van is. [Luc. 6, 45] Benedictus XVI zegt: "Genade" is de kracht die de mens en de wereld omvormt; "vrede" is de rijpe vrucht van deze omvorming. [Benedictus XVI, Homilie in Efese, 29-11-2006.] Maar in het goddelijk heilsplan is de vrije medewerking van de mens vereist. En omdat in laatste instantie de oorzaak van de conflicten in het hart zetelt, is hieruit af te leiden dat, om het rijk van God in de eigen ziel te bevestigen, ieder vastbesloten in zijn eigen binnenste moet strijden.

Het is een waarheid, zo oud als het Evangelie, ook al kennen jammer genoeg velen die niet, of brengen ze haar niet in praktijk. De Heer heeft gezegd: Denkt niet dat Ik vrede ben komen brengen op aarde. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard. [Mt. 10, 34] Hij had het over de strijd tegen de zonde, onmisbare voorwaarde voor de ware vrede.

Wanneer er een echte inspanning is om het onkruid van de zonde met wortel en al uit te roeien en zich met Christus te vereenzelvigen, wordt het leven van de christen veranderd. Het verandert zo in de goede aarde waar de deugden kunnen ontkiemen die de samenleving, vol naastenliefde en vrede, tussen mensen van de meest verschillende milieus mogelijk maken. In deze zin beweert Benedictus XVI dat er behalve de ecologie van de natuur een ecologie is die wij "van de mens" kunnen noemen, en die tegelijk een "sociale ecologie" vereist. En hij voegt daar aan toe: de inspanning om de deur te openen naar een menselijke ecologie die de groei van de "boom van de vrede" begunstigt is hoognodig. [Benedisctus XVI, Boodschap voor de Werelddag voor de vrede 2007, 8-12-2006, nrs. 8 en 10.]

Laten wij deze verlangens van de Paus overal verspreiden. En laten wij tegelijk met een groot hart de Heer vergiffenis vragen en eerherstel brengen voor de zonden waarmee wij Hem beledigen, en ook voor degenen die Hem in een groot deel van de wereld beledigen door het bevorderen van handelingen die tegen de natuurwet ingaan en bijgevolg tegen de menselijke waardigheid.

Samen met het nieuwe jaar vieren wij het feest van het goddelijk Moederschap van Maria , dat de wortel vormt van alle genaden die de Heer onze Moeder heeft verleend. Laten wij overlopend van vertrouwen tot haar onze toevlucht nemen. Leggen wij in haar handen onze persoonlijke strijd om de heiligheid te bereiken en ons gebed voor de vrede. Zij, Regina pacis, zal van Jezus Christus, de Vredevorst, [Jes. 9, 5] dit goddelijke geschenk verkrijgen waar zoveel zielen, de Kerk en de hele wereld naar hunkeren.

Met alle genegenheid zegent jullie

jullie Vader

+ Javier

Pamplona, 1 januari 2007.