Brief van de prelaat (december 2011)

In de brief van december spoort de prelaat aan de Advent en het feest van De onbevlekte ontvangenis van de maagd Maria goed te gebruiken om ons voor te bereiden op de komst van de Heer met Kerstmis.

Geliefden. Moge Jezus mijn dochters en zonen bewaren!

We zijn de Advent begonnen, en dat betekent een oproep om onze hoop te hernieuwen: een hoop die niet kortstondig, van voorbijgaande aard is, maar een vast vertrouwen dat van God komt. Deze blijde verwachting, die zo kenmerkend is voor de weken die aan Kerstmis voorafgaan , is de fundamentele houding van de christen die met vrucht een nieuwe ontmoeting wil hebben met Degene die onder ons komt wonen: Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God. [1]

De afgelopen zondag hebben we in de eerste lezing van de Mis woorden gelezen van Jesaja, woorden vol droefheid over de situatie van het uitverkoren volk. Die mannen en vrouwen hadden een verstokt hart en waren afgedwaald van God. De profeet richt zich tot God en vraagt om hun bekering: Keer U weer tot ons omwille van uw dienaren, omwille van de stammen die uw eigendom zijn (...) . Scheur toch de hemel open en daal af en de bergen zullen beven voor uw aanblik. [2] In een of andere vorm zal deze kreet vaak te horen zijn in deze weken van voorbereiding. En ook wij, die aandachtig luisteren naar de stem van de Kerk, herhalen in alle oprechtheid: veni, Domine, et noli tardare. Relaxa facinora plebi tuæ . [3] Kom, Heer, laat niet langer op U wachten; haal de zware lasten weg die drukken op uw volk. De liturgie verzekert ons: De Heer, die hoog verheven is, zal komen. Zijn naam zal zijn: Emmanuël, want God is met ons. [4] En zo is het: de Heer komt om het werk van het kwaad en alles wat ons nog ver van God kan houden volledig weg te nemen, om ons naar de oude pracht en het oorspronkelijke vaderschap terug te voeren. [5]

Hoe vaak hebben we God al met ons hart of met onze lippen aangeroepen: veni, Domine Iesu [6] ? Laten we naar een zin van de Schrift luisteren, die de liturgie gebruikt nu we uitzien naar de geboorte van Christus: Dauwt, hemelen, uit den hoge; wolken, laat als een regen de Gerechte neerdalen; aarde, open u om de Verlosser voort te brengen. [7] De hemel scheurde twintig eeuwen geleden open voor de komst van de Verlosser op aarde, en dit blijft iedere dag gebeuren, wanneer Jezus naar ons komt in zijn sacramentele aanwezigheid in de heilige Eucharistie. Daarom moet ieder zijn hart helemaal openstellen opdat het zich kan vullen met deze goddelijke dauw die ons weer doeltreffend wil maken. De beste manier om ons voor te bereiden op de geestelijke komst van Jezus bij het komende kerstfeest, is dan ook dat we ons naar ziel en lichaam goed voorbereiden om Hem iedere dag weer met nieuwe vurigheid te ontvangen in de heilige communie. Hoe breng je de dagen door? Hoe verlang je ernaar dat de mensheid de Heer goed ontvangt? Benut je de verlichtingen en versieringen van de straten, om te vragen dat God de respons van zijn schepselen krijgt die Hij verdient?

Onze Vader moedigde ons aan om deze weken goed te benutten en in ons hart een kerststal te bouwen voor onze God. Herinneren jullie je hoe het ging toen je klein was? Met wat voor enthousiasme wisten we de kerststal op te bouwen, met zijn bergen van rotspapier, de kleine huisjes, en al die figuurtjes rond de kribbe waar God geboren wilde worden! [8] En hij bleef stilstaan bij een beschouwing die op alle gelovigen kan worden toegepast : Ik besef heel goed dat naarmate de tijd voorbijgaat, aangezien het Opus Dei bedoeld is voor volwassen christenen die uit liefde voor God als kinderen weten te worden, mijn dochters en zonen elke dag kleiner zullen zijn. We zullen de kerststal in de intimiteit van onze ziel met een groter enthousiasme dan in onze kinderjaren hebben voorbereid . [9]

Bij het beschouwen van de buitengewone gebeurtenis die we herdenken, nodigt de paus ons uit om er bij stil te staan dat de vervulling van dit woord, die in de nacht van Bethlehem begint, tegelijkertijd oneindig veel groter is, maar vanuit het standpunt van de wereld– ook geringer dan wat het profetische woord liet vermoeden. [10] Jesaja en alle profeten konden alleen maar iets proeven van wat er zou gaan gebeuren in de kerstnacht. Het in vervulling gaan van deze woorden heeft veel meer kracht, die onmeetbaar is, want met de menswording en de geboorte van het Woord is de oneindige afstand tussen God en de mens overbrugd. God heeft zich niet enkel naar beneden neergebogen, zoals de Psalmen zeggen; Hij is werkelijk “afgedaald”, de wereld binnengetreden, één van de onzen geworden om ons allen naar zich toe te trekken. [11] Anderzijds heeft alles zich in de grootst mogelijke eenvoud ontwikkeld: deze zeer wijze, almachtige en eeuwige God komt naar ons toe als een pasgeboren kind, weerloos, afhankelijk van mensenarmen die Hem koesteren en van een paar harten die Hem echt liefhebben. We moeten doen zoals Maria en Jozef in de kerstnacht in Betlehem, in de stilte van ons gebed, in ons aanwezig hebben van God door de dag en als we Hem ontvangen in het sacrament van de Eucharistie. Alleen al het feit dat we de kerststal plaatsen in onze huizen is een uitdrukking van onze hoop dat God naar ons toekomt (…), maar het is ook een uiting van dankbaarheid jegens Hem die besloten heeft onze menselijke conditie in armoede en eenvoud te delen. [12]

We zijn ons ook aan het voorbereiden op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis, dat al zo dichtbij is. Ons hart van kinderen kent een bijzondere blijdschap op dit hoogfeest, want in de allerheiligste Maagd zien we de grootheid en nederigheid weerspiegeld waarmee haar Zoon op aarde kwam. De grootheid van Maria, de allerzuiverste, de volstrekt heilige, het schepsel bij uitstek. Haar waardigheid is zo groot dat het christenvolk haar aanroept met de woorden: alleen God is groter dan U! De nederigheid van de Maagd van Nazareth is buitengewoon, want zij is vóór alle tijden gekozen om de Moeder van God te worden en ze ziet zichzelf als de dienstmaagd des Heren en noemt zich ook zo. Hoeveel lessen, mijn dochters en zonen, moeten we niet voortdurend leren van onze Moeder, en concreet nu, in de dagen die aan haar feest voorafgaan! Laten we haar vragen dat we ze niet vergeten, dat we ze in praktijk brengen.

Ik denk er nu aan dat de heilige Jozefmaria juist in deze dagen van 1931 inmiddels tachtig jaar geleden overwegingen over de geheimen van de rozenkrans schreef, die sindsdien talloze mensen hebben geholpen om de weg van de beschouwing te gaan volgen. Ik wil jullie voorstellen je deze dagen in te spannen om met meer rust en aandacht deze mariale devotie te beleven. Bij gelegenheid gaf onze Vader in antwoord op een vraag de volgende uitleg: de rozenkrans is een gebed waar Maria veel van houdt en dat al eeuwen geleden wortel heeft geschoten in het leven van de katholieken. Tegelijk is het een overweging van de mysteries uit het leven van de Heer en van zijn Moeder. Daarom beveel ik de rozenkrans van harte aan, ook als een gebed dat in het gezin gebeden kan worden, hoewel jullie kleine kinderen niet moeten verplichten mee te bidden (...). Als ze met de anderen willen meedoen, dat ze het dan doen; maar anders niet, ze zullen op een gegeven moment wel komen. Het moet uit vrije wil zijn. [13]

Met een groot respect voor de vrijheid van de zielen voegde onze stichter eraan toe dat ieder –zoals bij alle devoties– zijn eigen weg moet volgen. En hij zei: ik heb jullie aangeraden om de rozenkrans op een bepaalde manier te bidden, maar tegen niemand zeg ik dat dat per definitie zo moet, want er kunnen duizend andere manieren zijn. De zielen hebben allemaal hun eigen weg, hoewel zij veel overeenkomstigs hebben. Volg de weg die je wilt bij het bidden van de rozenkrans en andere gebeden. Probeer, als je wilt, een beetje te mediteren over de gebeden waaruit de rozenkrans is samengesteld en die door de Kerk zijn vastgesteld. Bid het Onze Vader en het Wees Gegroet rustig. Als je gedachten afdwalen, probeer dan terug te komen. En als je de hele tijd verstrooid bent geweest, heb je de rozenkrans ook gebeden: je hebt een serenade ter ere van de Moeder van God gegeven . [14]

In de Advent komen de blijde geheimen van de rozenkrans weer heel levendig onder onze aandacht, vooral in de laatste week, wanneer de liturgie de onmiddellijke voorbereiding op Kerstmis intenser maakt. Laten we ons best doen ze met een bijzondere inzet te beschouwen. Om mijzelf en jullie te helpen, neem ik hier enkele commentaren van onze Vader over deze gebeurtenissen op.

Denk na over de blijde geheimen: we staan verwonderd over de nederigheid van Jezus, die semetipsum exinanivit formam servi accipiens: die zichzelf ontledigde en de vorm van een slaaf op zich nam, die het vlees aannam van ons, mensen. Zonder de zonde, maar Hij was zoals wij. De nederigheid waardoor Hij, zoals anderen, de benodigde tijd doorbracht in de schoot van de Moeder. Laten we naar de Moeder kijken, die zich vernedert en over de bergen van Judea gaat om haar nicht, de heilige Elisabeth, te bezoeken. Laten we kijken… en we worden geraakt door deze blijde gebeurtenis waarbij het Magnificat ontstaat. Daarna wordt Jezus geboren, net zoals wij, maar in grotere armoede: niet thuis, maar ergens in een hoek. Non erat eis locus in diversorio: er was voor hen geen plaats in de herberg. De Heer was van het koninklijke geslacht van David, maar Hij wilde in armoede geboren worden en in armoede leven. En als de evangelisten, geïnspireerd door de heilige Geest, de geschiedenis van de voorouders van Jezus vertellen, verschijnen er in het verhaal een aantal vrouwen die niet bepaald een voorbeeld van deugden waren; sommigen van hen, verre van dat. Dit is zo opdat wij liefde en begrip hebben en, door Jezus, de mensen weten te verontschuldigen. Vervolgens zien we dat de Allerheiligste Maagd naar de tempel gaat om gereinigd te worden: alleen God is zuiverder dan zij. Voorbeeld van nederigheid! En wij, vol hoogmoed… Ten slotte, na deze gebeurtenissen die vol nederigheid zijn, loopt onze ziel over van edelmoedigheid en willen we ons bezighouden met de dingen van God, zoals het Kind deed wanneer ze Hem, na drie dagen zoeken, in de tempel aantreffen. Dit is het thema van het laatste geheim: wisten jullie niet dat Ik me met de dingen van mijn hemelse Vader moet bezighouden? [15]

De novene tot de Onbevlekte Ontvangenis is een uiting van kinderlijke liefde voor Onze Lieve Vrouw. Toch moeten we niet vergeten dat veel belangrijker is wat wij van Maria krijgen, dan wat we haar geven. De Maagd geeft ons, in feite, een boodschap die tot ieder van ons gericht is (...). En wat zegt Maria ons? Ze spreekt ons met het Woord van God, dat vlees werd in haar schoot. Haar ‘boodschap’ is niet anders dan Jezus, die heel haar leven is. Dankzij Hem en door Hem is Maria de Onbevlekte Ontvangenis. En omdat de Zoon van God voor ons is mens geworden, werd ook zij, zijn Moeder, voor ons allen, gevrijwaard van de zonde als een vooruitlopen op de verlossing van iedere mens door God. [16]

Als wij op deze manier, met intensiteit, persoonlijk, de novene tot de Onbevlekte Ontvangenis beleven, bereiden wij ons heel goed voor op Kerstmis. Bovendien en de ervaring laat het al te duidelijk zien biedt de novene ons een gelegenheid voor voortdurend persoonlijk apostolaat. De Maagd Maria trekt de zielen altijd aan en leidt ze naar Jezus. Laten we proberen om deze twee aspecten goed met elkaar te verbinden de omgang met Onze Lieve Vrouw en de apostolische ijver , nu en in de loop van ons verdere leven. Laten we enkele woorden van onze Vader overwegen, die een buitengewone kracht hebben en een uitdaging zijn voor ons dagelijks antwoord. De wereld is als een grote dorstige mond, met dorst naar Christus, en wij, de christenen, zijn het water dat de dorst moet lessen. Hij wacht op ons. Waar zal jij de dag van morgen zijn om dit vuur en deze liefde voor Christus vlam te doen vatten? Als je nu geen honger hebt naar proselitisme, dan is dat een slecht teken. We zijn het slijk van de aarde, maar –in de handen van de goddelijke Meester– zullen we licht geven aan de ogen van de mensen die blind zijn en de schittering van de waarheid niet zien. [17]

Afgelopen maand is het apostolaatwerk van de prelatuur definitief in Sri Lanka begonnen. Laten we God danken want op de dag dat jullie broers daar aan kwamen, kon het Allerheiligst Sacrament in de kapel van het nieuwe Centrum worden bewaard: een nieuw tabernakel in het immense Azië! Ik beveel dit begin en de apostolische expansie aan bij de Onbevlekte Ontvangenis. Met haar voorspraak zullen we proberen het naar veel andere plaatsen te brengen.

Mijn dochters en zonen: de zielen wachten op ons, wachten op jou. Laten we elke dag leven met een groot verlangen om het Offer van Calvarië te beminnen. Op 3 december 1937 kon onze Vader voor het eerst de heilige Mis lezen met alle ornamenten, na maandenlange godsdienstvervolging in Spanje. Ik heb hem met grote dankbaarheid horen vertellen dat de priester van Andorra hem daartoe alle faciliteiten verschafte, en hij heeft daarna dagelijks voor hem gebeden.

Ga verder met jullie gebed voor de paus en voor zijn intenties, voor zijn medewerkers in het bestuur van de Kerk, voor de geestelijke vruchten van zijn recente reis naar Afrika. En vergeet niet je aan te sluiten bij mijn gebeden tot de Heer en dat zijn er veel –zoals ik jullie zo vaak gezegd heb– en ze zijn erop gericht om alle eer aan God te geven.

Met alle genegenheid zegent jullie, jullie Vader

+ Javier

Rome, 1 december 2011

1. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 22-12-2010.

2. Romeins Missaal, Eerste zondag van de Advent, eerste lezing (B) ( Jes 63, 17-19).

3. Liturgie van de getijden, Eerste zondag van de Advent, Ad Nonam , Responsorium breve.

4. Romeins Missaal, 21 december, Introïtus (cfr. Jes 7, 14; 8, 10).

5. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 22-12-2010.

6. Ap 22, 20.

7. Romeins Missaal, Vierde zondag van de Advent, Introïtus (Jes 45, 8).

8. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een meditatie, 25-12-1973.

9. Ibid.

10. Benedictus XVI, Homilie op Kerstmis, 24-12-2010.

11. Ibid.

12. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 22-12-2010.

13. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 17-11-1972.

14. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 9-10-1972.

15. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 16-11-1967.

16. Benedictus XVI, Toespraak bij het beeld van de Onbevlekte Ontvangenis, 8-12-2010.

17. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een meditatie, 24-10-1942.