Bericht van de prelaat (8 juni 2018)

De vorming die het Opus Dei aanbiedt is ook gericht tot de jeugd, opdat zij – nu en daarna in de loop van hun leven – christelijk zuurdeeg mogen zijn in de gezinnen, in de beroepswereld, in heel het onmetelijke gebied van het menselijk leven.

Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!

Nu de Synode van de bisschoppen over de jeugd en het onderscheiden van de roeping naderbij komt voel ik me ertoe aangezet jullie deze regels te sturen om jullie uit te nodigen je opnieuw toe te leggen op het werk van sint Rafael dat voor allen moet zijn als – met een uitdrukking van de heilige Jozefmaria – ‘onze oogappel’, want de christelijke vorming van de jeugd is en blijft altijd een apostolische prioriteit van de Kerk en bijgevolg van het Werk.

Ite et vos in vineam meam. Gaat ook gij naar mijn wijngaard.” Onze Vader heeft deze woorden van Jezus – van de parabel van de arbeiders in de wijngaard (vgl. Mt 20,4) geschreven als aanhef van de Instructie voor het werk van sint Rafael. Wij weten dat ze ook tot ons zijn gericht, in het besef dat wij zijn gezonden om in de wijngaard te werken die de Heer onze stichter heeft toevertrouwd en die nu in onze handen ligt.

Het directe doel van dit werk is dat wij zo veel mogelijk jonge mensen vorming geven, opdat zij – nu en daarna in de loop van hun leven – met persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid, geïnspireerd door de geest van het Opus Dei, christelijk zuurdeeg mogen zijn in de gezinnen, in de beroepswereld, in heel het onmetelijke gebied van het menselijk leven midden in de wereld. Een ander gevolg van het werk van sint Rafael zal zijn dat de Heer degenen die Hij wil (vgl. Mc 3,13) zal blijven roepen om tot het Opus Dei te behoren.

Wij willen ook, door de apostolische inzet van deze jongens en meisjes van sint Rafael, in vereniging met de hele Kerk, zaaiers zijn van de vreugde van het evangelie, “dat het hart en het hele leven vult van degenen die Jezus ontmoeten”.[1]

Dat deze meisjes en jongens in feite een geselecteerde groep zijn, betekent niet dat wij ons niet meer met de anderen bezighouden. Van de honderd zielen interesseren ons er honderd; daarom, zoals ook de heilige Jozefmaria ons leert: “moet jullie en mijn werk, herhaal ik, gericht zijn op alle mensen: op ouders, vrienden, buren, collega’s, op de mensen van ons land, op degenen die burgers zijn van andere landen; op katholieken, andere christenen, niet-christenen: door altijd met een trouwe vriendschap met hun samen te leven en veritatem facientes in caritate, de waarheid van het evangelie met liefde te volgen en te verkondigen (Ef 4,15)”.[2]

Hoewel de jongens en meisjes van sint Rafael geen formele band met het Werk hebben – zij zijn geen gelovigen van de prelatuur –, nemen zij deel aan haar geest en apostolische dynamiek. Daarom zijn zij geen personen die slechts enkele geestelijke vormingsmiddelen ontvangen; ze voelen zich bij het Werk betrokken en trachten actief aan haar apostolische zending mee te werken.

Laten wij aandacht en tijd besteden aan de voorbereiding van de activiteiten die de traditionele middelen van dit werk zijn (kringen, bezinningen, catechese, enz.) en ze uit te voeren met het menselijke en bovennatuurlijke niveau, met de positieve zin en de liefde voor God en de zielen waarmee ze in het hart van de heilige Jozefmaria zijn ontstaan. Zonder te vergeten dat de apostolische vruchten bovenal afhangen van de genade van God.

Jullie weten heel goed dat deze activiteiten niet losstaan van de interpersoonlijke relaties van vriendschap: “Onze Vader heeft ons geleerd dat dit werk altijd voorafgegaan, begeleid en gevolgd moet worden door het gebed, de versterving en de persoonlijke omgang van vriendschap en vertrouwen”.[3]

De vriendschap is een heel rijke menselijke waarde die Jezus zelf tot een goddelijk niveau heeft verheven: ‘U heb Ik vrienden genoemd’ (Joh 15,15); ‘Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Joh 15,13). De Heer geeft zichzelf volledig: laten wij proberen zijn voetstappen te volgen en ons leven voor de anderen te geven. Het apostolaat is de hoogste uitdrukking van vriendschap. De vriendschap wordt niet tot instrument gemaakt, maar tot haar volheid gebracht.

Het beleven van een ware, trouwe en oprechte vriendschap[4] brengt met zich mee openstaan voor de anderen. Het veronderstelt dat wij onze tijd edelmoedig wijden aan de persoonlijke omgang waarin vreugde, verdriet en hoop met elkaar worden gedeeld, met een echte belangstelling en wederzijdse genegenheid. Op dit gebied van het persoonlijk apostolaat van vriendschap liggen altijd grote mogelijkheden open voor de spontaniteit en het initiatief van een ieder.

Er ligt ook een wijds panorama om nevenactiviteiten te organiseren, al naar gelang de behoeften van plaats en tijd, die de menselijke, culturele en andere vorming van een groot aantal jonge mensen helpen verbeteren, waarbij ieders vrijheid wordt gerespecteerd en verdedigd. Dit maakt het hun gemakkelijker tot een dieper geloof te komen of om te groeien in hun vorming en christelijk leven.

Wanneer de moeilijkheden ons groot toeschijnen – en soms zijn ze dat ook – moeten we onze blik op de eerste tijden van het Werk richten, toen de hindernissen heel groot waren. Jaren later herinnerde onze Vader ons daaraan met deze woorden: “Tegenover dat alles hadden wij heel weinig – geen enkel menselijk middel en veel jeugd, veel onervarenheid en veel naïviteit –, maar we hadden ook alles: het gebed, de genade van God, een goed humeur en veel werk. Dit zijn altijd de wapens van het Opus Dei geweest en zij zullen het blijven”.[5]

Laten we de Heer om licht vragen, opdat iedereen moge zien wat hij of zij meer kan doen en beter kan doen, te beginnen bij de bovennatuurlijke middelen: gebed, versterving, werk dat omgezet wordt in gebed. Iedereen kan ook overdenken hoe hij of zij, afhankelijk van leeftijd en persoonlijke omstandigheden, meer kan bijdragen aan de verscheidene middelen van dit apostolaat met de jeugd.

Met alle genegenheid zegent jullie

jullie Vader

Fernando Ocáriz

Rome, 8 juni 2018

Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus

[1] Franciscus, apost. Exhort. Evangelii gaudium, 24-11-2013, nr. 1.

[2] Heilige Jozefmaria, Instructie, 8-12-1941, nr. 3.

[3] Don Javier, Brief van 28-11-2002, nr. 13.

[4] Heilige Jozefmaria, Christus komt langs, nr. 149.

[5] Heilige Jozefmaria, Brief 7-10-1950, nr. 12.Solemnidad del Sagrado Corazón de Jesús

____________________________________________________________________________

Copyright © Prælatura Sanctæ Crucis et Operis Dei