Waardig communiceren

Naar aanleiding van het Hoogfeest van Sacramentsdag van 10 juni 2012 schreven de Nederlandse bisschoppen een brief aan de rooms-katholieke gelovigen van Nederland over het ‘waardig communiceren’. De brief is hier integraal overgenomen.

Instelling van de Eucharistie (schilderij Justus van Gent)

Het kostbaarste geschenk van de Kerk is de eucharistie, de oorsprong en het hoogtepunt van heel het christelijk leven ( Lumen Gentium 11). In de communie ontvangen wij 'het brood uit de hemel' en 'de beker van het heil', het Lichaam en Bloed van Christus die zich heeft overgeleverd 'ten bate van het leven der wereld' (Joh. 6,51), zoals de Catechismus van de Katholieke Kerk zegt (CKK 1355). Daarbij wordt verwezen naar de H. Justinus, die in het midden van de tweede eeuw schreef: “Niemand anders mag hieraan deelhebben dan hij die gelooft dat onze leer waar is, die gedompeld is in het bad tot vergeving van de zonden en tot wedergeboorte, en die leeft volgens de voorschriften van Christus" (Justinus, Apol. I, 66). Enkele jaren geleden hebben de Nederlandse bisschoppen in een drietal brieven gewezen op de betekenis van de eucharistie en op bijzondere aandachtspunten voor de liturgische praktijk. Dit gebeurde door hun begeleidend schrijven van 24 juni 2004 bij de instructie ' Redemptionis sacramentum ' (Liturgische Documentatie, nr. 3, 2004, p. 195-199), door de adventsbrief van 2007 en de brief bij Sacramentsdag 2008 (Liturgische Documentatie, nr. 5, 2008, p. 137-152).

We moeten constateren, dat in onze tijd het geloof van de rooms-katholieke Kerk in de eucharistie en de daaruit voortvloeiende vereisten van de morele levenswijze door menige gedoopte helaas niet worden gedeeld. De bisschoppen van Nederland voelen zich daarom genoodzaakt helderheid te geven over enkele punten, met name in verband met het communiceren.

Voor het ontvangen van de heilige Communie is de juiste gesteldheid vereist [1] namelijk door het doopsel toebehoren tot de RK Kerk, het volledig delen van het geloof van deze Kerk in de eucharistie, en een levenswijze die niet in tegenspraak is met de heiligheid van het Sacrament. Onder dit laatste wordt verstaan: geen zware kerkelijke straf opgelopen hebben, noch halsstarrig volharden in een zware zonde die bekend is (zie CIC 915).

Daarnaast geldt dat wie zich van iets bewust is, dat volgens de leer van de Kerk een zware zonde is, dat wil zeggen wanneer de persoonlijke band met God en de Kerk heel ernstig verstoord is, mag zonder voorafgaande sacramentele belijdenis niet communiceren (zie CIC 916). In zo'n situatie zou de nauwe verbondenheid met Christus en het deelhebben aan het ene lichaam van de Kerk door te communiceren, slechts bedrieglijke schijn zijn: "Wie op onwaardige wijze het brood eet of de beker van de Heer drinkt, bezondigt zich aan het Lichaam en Bloed des Heren" (1Kor 1:27). Het ontvangen van de heilige Communie brengt niet alleen een verbondenheid met Christus en de Kerk tot stand, maar veronderstelt die ook.

Er kunnen zich bepaalde situaties voordoen waarbij overwogen moet worden om in plaats van een eucharistieviering alleen een viering van het woord van God te houden zonder uitreiking van de communie. Wij willen in herinnering roepen wat paus Benedictus XVI daarover schreef in zijn postsynodaal schrijven ' Sacramentum caritatis ' van 22 februari 2007 (nr. 50): “Een pastoraal probleem waarop men heden ten dage vaak stuit, is het feit dat bij bepaalde gelegen­heden zoals bijvoorbeeld een eucharistieviering bij een huwelijk, een uitvaart of iets dergelijks, behalve de praktiserende gelovigen ook anderen bij de viering aanwezig zijn die mogelijk al jarenlang de communie niet hebben ontvangen of die zich wellicht in levensomstandigheden bevinden waardoor ze de sacramenten niet kunnen ontvangen. Bij andere gelegenheden zijn leden van andere christelijke denominaties of zelfs van andere godsdiensten aanwezig. Soortgelijke omstandigheden doen zich ook voor in kerken die – in het bijzonder in toeristische steden – het doel van grote stromen bezoekers zijn. Het is duidelijk dat er dan mogelijkheden gevonden moeten worden om iedereen kort en doeltreffend de betekenis van de sacramentele communie en de voorwaarden om deze te kunnen ontvangen in herinnering te roepen. In situaties waar de noodzakelijke verduidelijking met betrekking tot de betekenis van de eucharistie niet gegarandeerd kan worden, moet overwogen worden in hoeverre het beter is in plaats van een eucharistieviering een woorddienst te houden".

In dergelijke omstandigheden lijkt het – buiten de zondag – in menig geval inderdaad beter om in plaats van een eucharistieviering een woorddienst (zonder communie-uitreiking) te houden.

Waar bij bepaalde gelegenheden tijdens de eucharistieviering de communie niet kan worden uitgereikt, zullen de trouwe kerkgangers er ongetwijfeld begrip voor weten op te brengen, dat de voorkeur gegeven moet worden aan alleen een geestelijke communie, dat wil zeggen, zich in stil gebed verenigen met de Heer. Wanneer in dergelijke situaties wel de communie wordt uitgereikt, bevelen wij het gebruik aan van de korte toelichting voorafgaand aan het communiceren, zoals gegeven in de tekstmodellen bij onze brief van Sacramentsdag 2008.

De heilige Hiëronymus ontvangt zijn laatste Heilige Communie (detail schilderij Sandro Botticelli).

Een bijzonder geval doet zich voor, wanneer mensen zich presenteren om de communie te ontvangen om oneigenlijke doeleinden, met name om een demonstratieve reden. Wanneer groepen of vertegenwoordigers van groeperingen om zulke reden in de eucharistie aanwezig zijn, mag in die viering de communie niet worden uitgedeeld. Om demonstratieve redenen de eucharistie willen ontvangen getuigt niet van hoogachting voor en van een onderkennen van de waardigheid van dit sacrament. De kerkvader Augustinus schreef al in de oudheid over het al dan niet te communie gaan: “Het enige wat deze Spijs niet verdraagt, is minachting" (Augustinus, De sermone Domini in Monte . II. 7, 26, - PL 34, 1280). "Het is onaanvaardbaar dat personen of groeperingen uit demonstratief oogmerk de heilige Communie wensen te ontvangen" , aldus een eerdere verklaring van de Nederlandse bisschoppen van 1987 [2].

Soms moeten wij ons uit respect onthouden van het sacrament van de eucharistie. Wie niet te communie kan gaan, kan toch naar de kerk komen om in gemeenschappelijk gebed en in het luisteren naar Gods Woord samen met anderen het geloof te vieren.

De eerbied en zorg voor het Heilig Lichaam van Christus vragen dat wij alles in het werk stellen, opdat de geloofsgemeenschap de Heer van ons bestaan daadwerkelijk in eerbied kan ontvangen. Of met de woorden uit ons schrijven van 2004: “Wij dienen de eucharistie als bron van Kerk-zijn helder en zuiver te houden. Niet alleen met het oog op de Kerk van nu, maar ook met het oog op latere generaties. De eucharistie is immers niet ons bezit, maar een gave die ons door de Heer is toevertrouwd. Wanneer wij met deze gave van de Heer onzorgvuldig omgaan, legt dat een hypotheek op de toekomst."

Bidden wij dat iedere katholiek steeds het Lichaam van Christus in diep geloof en met een daaraan beantwoordende levenswijze kan ontvangen.

De bisschoppen van Nederland,

Utrecht, 10 juni 2012

Referenties

1. Pius X, Sacra Tridentina Synodus, 16 december 1905: "… niemand die in staat van genade is en met een juiste en vrome gesteldheid (recta piaque mente) de heilige tafel nadert, mag vandaar geweigerd worden. De juiste gesteldheid bestaat daarin dat wie tot de tafel des Heren nadert, dit niet doet uit gewoonte, uit praalzucht of omwille van menselijk opzicht, maar met de bedoeling God te behagen, zich meer in liefde met Hem te verenigen en met dit goddelijk geneesmiddel de eigen zwakheden en fouten te verhelpen".

2. Persdienst aartsbisdom Utrecht, 1987: "Er mag geen enkele twijfel over bestaan, dat de gezamenlijke bisschoppen van Nederland iedere actie van welke belangengroepering dan ook, die de viering van de heilige liturgie, met name het ontvangen van de heilige communie, misbruikt om haar eigen doelstellingen te verwerkelijken, volstrekt afwijzen. De heilige liturgie wordt als eredienst aan God miskend, wanneer ze gebruikt wordt als instrument in een eigen strategie. Behalve uit eerbied aan de eucharistie verschuldigd moet een dergelijke handelwijze ook worden afgewezen uit respect voor de parochies, die overvallen worden door acties, waar ze niet om gevraagd hebben, waarin ze niet participeren en waardoor haar liturgische viering wordt verstoord", zie: Informatiebulletin 121 , 15 (1987) 459-460.

Nederlandse bisschoppen