De heilige Geest, Liefde die tot de Liefde brengt

Javier Echevarría, ‘Itinerarios de vida cristiana’, Uitgeverij Planeta, 2001. (Hoofdstuk 3). Tekst over de Derde persoon van de Allerheiligste Drievuldigheid, de ‘Grote Onbekende’.

De Heilige Geest afgebeeld als duif op een glas-in-lood-raam in de Sint Pieter in Rome.

God die onze Vader is, die zijn Zoon naar de wereld heeft gezonden om ons te verlossen, heeft zijn Geest uitgestort opdat Hij ons verlicht en leidt op de weg naar Hem (...).

De liefde die de heilige Geest in de zielen ontvlamd, -liefde waardoor wij geschapen zijn en waarin wij het geluk vinden-, houdt een ware liefde in; niet een vaag gevoel, niet oppervlakkig, van voorbijgaande aard, zonder daden, maar een gevoel van edelmoedigheid die ons tot overgave aanspoort. Dit is de essentie van het christelijke bestaan, zoals Johannes Paulus II ons dikwijls aan de hand van een bekend citaat uit het Tweede Vaticaanse Concilie herinnert: “De mens, het enige aardse schepsel dat God om zichzelf heeft liefgehad, kan slechts zijn eigen volheid vinden in de eerlijke overgave van zichzelf.”

God, die zichzelf voor ons heeft overgegeven, wenst dat wij ons aan Hem geven. God richt tot iedereen de woorden die Paulus schreef aan de christenen van Korinte: “Ik ben niet uit op jullie goederen, maar ik zoek jullie zelf.” De heilige Jozefmaria drukte dit zelfde idee op deze manier uit: “Jezus is niet tevreden als Hij je hart moet “delen” met anderen: Hij wil alles voor zich.” Dat vooruitzicht kan ons, in eerste instantie, angst aanjagen; maar als wij voor ogen hebben dat dezelfde God die onze overgave verlangt, dat ook voor ons mogelijk maakt met zijn gaven, met de gave van Zichzelf, dan zullen wij merken dat het binnen ons bereik ligt ons leven om te vormen in een offer, aangenaam voor God.

Ja: de heilige Geest troost ons in het lijden, behoedt ons voor het gevaar, moedigt ons aan in de smart en versterkt ons wanneer wij op de proef worden gesteld.

De genade die ons door de uitstorting van de heilige Geest is verleend stelt ons in staat om God onvoorwaardelijk te beminnen. Dat wil zeggen met een liefde die, zoals wij gezien hebben, deelneemt aan de liefde waarmee God de Vader ons bemint heeft en die zo groot is dat Hij zijn Zoon gezonden heeft om mens te worden en die zijn bloed voor ons zou vergieten.

Wanneer de ziel, bewogen door de heilige Geest, heel zijn bestaan inricht volgens de eisen van de liefde, dan wordt wat God haar kan vragen geen opsomming van offervaardigheden, van lasten, van offers, maar van gelegenheden om God te ontmoeten en zich meer met Hem te verenigen. De rijpheid in de christelijke betekenis van het woord wordt juist bereikt door de overwinning van de liefde, die angst buiten werpt, het egoïsme of op zijn minst het gebrek aan vertrouwen uitsluit.

Maar zoals het met alles is, bestaat er in het innerlijke leven geen overwinning zonder strijd; een strijd die het hele leven lang zal duren. Inderdaad, wij zijn gehecht aan onszelf en, met ons beperkte inzicht, neigen wij wat platvloers tegen de dingen aan te kijken. We laten ons gemakkelijk verleiden tot de voldoening van het ogenblik of tot bevestiging van ons eigen ik, in plaats van ons hart te openen voor de grootsheid van de liefdevolle plannen van God. Op deze weg van onze geestelijke groei laat de Vertrooster geen ogenblik na ons aan te sporen. Als enige voorwaarde geldt dat wij volgzaam zijn aan zijn ingevingen.

De mens die aan de ingevingen van de heilige Geest gehoor probeert te geven ervaart de doeltreffendheid van zijn hulp. Datgene wat onmogelijk leek wordt bereikt, en dat wat te zwaar leek wordt omgevormd tot iets waar met edelmoedigheid aan te beantwoorden valt. Een liturgische lofzang roept de heilige Geest aan als “zachte gast van de ziel, rust in onze inspanning, onderbreking in het intense werk, bries in de uren van vuur, vreugde die tranen uitwist en de pijn verzacht”. Ja: de heilige Geest troost ons in het lijden, behoedt ons voor het gevaar, moedigt ons aan in de smart en versterkt ons wanneer wij op de proef worden gesteld. Met zijn bijstand ervaren we de moeilijkheden niet meer als een beknelling of drukkende last. Ze worden omgevormd tot gelegenheden van overgave of zelfs nog meer, tot een ontmoeting met Jezus. En op deze wijze wordt wat ons moeite kost omgevormd in het Kruis van Christus en de inspanning wordt betekenisvol.