“Je moet er niet onder lijden wanneer men je fouten ziet”

Wil mij, mijn Jezus, des te meer in mijn hart vernederen naarmate de mensen mij meer ophemelem. Doe mij beseffen wat ik geweest ben, en wat ik opnieuw zal zijn als U mij in de steek laat. (De Weg, 591)

Vergeet niet, wat je bent..., een vuilnisemmer. - Daarom, als de goddelijke Tuinman je ter hand neemt, je schrobt en schoonmaakt en je met prachtige bloemen vult..., moeten noch de geuren noch de kleuren waarmee je lelijkheid opgesmukt wordt, je trots maken.
Verneder je: weet je niet dat je maar een afvalemmer bent?
(De Weg, 592)

Je bent nederig, niet wanneer je jezelf vernedert, maar wanneer anderen je vernederen en je dit omwille van Christus verdraagt.
(De Weg, 594)

Je moet er niet onder lijden wanneer men je fouten ziet. Dat God beledigd wordt en dat je anderen misschien aanstoot geeft, daaronder moet je lijden.
Voor de rest mogen ze gerust weten wie je bent en je verachten. - Je moet er niet over treuren dat je niets bent. Op die manier ziet Jezus zich genoodzaakt alles in je op te bouwen.
(De Weg, 596)

Ontvang berichten per e-mail

email