Mis ter ere van de heilige Josemaría in Brussel

Zaterdag ll. 18 juni verzamelden zich meer dan 400 personen in de Sint-Jakob-op-Koudenbergkerk voor de viering van de jaarlijkse mis ter ere van de heilige Josemaría.

De mis werd voorgegaan door Z. E. Mgr. Alain Lebeaupain, apostolisch nuntius bij de Europese Unie. Mgr. Emmanuel Cabello, regionaal vicaris van het Opus Dei in België en andere priesters hebben met de vertegenwoordiger van de Heilige Vader geconcelebreerd.

In zijn homilie heeft Mgr. Lebeaupain vanuit zijn functie de rol van het Opus Dei in de Kerk en in de maatschappij willen bespreken in het Europees perspectief. Hij heeft eraan herinnerd dat de Prelatuur “ongetwijfeld een instelling is die tegelijkertijd diep geankerd is in het leven van het Godsvolk op een gegeven plaats en die tevens rechtstreeks verbonden is met het leven van een geheel dat de grenzen van een land of een natie overschrijdt”. Zij “kan zich niet vreemd voelen aan wat hier gebeurt om een vreedzaam en edelmoedig continent op te bouwen”.

Mgr. Lebeaupain liet opmerken dat, naar het voorbeeld van de heilige Josemaría, het belangrijk is dat deze waarden concreet door de mensen beleefd worden: “de spiritualiteit van de stichter van het Opus Dei wijst ons op onze persoonlijke verantwoordelijkheid en op die van de Kerk als groep van gelovigen die coherent zijn in hun dagelijks leven”.

Christen zijn is geen ideologie of een gevoel. Het is een werkelijkheid van mannen en vrouwen die samen geloven in Jezus Christus, want men is geen leerling van de Heer door alleen te blijven. Het leven van de heilige mannen en vrouwen is het bewijs van de waarheid van het geloof dat wij moeten verkondigen. Niet alleen in woorden — het geloof zonder werken is dood — maar ook door de werken van ieder van ons.

De toekomst van de Europese maatschappij ligt in de handen van de jongeren en van de gezinnen. Deze maatschappij mag niet gekenmerkt worden door het individualisme, maar door de solidariteit tegenover hen die deze het meeste nodig hebben. Wanneer men de christelijke wortels aanhaalt, moeten deze zichtbaar worden door het leven van Christus’ leerlingen in hun dagelijks leven. Dit leven dat een gave Gods is. Wij zijn geroepen om van dat leven de getuigen te zijn, van het leven van God, van het leven van de genade.

“Uw weg is nodig, uzelf zijt nodig, gelovigen van de Prelatuur, opdat dit continent verder gaat te zijn wat het is en geweest is: een werelddeel van vrede, van edelmoedigheid en van eerbied voor de menselijke persoon.”