Jezus stijgt op ten hemel

“Het rozenkransgebed heeft altijd dit bewustzijn (dat Jezus is verrezen) onder woorden gebracht en nodigde de gelovige uit om voorbij te gaan aan het duister van de Passie en op te zien naar de glorie van Christus in de Verrijzenis en de Hemelvaart” (Johannes Paulus II, "Rosarium Virginis Mariae", 23). Teksten van de heilige Jozefmaria over het tweede glorievolle geheim: Jezus stijgt op ten hemel.

En terwijl Hij hen zegende, verwijderde Hij zich van hen en werd ten hemel opgenomen. Zij aanbaden Hem en keerden met grote blijdschap naar Jeruzalem terug. Zij hielden zich voortdurend op in de tempel en verheerlijkten God. Lucas, 24, 1-24.

TEKSTEN VAN DE HEILIGE JOZEFMARIA:

Het feest van de hemelvaart van de Heer wijst ook op iets anders: dezelfde Christus die ons aanmoedigt bij onze taak in de wereld, wacht op ons in de hemel. Met andere woorden: we houden van ons leven hier op aarde, maar dat is niet definitief, want wij hebben hier geen blijvende stad, maar zoeken de toekomstige (Heb 13, 14), de permanente.

Laten we proberen om het woord van God niet binnen een te nauwe horizon uit te leggen. Hij wil niet dat we op onze aardse weg ongelukkig zijn en alleen maar hopen op de troost in het hiernamaals. God wil dat we hier al gelukkig zijn, terwijl we vol verlangen uitzien naar de uiteindelijke vervulling van dat andere geluk, dat alleen Hij in overvloed kan geven.

Het beschouwen van de bovennatuurlijke werkelijkheid, de werking van de genade in onze ziel en de naastenliefde als rijpe vrucht van Gods liefde, zijn hier op aarde al een vooruitlopen op de hemel, een vertrekpunt van waaruit er iedere dag weer verdere groei is. Wij christenen verdragen geen dubbelleven; ons leven vormt een eenvoudige en sterke eenheid waarvan heel ons doen en laten doordrongen is.

Christus wacht op ons. Laten we nu al leven als burgers van de hemel (Fil 3, 20), hoewel we ten volle burgers van de aarde zijn en te midden van moeilijkheden, onrecht en onbegrip leven, maar ook te midden van vreugde en sereniteit, want we weten dat we geliefde kinderen van God zijn. Laten we volharden in de dienst aan onze God en we zullen zien dat dit vredebrengende christelijke leger, dit volk dat voor de medeverlossing bestemd is, in aantal en heiligheid groeit. Laten we mensen van gebed zijn die voortdurend in gesprek zijn met de Heer en van de eerste tot de laatste gedachte van de dag met ons hart bij Hem te zijn. Laten we, door de tussenkomst van onze Moeder Maria dicht bij Hem komen, en door Hem bij de Vader en de heilige Geest.

Als de hemelvaart van Jezus ondanks alles een spoor van bitterheid en droefheid in ons achterlaat, dan kunnen we naar zijn Moeder gaan zoals de apostelen deden: Toen keerden zij naar Jeruzalem terug… en bleven eensgezind volharden in het gebed… samen met Maria, de Moeder van Jezus(Hand 1, 12-14). Christus Komt Langs, nr. 126.

De Meester onderricht nu zijn leerlingen: Hij heeft hun geest ontvankelijk gemaakt voor het begrijpen van de Schriften, en neemt hen als getuigen van zijn leven en zijn wonderen, van zijn lijden en sterven, en van de heerlijkheid van zijn verrijzenis (Lc. 24, 45 en 48).

Dan leidt Hij hen naar Betanië, heft zijn handen omhoog en zegent hen. – En terwijl Hij hen zegent, verwijdert Hij zich van hen en stijgt op ten hemel (Lc. 24, 50), totdat een wolk Hem aan hun ogen onttrok (Hand. 1, 9).

Jezus is weer bij de Vader. – Twee Engelen in witte gewaden komen naderbij en zeggen ons: Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te staren ? (Hand. 1, 1 l).

Petrus en de anderen keren terug naar Jeruzalem – cum gaudio magno – met grote blijdschap (Lc. 24, 52). – Het is rechtvaardig dat Christus' Heilige Mensheid nu hulde, lof en aanbidding ontvangt van alle Engelenkoren en van alle legioenen der gelukzaligen in de Hemel.

Maar jij en ik voelen ons als wezen: we zijn bedroefd, en we gaan troost zoeken bij Maria. De Heilige Rozenkrans, 2e glorievolle geheim.