14 Februari: Een weg die voor iedereen open staat

Op 14 februari 1930 begreep de heilige Jozefmaria dat God ook vrouwen wereldwijd geroepen heeft tot het Opus Dei, zodat zij zich in het dagelijkse leven heiligen. Een analyse van dat 'stichtingsmoment'.

Voor ondertiteling:
Klik in de video op 'instellingen',
kies 'ondertiteling' en
vervolgens de taal van uw keuze.

Samenvatting uit een bijdrage in Studia et Documenta 2007. De auteur is hoogleraar aan de Pauselijk Universiteit van het Heilig Kruis in Rome.

Waaruit bestond de stichting van de 14de februari 1930? Men kan op deze vraag een kort en bondig antwoord geven. De heilige Jozefmaria begreep dat God de vrouwen oproept Opus Dei te zijn en het Opus Dei te verwerkelijken.

Daartoe moet men datgene wat op die dag gebeurde en ons bezighoudt zien in het licht van het project dat op 2 oktober 1928 begon.

De stichter noemde altijd concreet de datum waarop hij inzag dat God de vrouwelijke afdeling van het Opus Dei wilde. Vaak noemde hij daarbij ook de plaatselijke omstandigheden en situatie. De plaats was de huiskapel van de Markiezin van Onteiro in Madrid. De situatie: tijdens de viering van de heilige Mis, precies na de Communie.

Zelf schreef hij later wat er in zijn hart omging. “Op 14 februari 1930 vierde ik de heilige Mis in de huiskapel van de Markiezin van Onteiro, de moeder van Luz Casanova, die ik in mijn tijd als kapelaan geestelijke leiding gaf. Tijdens de Mis, direct na de Communie: het gehele vrouwelijke Werk! Ik kan niet zeggen dat ik het gezien heb. Ik heb het verstandelijk en in detail begrepen, wat later de vrouwelijke afdeling zou zijn (later heb ik meer karakteristieken als gevolg van deze ontvouwing van dit geestelijke inzicht toegevoegd).”

En tijdens een meditatie die hij in de Pinksterkapel in Villa Tevere hield: “Ik bezocht af en toe een tachtigjarige vrouw, wiens biechtvader ik was, en las de heilige Mis in haar huiskapel. Het was daar, na de Communie, nog tijdens de Mis, waar de vrouwelijke afdeling van het Opus Dei ter wereld kwam. Later, op een gegeven moment, ging ik naar mijn biechtvader, die tegen mij zei: “Dit komt van God, precies zoals het andere”.”

Op die dag dook iets nieuws op, maar het is geen nieuw instituut, maar een uitbreiding van hetgeen dat op 2 oktober 1928 was begonnen. Als de stichter zich uitliet wat op 14 februari 1930 begon, bleef op de een of andere manier altijd duidelijk dat het een voortzetting was van wat hij op 2 oktober 1928 gezien had.

Hij zei het heel duidelijk bij een ontmoeting in 1974 in Buenos Aires: “Het was op 2 oktober ‘28, op het feest van de H. Engelbewaarders, dat God wilde dat wij aan het werk gingen. Op 14 februari ‘30 vervolmaakte de vrouwelijke afdeling deze veelomvattende mobilisering van christenen voor vrede, welzijn, begrip en broederlijkheid.”

Laten we een oudere tekst uit 1959 bekijken. Hij was met enkele vrouwen van het Opus Dei, die in Rome woonden, tezamen en zei tot hen: “Vandaag wil ik met jullie, mijn dochters, samenzijn, want we vieren de verjaardag van de dag waarop God in zijn genade voor vrouwen deze goddelijke weg op aarde heeft geopend.”

In de aantekeningen van een onderhoud met de stichter in februari 1955 werd inzichtelijk hoe duidelijk hij had ingezien, dat de eenheid van het Opus Dei mannen en vrouwen omvat. Hij zei: “Het Werk zou zonder deze uitdrukkelijke wil van God en zonder jullie zusters werkelijk eenarmig zijn gebleven.”

Mannen en vrouwen zijn in het Opus Dei deel van een enkel instituut, ze hebben dezelfde roeping, dezelfde zending, dezelfde geest en dezelfde aard en manier om apostolisch actief te zijn; ze vormen een enkele familie, wier hoofd de “Vader” is, de eigen prelaat van het Opus Dei, sinds het in 1982 de definitieve rechtsvorm verkreeg.

Zo gaf de stichter het op veelvuldige wijze in woord en daad door. En zo begrepen de leden van het Opus Dei het vanaf het begin. Een aantekening uit het dagboek van het eerste centrum voor vrouwen van 14 februari 1943 lijkt in deze samenhang van betekenis, want hierin kan men een echo van de woorden van de heilige Jozefmaria herkennen: “Onze eerste blik op deze grote dag was voor de Jezus (sic), die voor ons in het tabernakel is, en in Hem was er een diepe dankbaarheid voor dat hij zijn Werk de medewerking van de vrouwen ingegeven heeft.” De uitdrukking “medewerking van de vrouwen” is weliswaar niet geheel exact, het weerspiegelt echter twee aspecten die de heilige Jozefmaria hen op het hart drukte: Het Opus Dei is één enkel instituut met twee afdelingen; het gaat om een goddelijk initiatief en daarom om een “samenwerking” van allen – zowel vrouwen als mannen – met God.

Francisca Quiroga

Studia et Documenta 2007